REGISTER VAN BESCHERMDE CULTUURHISTORISCHE ERFGOEDEREN
Penstraat 22
Kadastrale gegevens: Stadsdistrict Sectie: A – nr. 185
Bouwperiode: XIXd
Vrijstaand pand aan de zuidzijde van de Penstraat gesitueerd in het midden van een brede kavel, bestaande uit een hoofdgebouw met aan achterzijde twee regenbakken en een bijgebouw in de noordoosthoek van de kavel 1).
De nok van het hoofdgebouw loopt evenwijdig aan de Penstraat, de nok van de westelijke regenbak staat loodrecht op de straat. De oostelijke regenbak heeft een lessenaarsdak 2). Het hoofdgebouw wordt gevormd door één bouwblok van twee bouwlagen onder een schilddak en heeft aan voor- en achterzijde op de verdieping een aanbouw rustend op zuilen. De aanbouw aan de voorgevel is van steen en voorzien van een gootlijst. De uitbouw aan achterzijde is van hout en wordt afgedekt door een lessenaarsdak. Deze aanbouwen zijn waarschijnlijk later tot stand gekomen.
Het dak is bedekt met de opnieuw verbeterde Hollandse pan en voorzien van nok en hoekkepers. Elk dakschild heeft één dakkapel gevat in een driehoekig fronton eindigend in een tuit en voorzien van een lichtgeprofileerde deklijst. In het fronton een staand raam met opgeklampte houten luiken. De waterlijst boven het raam loopt over de gehele breedte van het fronton.
Het terrein heeft aan westzijde en oostzijde een stenen erfscheidingsmuur. Langs de Penstraat een voetingmuur onderbroken door pilaren met een bekroning, tussen de pilaren een spijlenhek. De erfscheidingsmuur aan de Penstraat maakt in het midden een curve naar binnen toe.
De gevels zijn gepleisterd en geverfd. De voorgevel is deels betegeld. De brede geprofileerde gootlijst loopt langs alle vier de zijden van het gebouw en is opgebouwd uit een fries en een kroonlijst. Op de vier hoeken van het gebouw een standgoot, de gootlijst loopt om de standgoten heen waardoor deze sterker geaccentueerd worden.
Voorgevel: De voorgevel is gericht op het noorden. Omdat het terrein naar het zuiden toe omhoog loopt, is het gebouw aan voorzijde geplaatst op een basement. Voor de voorgevel een balkon over vrijwel de volle breedte van de gevel. Een brede uitwaaierende trap gaat naar het balkon toe. De treden van de trap zijn betegeld met marmeren tegels. Aan weerszijden van de trap een borstwering. Het balkon is voorzien van een balustrade 3) die wordt onderbroken door zuilen waarop de uitbouw van de verdieping rust. Aan weerszijden van de trap twee gekoppelde zuilen. De voorgevel van de eerste bouwlaag heeft vijf assen: centraal een deur met aan weerszijden twee ramen. De voorgevel is, over de gehele eerste bouwlaag (tot aan de band), betegeld 4). Aan de geveleinden van de voorgevel bevindt zich een standgoot.
De voorgevel wordt gedomineerd door een centraal geplaatste galerij van vijf zijden op de eerste verdieping. Deze galerij is deels van hout, deels van steen. De brede geprofileerde gootlijst van de voorgevel volgt de lijn van de galerij. De hoeken van de galerij zijn geaccentueerd door pilasters. Tussen de pilasters een borstwering. De drie zijden van deze galerij die op het noorden gericht zijn hebben grote raampartijen. In de zijde op het westen en de zijde op het oosten een deur. Aan weerszijden van de galerij een raam. De galerij wordt aan beide zijden geflankeerd door een balkon. De galerij en het balkon worden ondersteund door zuilen met een fantasiekapiteel. De ramen op de verdieping hebben geen waterlijst maar een verspringing in de gevel.
Oostelijke zijgevel: De gootlijst zet zich voort langs de gehele oostelijke zijgevel. Deze gevel heeft op de verdieping drie ramen, boven de ramen een verspringing in de gevel. Op de begane grond (van links naar rechts): (een dichtgezette) deur, raam, raam. Tussen de eerste en tweede verdieping lopen twee banden. De bovenste band loopt om de standgoot heen naar de voorgevel toe. De onderste band loopt boven de ramen van de begane grond langs. In de zuidoosthoek gaat de standgoot over in een aquaduct die naar de oostelijke regenbak voert.
