REGISTER VAN BESCHERMDE CULTUURHISTORISCHE ERFGOEDEREN
Scharlooweg 43 – 49 – Scharloo
Kadastrale gegevens: Stadsdistrict Sectie: A – nr. 2410
“Op een groot erf ten noorden van de Scharlooweg, genaamd “”Swaen””, ligt een hoofdgebouw, dat uit drie aaneengebouwde panden bestaat met daarachter en langs de oost- en westgrens van het erf bijgebouwen.
Hoofdgebouw: de nokken van het hoofdgebouw lopen evenwijdig aan deScharlooweg. De nokken van de uitbouwen tegen de voor- en achtergevel staan loodrecht op de Scharlooweg. De huizen werden als drie identieke symmetrische panden gebouwd, welke symmetrie echter verbroken werd toen aan het westelijk pand een verdieping werd toegvoegd, terwijl de daken van de uitbouwen vervangen werden door een balkon (1).
Scharlooweg 43: nagenoeg vrijstaand pand, met de nokken evenwijdig aan de Scharlooweg. Twee bouwlagen met kap. Twee naast elkaar gelegen schilddaken, gedekt met gesmoorde oudhollandse pannen.
Gevels: lijstgevels met brede eenvoudig geprofileerde gootlijst. Gepleisterde en geverfde gevels.
Voor- en achtergevel: op de verdieping centraal geplaatst een deurmet driedelig bovenlicht, die toegang geeft tot het balkon op de uitbouw tegen voor- en achtergevel. Aan beide zijden van de deur twee staande vensters, aan de voorzijde voorzien van schuiframen met roedeverdeling, en aan de achterzijde van houten shutterramen. Op de begane grond links en rechts van de uitbouw een staand venster, aan de voorzijde voorzien van houten luiken (1), en in de zijmuren van de uitbouw ook telkens één staand venster, met schuiframen. Centraal in de voorgevel van de uitbouw een deur met driedelig bovenlicht. Ter hoogte van de verdiepingsvloer loopt langs voor- en achtergevel nog de oorspronkelijke brede, eenvoudig geprofileerde gootlijst, die aansluit bij de gootlijst van Scharlooweg 45 en 47. Tegen de achtergevel een gemetselde standgoot. De balkons op de uitbouwen hebben een hek van uitgezaagde houten spijlen tussen stenen pilaartjes, waarvan aan de voorzijde nog één met marmeren dekplaat.
Oost- en westgevel: op de verdieping vier staande vensters met houten shutterramen. In de westgevel is de aftekening te zien van de twee oorspronkelijke zadeldaken (1).
Bijgebouw: op de noordwestelijke hoek van het balkon wordt het hemelwater via een aquaduct naar de regenwaterbak gevoerd in het langwerpige bijgebouw ten noorden van het hoofdgebouw. De nok van dit bijgebouw staat loodrecht op de Scharlooweg. Het is gedekt met een zadeldak, dat ingesloten ligt tussen twee puntgevels met aan de noordzijde twee ronde gaten als overloop. In de zuidgevel een oculus. Het dak is gedekt met gesmoorde oudhollandse pannen. In het oostelijk dakschild een dakkapel met lessenaarsdak. Lijstgevels met smalle ongeprofileerde gootlijst.
Scharlooweg 45 en 47 (2): de opzet van deze panden is hetzelfde als van Scharlooweg 43.
Scharlooweg 45 is aaneengebouwd en Scharlooweg 47 is nagenoeg vrijstaand. De hoofdnokken lopen evenwijdig aan de Scharlooweg, de nokken van de uitbouwen staan loodrecht op de Scharlooweg. Eén bouwlaag met kappen. Beide panden hebben twee naast elkaar gelegen zadeldaken, waar aanvoor- en achterzijde de zadeldaken van de uitbouwen insteken. De zadeldaken van de hoofdgebouwen liggen ingesloten tussen puntgevels; in de oostgevel van Scharlooweg 47 centraal in elke puntgevel een gepleisterd oculus. De zadeldaken van de uitbouwen worden afgesloten met een puntgevel met een centraal geplaatst liggend venster, waarboven een ongeprofileerde waterlijst en een oculus met gepleisterde siermotieven (3). Scharlooweg 45 is gedekt met rode oudhollandse pannen, Scharlooweg 47 met grijze kruispannen.
Gevels: lijstgevels met brede eenvoudig geprofileerde geheel omgaande gootlijsten, waarachter de puntgevels van de oostgevel van Scharlooweg 47 en van de uitbouwen staan. Gepleisterde en geverfde gevels.
