Description
Name of property:
Complex R.K. Kerk Sint Willibrordus
Characteristics:
Roman Catholic church built in stone on rectangular floor plan. Large gabled roof over nave. Lower extension of apse on east end. Front façade on west side: main entrance and a bell tower. Gothic openings with pointed arches, Gothic wooden tracery in the arches. Interior: three naves divided by arcades; open roof construction; black tiles on floor; tomb of builder of church, Father Jansen, annex memorial plate in northern aisle. Additional structures: old and new vicarage, two cisterns, flagpole foot.
Monument value:
Architectural and historical value as a late 19th-century RC church in the Neo-Gothic style; ethnographic and cultural-historical value as part of the RC mission of Curacao;
ensemble value as a coherent RC complex of a church, vicarages and cisterns in a historic setting; aesthetic value because of prominent location.
Construction date:
1884 – 1888
REGISTER OF LISTED HERITAGE
READ MORE
REGISTER VAN BESCHERMDE CULTUURHISTORISCHE ERFGOEDEREN
Complex R.K. Kerk Sint Willibrordus
Kadastrale gegevens: Deel van de eigendomsgronden van het Apostolisch Vicariaat op Willibrordus in het 3de district
Inleiding (1)
De huidige kerk van Sint Willibrordus (San Willibrordo), die in 1888 werd gewijd, is de vierde kerk op deze locatie. De plaats waar de kerk is gebouwd stond bekend onder de naam Buitenbosch (Mondi Afó). Het initiatief om een grotere en mooiere kerk te bouwen werd genomen door pater Vincent Jansen, die in 1876 op Curaçao arriveerde en de parochie Sint Willibrordus kreeg toegewezen. De toestemming voor dit initiatief werd verleend onder voorwaarde dat hij zelf voor de financiering zou zorgdragen. De architect Margrij uit Rotterdam kreeg de opdracht om een ontwerp voor de nieuwe kerk te maken in de neogotische stijl. Op 7 november 1884, de dag van de Heilige Willibrordus, werd de eerste steen van de kerk gelegd. Vier jaar later, in 1888, was de kerk gereed en vond de inwijding plaats.
In 1895 werd de toren van de kerk gerestaureerd onder leiding van pater Stephanus van de Pavert. Tevens werd de hele kerk bepleisterd, gewit en het koor werd voorzien van een vaste trap. Omstreeks 1934 is het dak vernieuwd en zijn de ramen van de absis dichtgemetseld.
Situering
Het complex is gesitueerd aan de weg die langs de zoutpannen van Rif Sint Marie in noordwestelijke richting voert naar de voormalige plantage Porto Marie.
Beschrijving
De kerk is opgetrokken in grote blokken gezaagde steen (2) op een langgerekte rechthoekige plattegrond met een middenbeuk en twee zijbeuken. Op de kopse oostzijde sluit de iets lagere aanbouw van een vijfhoekige absis aan. Op de oostelijke uiteinden van de zijgevels sluiten lage, gelijkvormige, rechthoekige aanbouwen aan. De hoofdnok en die van de absis is oostwest gericht, de nokken van de aanbouwen zijn noord-zuid gericht. De westgevel is de voorgevel met de hoofdingang en een klokkentoren. Het langgerekte schip van de kerk is afgedekt met een groot zadeldak dat is gevat tussen de westgevel met klokkentoren en, aan de oostzijde, een puntgevel met schouders en een deklijst. (3) Op de top van de puntgevel staat een kruis. Het dak eindigt aan de lange zijden in een goot op de muur; de goot heeft een geprofileerde lijst.
De absis heeft een dak met vijf schilden en een kleine horizontale nok. De dakschilden eindigen in een omgaande goot op de muur; de goot heeft een geprofileerde lijst.
De beide lage aanbouwen hebben een zadeldak dat gevat is tussen de zijgevels van de kerk en een tuitgevel met schouders. Op de tuit een verticale bekroning van steen.
Alle openingen in de kerk zijn voorzien van een spitsboog. De boogvelden zijn aan de buitengevels omgeven door een lijst van getande blokken. In de boogvelden gotische traceringen van hout. (4) Alle vensteropeningen zijn aan de onderzijde voorzien van afzaten die soms worden doorgezet op de gevels. De vensteropeningen hebben shutterramen. De kerk staat op een uitspringend basement. Aan de voorzijde van de kerk trappen van steen.