Westelijke zijgevel: De gootlijst zet zich voort langs de gehele westelijke zijgevel. Deze gevel heeft op de verdieping drie ramen, boven de ramen een verspringing in de gevel. Aan de geveluiteinden een standgoot. In de zuidwesthoek gaat de standgoot over in een aquaduct die naar de westelijke regenbak voert.
Achtergevel: De gevel van de begane grond heeft links een deur 5). Op de verdieping een houten galerij over vrijwel de volle breedte van de gevel, onder een lessenaarsdak 6) aan de uiteinden rustend op twee zuilen. Oorspronkelijk betrof het hier een open galerij. De galerij wordt gevormd door een arcade met 14 getoogde bogen op smalle houten pijlers. Bij de boogaanzet telkens een kleine houten decoratie. Tussen de pijlers en houten borstwering. De huidige opvulling met shutterramen is niet origineel.
Interieur: De wanden zijn op beide verdiepingen voorzien van houten betimmering. De houten vloeren en plafonds zijn nog grotendeels aanwezig. In de voorgalerij een deur waarin glas-in-lood ramen. Op de verdieping zijn de houten wanden langs de gang aan bovenzijde voorzien van een groot tuimelraam met roedeverdeling.
Bijgebouwen:
– Twee regenbakken. Achter het hoofdgebouw staan twee regenbakken die d.m.v. een aquaduct met het hoofdgebouw verbonden zijn. Het schilddak van de westelijke regenbak is afgedekt met Oudhollandse pannen en heeft een geprofileerde gootlijst. Mogelijk heeft de oostelijke regenbak vroeger ook een schilddak en een geprofileerde gootlijst gehad en is deze later vervangen door de huidige dakbedekking.
Tussen de regenbakken een opvallend brede borstwering met halfronde bovenzijde. De borstwering loopt aan zuidzijde schuin af.
– Eén bijgebouw in de noordoosthoek van het terrein
Functie:
In 1947 werd dit gebouw aangekocht door de Stichting Fondo di Autonomia. De voorzitter van deze stichting was M.F. da Costa Gomez, beter bekend als Doktor. Doktor was in 1948 medeoprichter van de Nationale Volkspartij en had een groot aandeel in de totstandkoming en vormgeving van het Statuut, dat werd vastgesteld in 1954. Het gebouw werd ter beschikking gesteld aan de Nationale Volkspartij als partijgebouw. Het gebouw, bekend als Kas di Pueblo, is sinds de jaren veertig onlosmakelijk verbonden geweest met de NVP, tegenwoordig de Partido Nashonal di Pueblo (P.N.P.).
Opmerkingen:
1) Voorheen stond in de zuidoost hoek van de kavel ook een bijgebouw. Deze is reeds gesloopt.
2) Lessenaarsdak van de oostelijke regenbak is niet origineel. Waarschijnlijk had deze regenbak voorheen eenzelfde schilddak en gootlijst als de westelijke regenbak.
3) Deze balustrade is niet origineel, zie foto op de voorkant van het projectvoorstel uit 1990.
4) Het is niet duidelijk waarom de voorgevel betegeld is. In Europa werd in het begin van de twintigste eeuw wandtegels toegepast onder meer in verband met de hygiëne. De groene kleur van de tegels kan weliswaar ook betekenen dat ze door de P.N.P. (groene kleur van de politieke partij) zijn opgebracht, bijvoorbeeld om de effecten van zoutschade aan het oog te ontnemen.
5) Tegen de achtergevel is een latere aanbouw geplaatst. Hoogst waarschijnlijk had deze gevel vijf assen -gelijk aan de voorgevel.
6) Huidige dakbedekking is niet origineel.
Redengeving:
Gebouw als boven beschreven van algemeen belang wegens schoonheid, volkskundige waarde en betekenis voor de wetenschap en geschiedenis van het land op grond van de volgende waardestellende criteria:
– Architectuurhistorische en esthetische waarde wegens het eind 19-eeuwse, classicistische karakter van het huis;
– Architectuurhistorische en kunsthistorische waarde wegens de aanwezigheid van een voor- en achtergalerij en de detaillering hiervan;
– Volkskundige waarde wegens de functie gedurende een halve eeuw als partijgebouw van de Nationale Volkspartij, de huidige Partido Nashonal di Pueblo;
Aanwijzing Besluit: 31 mei 1995
Publicatie: 16 juni 1995
Inzage: 16 juni 1995