REGISTER VAN BESCHERMDE CULTUURHISTORISCHE ERFGOEDEREN
Molenplein 12-19, Otrobanda
Kadastrale gegevens: Stadsdistrict Sectie: B – nr. 2048
“Vrijstaand pand, bestaande uit een hoofdgebouw met de hoofdnok evenwijdig aan het Molenplein en bijgebouwen langs de Rialtostraat met de nokken loodrecht op het Molenplein.
Hoofdgebouw: kern twee en een halve bouwlaag met kap, galerijen twee bouwlagen met kap. Zadeldak boven de kern, waar twee zadeldaken met overstekend dakvlak loodrecht in steken. Aan vier zijden lessenaarsdaken boven de galerijen. Alle daken gedekt met rode dakpannen. Tweemaal twee dakkapellen met in- en uitzwenkend topveld met geprofileerde deklijst, die aan de bovenzijde in een ezelsrugboog eindigt, en staand venster. Aan de westzijde door het dakvlak stekende schoorsteen.
Gevels: gepleisterde en geverfde gevels.
Voorgevel (noordgevel): voorgalerij: lijstgevel met smalle geprofileerde gootlijst, welke onderbroken wordt door de boven de voorgalerij uitgebouwde middenpartij met éénmaal in- en tweemaal uitzwenkende topgevel met geprofileerde deklijst, die eindigt in een dubbele krulversiering, bekroond door een 18e-eeuwse pijnappelversiering. Centraal in de topgevel een staand venster met waterlijst. Op de tweede verdieping drie en in de zijgevels van de uitbouw telkens één staand venster, aan de voorzijde met waterlijsten. Op de eerste verdieping ter plaatse van de boven beschreven uitbouw een centraal geplaatste paneeldeur met bovenlicht met gekleurd glas, en links en rechts een staand venster, welke drie assen vormen met de vensters op de tweede verdieping van de voorgevel van de uitbouw. Ter weerszijden van deze middenpartij links drie en rechts vier staande vensters, alle met waterlijsten. Op de begane grond een centraal geplaatste paneeldeur en links daarvan vier en een halve boogversiering, waarbinnen één staand venster en, binnen een nis, een deur en rechts daarvan vijf en een halve boogversiering, waarbinnen twee staande vensters en, binnen een nis, een deur. Op de eerste verdieping ter plaatse van de middenpartij een balkon op zuilen, te bereiken via twee L-vormige stenen trappen.
Oostelijke zijgevel: boven het lessenaardak van de galerij een, het zadeldak boven de kern afsluitende, eenmaal in- en tweemaal uitzwenkende topgevel met geprofileerde deklijst, die aan de voet van de topgevel in forse krullen eindigt. Op de halfronde topbeëindiging een 18e-eeuwse pijnappelbekroning. Centraal in de topgevel een staand enkelvoudig venster en lager een staand venster, beide met waterlijst. Galerij: lijstgevel met smalle geprofileerde gootlijst. Op de eerste verdieping vier staande vensters met waterlijsten. Op de begane grond zeven bogen, waarvan twee met een staand venster.
Aan de noordzijde is de muur onderaan uitgebouwd in verband met een regenbak. De muur loopt vervolgens door in een lage muur die bij de erfafscheiding aan het Molenplein aansluit.
Achtergevel (zuidgevel): achtergalerij: lijstgevel met smalle geprofileerde gootlijst, die evenals bij de voorgevel in de middenas wordt onderbroken door boven de achtergalerij uitgebouwde middenpartij, die over de volle hoogte iets naar voren springt. Deze middenpartij heeft een tuitgevel met smalle deklijst en 18e-eeuwse topbeëindiging, bestaande uit een boogvormig fronton met een pijnappelbekroning. Een centraal geplaatst enkelvoudig staand venster met waterlijst.
Op de tweede verdieping van de uitbouw in de voorgevel drie staande vensters met waterlijsten, en in de zijgevels telkens één staand venster. Op de eerste verdieping acht staande vensters, met waterlijsten, uitgezonderd het meest westelijke venster. Op de begane grond in de middenpartij een centraal geplaatste deur. Aan beide zijden van de middenpartij vijf bogen met, spiegelbeeldig ten opzichte van elkaar, een venster, een deur en een venster. Het zijn staande vensters en naar binnen draaiende deuren (1).