In de voorgevel een centraal geplaatste deuropening met aan weerzijden, ter plaatse van de zijbeuken, een iets kleinere deuropening. In de deuropeningen zware, dubbele opgeklampte houten deuren met duimgehengen. De gehengen hebben op de vleugels een geornamenteerd blad. In het boogveld een tracering bestaande uit drie spitsbogen. Boven de drie deuropeningen in de voorgevel een fries, bestaande uit blinde arcade van spitsbogen tussen twee horizontale lijsten. Boven de centrale deuropening een vensteropening met een shutterraam met 8 shutterkasten en een tracering van drie spitsbogen in het boogveld. Aan weerzijden van deze centraal geplaatste opening, in de zijbeuken, telkens een smalle, verticale vensteropening met opgeklampte houten luiken en een eenvoudige tracering in het boogveld. Het centrale gedeelte van de voorgevel de eindigt in de toren, De voorgevel heeft zes steunbeuren, 2 x 2 aan weerzijden van de centrale ingang en 2 x 2 op beide hoeken van de voorgevel. De steunberen steken iets uit boven het gevelvlak, zij hebben een basement en een driehoekige topbeëindiging. In deze beëindiging verspringen de afdekstenen trapsgewijs. De steunberen zijn geleed door horizontale banden die op regelmatige afstanden zijn geplaatst.
De toren, waarvan de onderbouw in het middenschip van de kerk staat, heeft een rechthoekige plattegrond en is afgedekt door een zadeldakje met pannen. (5) De nok is oostwest gericht. Het zadeldak is gevat tussen twee uitkragende, driehoekige, omlijste topvelden. Het voorste topveld maakt deel uit van de voorgevel en heeft een kruis op de top. (6) De dakschilden eindigen aan de beneden zijde in een geprofileerde gootlijst. Op de hoeken van de toren 4 x 2 steunbeerachtige verdikkingen met een horizontale geleding. Op de klokkenverdieping van de toren galmgaten aan vierzijden, drie aan de voor- en achterzijde en twee aan de zijkanten. De gaten hebben spitsbogen en zijn voorzien van galmborden. (7) Onder de galmgaten afzaten.
De zijgevels hebben vijf spitsboogvensters met shutterramen en afzaten – zowel binnen als buiten – en een gotische tracering (een vierpas en tweemaal die lobben) in de boogvelden (8). De shutterramen hebben 2 x 2 shutterkasten. Beide zijgevels hebben zes steunberen, met een verspringing en schuin afgewerkte, gelaagde bovenzijden. (9)
De achtergevel heeft aan weerzijden van de absis telkens twee smalle, verticale vensters met spitsboog. Onder de vensters een afzaat die op de resterende muur wordt doorgezet. Op de uiteinden van de achtergevel telkens een steunbeer met een verspringing en afgeschuinde, gelaagde bovenzijden.
Op de achtergevel sluit een vijfhoekige absis aan met vijf vensteropeningen die in twee delen zijn opgesplitst door een horizontaal stukje metselwerk. (10) In de bovenste vensters een gotische tracering in het boogveld (vierpas en tweemaal drie lobben). Onder de vensteropeningen een afzaat die op de resterende muur wordt doorgezet. Onder in de gevelwand van de absis, centraal geplaatst, een steen in een lijstwerk ter herinnering aan de eerstesteenlegging met de tekst:
“A Dni 1884 die, 7 Nov // Primum Lapidem Posuit // Vincentius Jansen”
De aanbouwtjes aan de noord- en zuidzijde [respectievelijk de sacristie en een bergruimte] hebben aan de kopse noordzijde een centraal geplaatste deuropening en aan de kopse zuidzijde een vensteropening. In beide topvelden een ronde ventilatieopening die is omgeven door een geprofileerde lijst. Op de hoeken van de aanbouwtjes telkens 2 x 2 steunberen met een verspringing en afgeschuinde, gelaagde bovenzijden. In de zijgevels telkens twee vensteropeningen (4 x 2) met een afzaat. (11) Bij de aansluiting op de zijgevel van het schip van de kerk telkens een steunbeer (4 x 1) met verspringingen en afgeschuinde, gelaagde bovenzijden.
Interieur
Het interieur is onderverdeeld in drie beuken door arcades bestaande uit 2 x 6 spitsbogen op ronde kolommen die voorzien zijn van een geprofileerd kapiteel en een geprofileerd basement. Tegen de ronde kolommen zijn 4 colonnetten geplaatst op regelmatige afstanden. De arcade eindigt – op de respectievelijke dwarsmuren – met halve ronde kolommen met drie colonnetten, een kapiteel en basement. In de assen van de kolommen van de arcade zijn, tegen de buitenmuren, pilasters geplaatst, bestaande uit twee verspringende verticale banden met een kapiteel en basement. Hierop is om en om een rood Grieks kruis geschilderd.
