REGISTER VAN BESCHERMDE CULTUURHISTORISCHE ERFGOEDEREN
Complex parochie “Onze lieve Vrouw van Goede Raad”, Jandoret
Kadastrale gegevens: (rest)rooibrief 9/1919 en meetbrief 274/1931
Inleiding
De parochie van Jandoret is relatief jong. De wijk maakte tot 1927 deel uit van de parochie van Santa Maria. In 1918 verwierf Mgr. Vuylsteke twee stukken grond waarop in 1925 een schoolkerk werd gebouwd. Pater Leo van Hegelsom O.P. was belast met de bouw en Francisco Daal was de aannemer. Op 1 november 1925 werd de eerste mis opgedragen in de schoolkerk die aan “Onze Lieve-Vrouw van Goede Raad” (Mama di Bon Konseho) werd opgedragen. In de kerk, die toen nog ressorteerde onder de parochie van Santa Maria, werd elke maand een mis opgedragen.
Twee jaar later, in 1927, werd de pastorie en het zusterhuis gebouwd. Nadat de zusters van Roosendaal in 1954 waren vertrokken heeft dit gebouw nog enige jaren dienstgedaan als kleuterschool.
In 1928 werd begonnen aan de bouw van een houten kerkgebouw ten zuiden van de pastorie. De fundamenten waarop het houten gebouw heeft gestaan en resten van de houten vloer zijn nog aanwezig. Een stuk terrein ten noorden van het schoolgebouw werd afgezet voor een kerkhof. Naast de houten kerk stond een ijzeren klokkentoren met een klok van de Nederlandse firma Eysbouts.
Met de bouw van het huidige stenen kerk is in 1937 begonnen. De architect was de heer Nooyen, onderwijzer aan de ambachtsschool St. Jozef. De firma Rijsdijk was de aannemer. Op 20 januari 1938 is de nieuwe kerk van Jandoret ingewijd.
Door de aanleg van Julianadorp en het gesloten karakter van deze Shell-wijk, kreeg het complex van de parochie van Jandoret een geïsoleerde ligging.
Het historische complex ligt op korte afstand ten noorden van de Weg naar Bullenbaai en bestaat uit de kerk, de pastorie, het voormalige zusterhuis en de voormalige schoolkerk.
Beschrijving
Kerk
Een gebouw bestaande uit een langgerekt bouwlichaam met aan het oostelijke uiteinde een lagere, rechthoekige uitbouw aan weerszijden. Aan de westzijde een centraal geplaatste vierkante klokkentoren, die grotendeels in het schip van de kerk is gebouwd. De hoofdnok is oostwest gericht. Het gebouw is gedekt door een zadeldak waarin aan de oostzijde de lage zadeldaken van de uitbouwen en aan de westzijde de toren steken. Het grote zadeldak wordt afgesloten door puntgevels met aan de westzijde de toren. De klokkentoren heeft een steil zadeldak met de nok in het verlengde van de hoofdnok. De daken van het schip en de rechthoekige uitbouwen aan de oostzijde hebben een overstek met een aangehangen goot. Het zadeldak van de toren heeft een overstek aan vier zijden. De daken zijn gedekt met rode kruispannen en de nokken zijn voorzien van nokvorsten.
De gevels zijn gepleisterd en geverfd. Alle vensteropeningen van het gebouw zijn gepaard. Het zijn staande openingen die aan de bovenzijde eindigen in een spitsboog. Het boogveld is voorzien van glas-in-loodramen met verschillende geometrische patronen en kleuren. (1)
In de voorgevel (westgevel) een iets terugliggende, centraal geplaatste dubbele deur. Boven de deur een luifel van beton. Aan weerszijden van de deur telkens twee vensters. Onder de vensters een horizontale band die onder de vensters in de lange zijgevels en de uitbouwen wordt voortgezet. Boven de centrale deuropening een vensteropening in de vorm van een Latijns kruis. In de kruisvormige opening glas-in-loodramen. Aan weerszijden van de kruisvormige vensteropening een kleinere staande, rechthoekige ventilatieopening met shutters. Boven in de toren aan vier zijden een opening in de vorm van een spitsboog, die gedeeltelijk is dichtgezet met een balustrade van steen. In de zuidelijke en noordelijke lange gevels telkens zes gepaarde vensteropeningen. In het westelijke uiteinde van de zuidelijke en noordelijke lange gevels een deur.
Voor de dubbele deur aan de voorgevel (westgevel) een brede stoep die door middel van enkele treden toegankelijk is. Voor de deuren in de zijgevels eveneens een stoep met enkele treden van steen.
In de achtergevel is een uitsparing in de vorm van een Latijns kruis. (2)
In de beide uitbouwen: aan de westzijde een deur, in de kopse zuid- en noordzijde twee gepaarde vensters en in de top van de gevels een staande ventilatieopening met shutters.