Westelijke zijgevel: deze wordt gevormd door een het zadeldak boven de kern afsluitende topgevel met smalle deklijst en 18e-eeuwse topbeëindiging, bestaande uit een boogvormig fronton met een pijnappelbekroning. Centraal in de geveltop een enkelvoudig staand venster.
Gedeeltelijk tegen de westgevel van het hoofdgebouw en gedeeltelijk ten zuidwesten daarvan een uit twee delen bestaand bijgebouw, met de nokken loodrecht op het Molenplein.
Het oostelijk deel van het bijgebouw: één bouwlaag met kap. Zadeldak, gedekt met rode pannen. Het zadeldak ligt ingesloten tussen twee tuitgevels, met aan de zuidzijde een liggend luikvenster met waterlijst.
Gevels: gepleisterd en geverfd.
Oostgevel: lijstgevel met eenvoudige gootlijst, onderbroken door een centraal geplaatst tuitgeveltje met 19e-eeuwse topbeëindiging en liggend luikvenster. Het tuitgeveltje sluit een zadeldakje af dat loodrecht in het hoofddak steekt. Op de begane grond symmetrische gevelopbouw, met in het midden twee staande vensters en links en rechts een paneeldeur. Geheel rechts een steunbeer.
Noordgevel: op de begane grond twee staande vensters.
Zuidgevel: de tuitgevel staat achter de gootlijst, die een voortzetting is van de gootlijst langs de oostgevel. Op de begane grond twee staande vensters met schuiframen.
Het tweede bijgebouw ligt langs de Rialtostraat, met de huisnummers 2 t/m 8, en is met zijn achtergevel tegen de westgevel van het hoofdgebouw en tegen de westgevel van het hierboven beschreven bijgebouw gebouwd. Eén bouwlaag met kap. Zadeldak, ingesloten tussen twee tuitgevels met 19e-eeuwse topbeëindiging, de zuidelijke tuitgevel achter een gootlijst geplaatst. Beide tuitgevels met liggend luikvenster, aan de zuidzijde met waterlijst. Het zadeldak gedekt met rode dakpannen.
Gevels: gepleisterde en geverfde gevels.
Voorgevel (westgevel): recht afgesloten gevel zonder gootlijst. Vier staande vensters en vier naar binnen draaiende paneeldeuren. Op de zuidwesthoek een steunbeer.
Zuidgevel: op de begane grond een staand venster.
Erfafscheiding: aan de noordzijde wordt het erf afgesloten door een stenen muur, die in het midden lager is en naar buiten zwenkt. Op de lage stenen muur houten spijlenhekken tussen pilaren, met geprofileerde dekplaat met daarop een bolversiering. In het midden en uiterst links een ingangshek, het linker eveneens tussen pilaren, met geprofileerde tentdakbekroning. Aan de zuidzijde wordt het erf begrensd door een stenen muur.
(Opmerkingen:
(1) Naar oude foto’s te oordelen zijn vensters en deuren op de begane grond van de achtergalerij enigszins gewijzigd.)
Redengeving:
Het gebouw als boven beschreven is van algemeen belang wegens schoonheid en volkskundige waarde op grond van de volgende waardestellende criteria:
– architectuurhistorische en esthetische waarde wegens onder meer de karakteristieke 18e-eeuwse in- en uitzwenkende topgevels en bogen.
– architectuurhistorische en cultuurhistorische waarde wegens de voor Curaçao kenmerkende plattegrond met kern en galerijen;
– monumentale ensemblewaarde daar het onderdeel vormt van een groter te beschermen stedenbouwkundig geheel.
Tot het hierboven vermelde monument behoort al hetgeen dat door bestemming of anderszins rechtens onroerend is.”
Registratie: 1996-08-20
Afschrift Hypotheek: 1996-08-30
Aanwijzing Besluit: 1996-05-07
Publicatie: 1996-05-20
Inzage: 1996-05-21