De kapconstructie is in het zicht. (12) De vloeren zijn afgedekt met zwarte plavuizen (ca. 220 x 220), deze zijn diagonaal gelegd.
De absis ligt in het verlengde van het middenschip achter een scheiboog (spitsboog). (13) De absis heeft een zesdelig graatgewelf met ribben. Op de geboorte van de gewelven telkens kapiteel en een colonnet. (14) Tegen de scheiboog een kraagstuk in plaats van een kapiteel met colonnet.
Bij de hoofdingang staat de onderbouw van de toren, waarop de scheibogen van de arcade aansluiten. De onderbouw van de toren heeft aan drie zijden doorgangen met een spitsboog, zowel op de begane grond als op de verdieping. Op de verdieping, tegenover het altaar, een balkon met een houten borstwering met aan weerszijden een blinde arcade van spitsbogen. Aan de zijkanten van de onderbouw van de toren twee steunberen. Aan de noordzijde van de onderbouw een trap van hout naar een balkon, in de noordelijke zijbeuk, met een opengewerkte borstwering van hout met een gotische tracering.
In de noordelijke zijbeuk, bij de ingang van de sacristie, het graf van pastoor Jansen. (15) Boven het graf aan de muur een gedenkteken bestaande uit een zwarte plaat van alabaster met een tekst ter nagedachtenis van de bouwheer van de kerk (16).
IN MEMORIAM
di.Fundador.di es.Misa.aki
Muij.Rev.Senor
Bicento.Guan.Agostin.Jansen
di.feliz.memoria
Nace.na.Schiedam (Holanda) dia.1 di. Juni.1850
el.a. bini.na.Curaçao.den.di.tercer.anja.di
su Sacerdocio.dia.16.di.December.1876
Despues.di.a traha.di manera.un.bon.wardador
pa.pueblo.di.S.Willlebrordo.foi.5.juni.di.1876
-1.di.Aug.1890_el.a.moeri.abordo.di
vapor.Prins.Maurits.dia.5.di.Aug.1890
sacrificando.su.mes.pa.su.pueblo.koe.el
a.stima.tantoe
Mi.roemannan.stima.Dios.hui.picar
I.practica.birtud.I.un.dia.lo.nos.ta
huntoe.trobé.den.tur.legria
na.Reino.di.cieloe
De plaat is omgeven door een rijk geornamenteerd lijstwerk van kalksteen. Het lijstwerk heeft zowel gotische als klassieke ornamenten. Aan weerzijden van de plaat een beeld van een engel onder een baldakijn. Aan de bovenzijde een driehoekig topveld (soort wimberg) met hogels en op de top een kruis met de letters A(lfa) en O(mega). In het binnenveld een medaillon met een kelk en hostie. Aan weerszijden van de driehoek twee obelisken.
De sacristie en de bergruimte worden vanuit het interieur ontsloten door een deuropening met spitsboog. In de boogvelden een gotische tracering met glas.(17) De bergruimte (aan de zuidzijde) heeft een deur van hout met duimgehengen met een geornamenteerd blad op de deur.
Inrichting
Aan de muren hangen polychrome afbeeldingen van de kruisweg geschilderd op platen van metaal. De platen zijn gevat in een raamwerk van hout met aan de bovenzijde een kruis.
In de toren hangen nog de oorspronkelijke klokken, een grote en een kleine klok.
In de kerk staat een beeld van de Heilige Willibrordus met een mijter en een model van een kerk in zijn hand. (18)
- Pastorie
Ten noordoosten van de kerk staat de pastorie die is opgetrokken in steen over een bouwlaag plus kap. De pastorie heeft een kern met aan de noordzijde een galerij, een open ruimte en een aanbouw. Hierop sluiten aan noordzijde aan een tussenbouw en een keukengebouw. (19) De kern heeft een rechthoekige plattegrond en heeft een zadeldak tussen twee tuitgevels, met een kleine topbeëindiging, en schouders. De nok is oostwest gericht.
Alle gevels zijn gepleisterd en geverfd. De vensteropeningen in de kern en galerij hebben shutterramen.
In de westelijke kopse gevel van de kern een centraal geplaatste deuropening met getoogde bovenzijde. Op de zolderverdieping, in de geveltop, een nagenoeg vierkante vensteropening. Voor de deur een rechte trap van steen. Rechts van de trap een kleine regenbak van steen op een rechthoekige plattegrond en platte lijsten op de hoeken.