Het interieur van de kerk is nagenoeg oorspronkelijk. De vloeren zijn bedekt met cementtegels met uitzondering van de plaats waar de kerkbanken zijn geplaatst. (3) De houten en gebogen spantenconstructie die het dak draagt is in het zicht en is vanaf de vloer opgebouwd. De spanten zijn samengesteld uit gelijmde houten delen en zijn een Nederlands fabricaat. Door de forse afmetingen maakt deze constructie deel uit van de geleding van het interieur. Het koor met het altaar is aan de oostzijde van het gebouw en aan de westzijde is een balkon.
De pastorie
Het huidige pand met een samengestelde plattegrond is in twee fasen tot stand gekomen. (4) De eerste fase is gerealiseerd in steen en de tweede fase in beton. De hoofdnok (de nok van de kern) ligt evenwijdig aan de nok van de kerk en is oostwest gericht. Het gebouw bestaat uit een langgerekte kern met op de uiteinden van de lange westelijke gevel twee haaks geplaatste korte vleugels. De westelijke vleugel is gerealiseerd tijdens de twee bouwperiode en is opgetrokken in beton. De oostelijke vleugel heeft een schilddak. Het schilddak van de langgerekte kern en de latere westelijke vleugel zijn afgedekt door schilddaken die haaks op elkaar aansluiten.
Op het zuidelijke deel van de langgerekte kern sluit nog een rechthoekig bouwlichaam, de voormalige dienstwoning met keuken, aan. Ook dit bouwdeel is afgedekt met een schilddak. De daken zijn gedekt met rode kruispannen. De nokkepers zijn van steen en op de uiteinden van de nokken staan pirons. De daken hebben een omgaande geprofileerde goot.
Het gebouw is opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag op een basement. Bij het basement is een verspringing in de gevelwand. De gevels zijn gepleisterd en geverfd. Alle openingen zijn voorzien van shutterramen of paneeldeuren met shutters. De vensteropeningen zijn staande openingen. Boven de ramen en deuren een bovenlicht met glas en een roedenverdeling. Boven de openingen waterlijsten.
In de voormalige voorgevel aan de zuidzijde een centraal geplaatste dubbele deur. Rechts naast de deur een standgoot en twee vensters. Links van de deur een liseen en een venster en een deur. (5) In de as van de centrale voormalige hoofdingang van de pastorie een trap van steen.
In de oostelijke zijgevel van de pastorie, in de kern van het gebouw, een venster en in de oostelijke vleugel twee staande vensters. (6) In de onderbouw van de kern openingen in de regenbak die onder het oostelijke gedeelte van de kern is gesitueerd.
In de korte noordelijke gevel van de oostelijke zijvleugel een venster en een (dichtgezette) deur. Voor de (voormalige) deur een rechte trap van steen. In de westgevel van de oostelijke zijvleugel een deur, een (half dichtgezet) venster en nog een venster. In de noordelijke gevel van de kern een centraal geplaatste dubbele deur met ten westen daarvan een venster en een deur. (7) In de as van de centraal geplaatste deur, tussen de uiteinden van de dwarsvleugels, een poort en een trap van steen naar het lager gelegen erf.
In de westelijke, later toegevoegde zijvleugel van beton aan de oostzijde een open galerij. In de achterliggende wand een deur. In de noordelijke korte gevel van de westelijke zijvleugel een venster. In de westelijke gevel van de westelijke zijvleugel twee vensters en een boogvormige opening. In de aansluitende westelijke zijgevel van de kern een venster. In het voormalige dienstbodenverblijf in de korte noordgevel twee vensters; in de westelijke lange gevel twee vensters. (8)
Interieur: boven alle openingen een segmentboog.
Vlak bij de zuidwestzijde van de pastorie staat een klein bijgebouw met een rechthoekige plattegrond. Het is opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag en is afgedekt door een lessenaardak met de hoge zijde op het zuiden. Het dak is gedekt met rode kruispannen. De muren zijn gepleisterd en geverfd.
In de noordelijke gevelwand een deur en een venster.
Het voormalige zusterhuis
Het zusterhuis is opgetrokken in steen op een langgerekte rechthoekige plattegrond over een enkele bouwlaag op een laag basement. Het heeft een schilddak waarvan de nok evenwijdig ligt aan die van de kerk en oostwest is gericht. Het dak is gedekt met rode kruispannen, de nokkepers zijn van steen en op de hoeken van de nok staan pirons. Het dak heeft een omgaande goot met een deklijst. Op de noordoost- en zuidoosthoek is een standgoot.
De gevels zijn gepleisterd en geverfd. Op sommige plaatsen in het basement een verspringing. In de voorgevel (westgevel) een centraal geplaatste dubbele paneeldeur met aan weerszijden een staande vensteropening. (9) Alle openingen in de buitenmuren hebben een bovenlicht met een roedenverdeling en glas en aan de binnenzijde een segmentboog. Boven alle openingen een waterlijst. De hoeken van de voorgevel zijn afgezet met hoeklisenen. In de zuidelijke lange gevel vijf staande vensteropeningen en drie deuropeningen. De openingen aan deze zijde hebben onregelmatige afmetingen. In de noordelijke lange gevel vijf staande vensteropeningen en twee deuren. In de achtergevel een centraal geplaatste dubbele paneeldeur met aan weerszijden een staand venster. Voor de deur een bordes met aan de noordzijde, tegen de muur van de achtergevel, een rechte trap van steen.