De zuidgevel heeft acht staande vensteropeningen met een getoogde bovenzijde. Boven de openingen een doorgaande smalle band en een vlakke gootlijst. De gevel heeft een standgoot.
Op de noordzijde sluit een galerij, een open tussenruimte en een aanbouw aan. De galerij en de open tussenruimte hebben een lessenaardak dat aansluit op het zadeldak van de kern. De aanbouw heeft een zadeldak tussen twee puntgevels met de nok dwars op de nok van de kern. De galerij heeft aan de west- en oostzijde een brede, dubbele deur met een getoogde bovenzijde. In de noordgevel drie getoogde, staande vensteropeningen. In de kernwand van de open ruimte een deur met een getoogde bovenzijde. In de dwarsgeplaatste aanbouw een deuropening met toog en een staande vensteropening aan de westzijde en een staande, getoogde vensteropening aan de noordzijde en oostzijde.
Op de noordzijde van de galerij sluit een tussenruimte aan met een lessenaardak. De hoge zijde is op het oosten. In de westgevel een staande vensteropening. Op de tussenruimte sluit een keuken aan met een uitgebouwde fogon met schoorsteen aan de noordzijde. De keuken heeft een vierkante plattegrond en is afgedekt met een lessenaardak met de hoge zijde op het oosten. Aan de westzijde een deuropening met daarvoor een rechte stenen trap. Aan de oostzijde een staande vensteropening.
- Oude pastorie
Ten noordoosten van de pastorie staat de oude pastorie (ook bekend als het zusterhuis), die hoorde bij de derde kerk van Willibrordus. (20) Het is een rechthoekig gebouw, opgetrokken in steen over een bouwlaag en een kap. Het gebouw heeft een langgerekte kern met galerijen aan lange zijden. De kern heeft een zadeldak, de galerijen hebben lessenaarsdaken. Het zadeldak is gevat tussen twee tuitgevels. De nok is oostwest gericht. (21) De gevels zijn gepleisterd en geverfd.
- Kleine regenbak
Ten noorden van de kerk staat een kleine regenbak. (22) Deze is opgetrokken in steen over een rechthoekige plattegrond. De regenbak is afgedekt met een zadeldak gevat tussen twee tuitgevels met schouders. De nok is noord-zuid gericht. De gevels zijn gepleisterd en geverfd. Aan de noordzijde een tapopening en aan de westzijde een schuinoplopende steunbeer. (23)
Op zuidoostzijde van de regenbak sluit een klein bijgebouwtje aan met een lessenaardak. De hoge zijde is op het oosten. Aan de oostzijde twee deuropeningen, aan de zuidzijde een kleine, staande vensteropening.
- Grote regenbak
Ten zuidoosten van de kerk staat een grote regenbak. Deze is opgetrokken in steen op een rechthoekige plattegrond. De regenbak heeft aan de west- en oostzijde een puntgevel. (24) De regenbak is gepleisterd en geverfd. In het midden van de noordzijde is een tapopening met een trede. De regenbak is voorzien van steunberen met een schuin afgewerkte, gelaagde bovenzijden. In de bak is een verspringing. Er zijn overloopgaten.
- Voet vlaggenmast
Ten oosten van de kerk staat het restant van een voet van een vlaggenmast. (25)
(Opmerkingen:
- De informatie van de inleiding is ontleend aan een artikel van ir. Anita van Loon en ir. Enid Lucasius (zie literatuur).
- Om de steen te kunnen zagen heeft pastoor Jansen een speciale zaag gemaakt.
- De daken zijn afgedekt met golfplaten. De oorspronkelijke afdekking bestond uit pannen.
- Sommige traceringen zijn er niet meer. Oorspronkelijk waren de traceringen in de boogvelden voorzien van gekleurd glas.
- De oorspronkelijke afdekking van het zadeldak bestond waarschijnlijk uit dakpannen. Deze zijn vervangen door VH-pannen.
- In het topveld was oorspronkelijk een rond lijstwerk waarin het uurwerk van de kerk geplaatst zou worden. Dit uurwerk is nooit geplaatst.
- De galmgaten aan de achterzijde (oostzijde) zijn recentelijk dichtgezet met sierblokken.
- Sommige gotische traceringen zijn vervangen door een rechte roeden.