Onder het achterste gedeelte van het gebouw een regenbak over de volle breedte met in het midden een dubbele boogconstructie waarop de houten vloer van het gebouw rust. De plafonds zijn afgetimmerd met kraaldelen.
Restanten van een erfafscheiding aan de westzijde en de zuidzijde.
De schoolkerk
Een gebouw opgetrokken in steen over een bouwlaag op langgerekte rechthoekige plattegrond. De nok ligt evenwijdig aan die van de kerk en in oostwest gericht. Het gebouw heeft een schilddak dat met rode kruispannen is gedekt en voorzien is van gemetselde nokkepers. Op de uiteinden van de nok aan de westzijde een wit kruis van steen aan de oostzijde een piron. Om het dak een geprofileerde gootlijst. Op de zuidwest- en noordwesthoek een standgoot. Op de zuidoosthoek sluit een aquaduct aan die de goten met de regenbak van het zusterhuis verbindt.
De gevels zijn gepleisterd en geverfd. (10) In zowel de lange zuid- en noordgevel zes dubbele deuren en zesmaal twee staande vensteropeningen naast elkaar. (11) De openingen hebben allemaal bovenlichten met een houten roedenverdeling en glas. Aan de binnenzijden hebben de openingen aan de bovenzijden een segmentboog. Alle openingen hebben waterlijsten.
De zes deuren aan beide lange gevels corresponderen met 6 klaslokalen. In de tussenwanden van de lokalen zijn “enfilade” brede dubbele deuren met bovenlichten. Deze hebben een roedenverdeling en glas en een segmentboog aan de bovenzijde. Aan de andere zijde van de tussenwanden zijn gedeeltelijk ingebouwde muurkasten. De plafonds zijn afgetimmerd met kraalschroten.
Voor de (voormalige) deuren in de lange gevels treden van steen en aan de noordelijke gevel een verspringing bij het fundament.
(Opmerkingen
- De rechthoekige vensteropeningen onder de spitsbogen waren voorzien van traditionele shutterramen.
- Het is niet bekend of hier ooit een kruisvormige vensteropening met een glas-in-loodraam was gepland zoals in de voorgevel.
- De banken stonden op een vloer van cement. Hierop zijn recentelijk witte plavuizen gelegd.
- Oorspronkelijk bestond de pastorie uit drie rechthoekige bouwvolumes die afzonderlijk met schilddaken waren afgedekt en haaks ten opzichte van elkaar geplaatst waren: de langwerpige huidige kern met aan de noordoostzijde het verblijf van de pastoor en aan de zuidwestzijde het verblijf van de dienstbode met keuken. Tegen het noordwestzijde van de kern is later een kleine vleugel van beton toegevoegd, waardoor er een U-vormige plattegrond ontstond met aan de westzijde de dienstwoning.
- De deur is door een latere aanbouw een inpandige deur geworden.
- De vensteropening in de kern is aan weerszijden vergroot en het noordelijke venster in de oostelijke zijvleugel is gedeeltelijk dichtgezet.
- Het venster en de deur maken door de latere aanbouw van de westelijke zijvleugel thans deel uit van het interieur.
- Tegen de lange oostelijke zijgevel van het bouwdeel voor de dienstbode is later een aanbouw geplaatst.
- Alle oude shutterramen en paneeldeuren met shutters zijn nagenoeg verdwenen.
- In de korte westgevel van het gebouw was vroeger de ingang van de kerk. Op een oude foto is een rechthoekige deur te zien in een (geschilderde?) boog.
- Zeer waarschijnlijk hadden de deuren panelen en waren zij evenals de ramen oorspronkelijk voorzien van shutters.)
Redengeving
Het gebouw als boven beschreven is van algemeen belang wegens schoonheid en volkskundige waarde op grond van de volgende waardestellende criteria:
- Architectuur- en cultuurhistorische waarde vanwege de traditionele bouwwijze van de pastorie, het zusterhuis en de schoolkerk.
- Architectuur- en cultuurhistorische waarde vanwege de eenvoudige en harmonische bouwwijze van het kerkgebouw met opvallende spantconstructies en glas-in-loodramen.
- Historische ensemblewaarde als complex van gebouwen uit de eerste helft van de 20e eeuw van de parochie van Jandoret.
- Cultuurhistorische en volkskundige waarde als getuigen van de katholieke missie op Curaçao.
Tot het hierboven vermelde monument behoort al hetgeen door bestemming of anderszins rechtens onroerend is.
Registratie: 21 februari 2005
Afschrift Hypotheekbewaarder: 25 februari 2005
Aanwijzingsbesluit: 20 augustus 2004
Publicatie: 20 augustus 2004
Inzage: 6 weken vanaf 20 augustus 2004