- Op de noordelijke gevel sluit een lage, rechte muur met een doorgang aan. De muur eindigt op de westelijke gevel van een regenbak. Het is niet duidelijk of dit oorspronkelijk zo was.
- De drie achterste vensteropeningen van de absis zijn dichtgemetseld in de jaren 1930. In het horizontale tussenstuk was een uitsparing in de vorm van drie lobben.
- Sommige vensteropeningen in de aanbouwtjes zich dichtgemetseld.
- De kapconstructie bestaat uit spanten, waarvan het horizontale deel de buitenwanden met de scheibogen verbindt. De kapconstructie dateert waarschijnlijk uit de jaren 1930.
- De indeling van het priesterkoor is in de jaren 1960 gewijzigd. Vroeger stond in de absis het altaar.
- De colonetten zijn niet tot aan de vloer doorgezet, mogelijk omdat op deze hoogte het altaar aansloot op de wanden.
- Dit is niet meer oorspronkelijk.
- De letters van de tekst waren oorspronkelijk verguld.
- Voorheen gekleurd glas.
- Delen van de oorspronkelijke inrichting, zoals het altaar en de preekstoel met klankbord, zijn niet meer aanwezig.
- Alle daken zijn afgedekt met golfplaten; de oorspronkelijke afdekking bestond waarschijnlijk uit dakpannen.
- De lessenaarsdaken sloten oorspronkelijk aan op het zadeldak.
- De daken waren afgedekt met dakpannen. Het gebouw had staande vensteropeningen met shutterramen (zie afbeelding in ‘De katholieke Illustratie’ 1883/84).
- Deze regenbak hoorde bij de derde kerk van St. Willibrordus. De kerk stond op korte afstand ten oosten van de regenbak.
- Het dakje was met pannen gedekt. Aan de zuidzijde was een staande tapopening in het topveld. De regenbak was verbonden met de standleidingen op de hoeken van de westgevel van de vroegere kerk (mogelijk door middel van een aquaduct: zie afbeelding in ‘De katholieke Illustratie’ 1883/84).
- De regenbak had een zadeldak tussen de twee puntgevels en was afgedekt met metalen platen.
- Deze was gepleisterd en geverfd.)
Redengeving:
Het gebouw als boven beschreven is van algemeen belang wegens schoonheid en volkenkundige waarde op grond van de volgende waardestellende criteria:
- Architectuurhistorische waarde als een mooi voorbeeld van een laat 19e-eeuwse RK-kerk in de neogotische stijl;
- Volkenkundige en cultuurhistorische waarde als belangrijk onderdeel van de RK-missie op Curaçao;
- Ensemblewaarde als een complex van een kerk met pastorie, voormalige pastorie en regenbakken in het historische kerkdorp Sint Willibrordus;
- Esthetische waarde vanwege de markante en prominente ligging in het landschap.
Tot het hierboven vermelde monument behoort al hetgeen dat door bestemming of anderszins rechtens onroerend is.
Registratie: 23 april 2012
Afschrift Hypotheekbewaarder: 24 april 2012
Aanwijzingsbesluit: 15 september 2011
Publicatie: 15 september 2011
Inzage: 15 september t/m 27 oktober 2011
Storende elementen:
- De golfplaten, die in de plaats zijn gekomen van de dakpannen op het zadeldak, doen afbreuk aan de monumentale waarden van de kerk.
- De dichtgemetselde vensteropeningen in de absis en de aanbouwen aan de noord- en zuidzijde.
- De sierblokken in de galmgaten ter vervanging van de galmborden.
- Het verwijderen van het gotische maaswerk (van hout) in de boogvelden van de spitsbogen.
- De golfplaten op de daken van de pastorie.
- Het gewijzigde dak van de oude pastorie, waarbij de lessenaarsdaken niet meer aansluiten op het zadeldak.
- De gewijzigde openingen in de oude pastorie.
Literatuur:
- Een Kerstgeschenk voor de arme negers van San Willibrordo, in: ‘De Katholieke Illustratie’, no 23, 17e jaargang, ’s-Hertogenbosch, 1883/84
- De nieuwe kerk te San-Willibrordo, in: ‘Amigoe di Curaçao, weekblad voor de Curaçaosche eilanden’, 5de Jaargang, No. 259, Curaçao, 15 december 1888
- Anita van Loon and Enid Lucasius, From priest to architect, An Architectural review of the Roman Catholic churches of Curacao: in: Henry E. Coomans, e.a., Building up the future form the past, Studies on the Architecture and Historic Monuments in the Dutch Caribbean, Zutphen 1990