Voor- en achtergevel: centraal in de voorgevel van de uitbouwen aan de buitenzijde houten paneeldeuren met driedelig bovenlicht enals binnendeuren paneeldeuren met houten shutters. In de achtergevel paneeldeuren met houten shutters. In de muren aan weerszijden van de uitbouwen een staand venster, evenals in de zijmuren van de uitbouwen. Aan de voorzijde met luiken en schuiframen, uitgezonderd het venster links van de uitbouw, waar houten shutterramen in zitten. In de achtergevel met houten shutterramen.
Oostgevel Scharlooweg 47: twee staande vensters, het linker met schuifraam met roedeverdeling, het rechter met houten shutterramen.
Achter beide panden een vrijstaand bijgebouw, met de nok loodrechtop de Scharlooweg. Zadeldak, dat ingesloten ligt tussen twee puntgevels, met centraal in de zuidgevel een oculus en in de noordgevel twee ronde overloopgaten van de waterbak. Aan de zuidkant twee door het dakvlak stekende schoorstenen. Vanaf de uitbouwen tegen de achtergevel van het hoofdgebouw twee aquaductennaar het bijgebouw.
Tussen de beide regenbakken een bijgebouwtje van één bouwlaag met kap met lessenaarsdak.
Erfafscheiding: de erven van de afzonderlijke panden zijn aan de voorkant van het omringende terrein en van elkaar gescheiden door stenen pilaren met daartussen houten spijlenhekken, en in de as van elk pand een toegang, en aan de achterkant door stenen muren (4), met ten westen van de oostelijke regenbak en ten oosten van de westelijke regenbak een poort met een puntgeveltje.
Aan de westzijde van het erf liggen voormalige dienstwoningen tegen de erfafscheiding, in de vorm van een langgerekt nagenoeg vrijstaand pand, de nok loodrecht op de Scharlooweg. Eén bouwlaag met kap. Boven de kern half schilddak, met aansluitend aan de achterzijde lessenaarsdak met overstekend dakvlak. Het zadeldak wordt aan de noordzijde afgesloten met een puntgevel. Gedekt met rode oudhollandse pannen. Gepleisterde en geverfde gevels.
Voorgevel (oostgevel): elk pandje heeft een centraal geplaatste deur en links en rechts een staand venster, met waterlijsten.
Tegen de zuidgevel van het langgerekte pand staat een gebouwtje met een regenbak, de nok evenwijdig aan de Scharlooweg. Eén bouwlaag met kap. Zadeldak, met aan de oostzijde een puntgevel met centraal geplaatst staand venster met waterlijst en oculus boven het venster, links en rechts onder het venster een overloop. Zuidgevel: lijstgevel met rechte gevelafsluiting zonder gootlijst. Tegen deze gevel twee forse steunberen.
Aan de oostzijde ligt een tweede reeks, onderling aaneengebouwde voormalige dienstwoningen, met de nok, respectievelijk hoge zijde van het lessenaarsdak loodrecht op de Scharlooweg.
Deze reeks dienstwoningen bestaat uit: aan de noordzijde twee pandjes met elkeen zadeldak dat tussen twee puntgevels ligt ingesloten, met centraal in de noord- en zuidgevel een oculus. Rode oudhollandse pannen. Elk aan de westzijde een door het dakvlak stekende schoorsteen. Gepleisterde en geverfde gevels.
Westgevel: elk een deur met links en rechts een staand venster. In de noordgevel van het noordelijke pand een staand venster. In de oostgevel van beide pandjes ventilatie-openingen en in het noordelijke pand twee vensters, een staand en een vierkant.
Aansluitend tegen de zuidgevel een reeks van vier pandjes, met lessenaarsdak, gedekt met rode oudhollandse pannen. Elk aan de westzijde een door het dakvlak stekende schoorsteen. Gepleisterde en geverfde gevels.
Het meest zuidelijke pand heeft in de westgevel een staand venster met enkelvoudig opgeklampt houten luik en in de zuidgevel een houten deur. In de oostgevel van elk pandje een staande ventilatie-opening. (5)
(Opmerkingen:
(1) Het idee dat Scharlooweg 43 op dezelfde wijze was opgezet als Scharlooweg 45 en 47, is gebaseerd op de gootlijst, die bij Scharlooweg 43 tot lijst tussen verdieping en begane grond is geworden, en op de “”aftekening”” van de beide zadeldaken in de westgevel.
2) Scharlooweg 45 is in opzet gelijk aan Scharlooweg 47, heeft ook dezelfde gevelindeling wat betreft venster- en deuropeningen, maar mist vrijwel alle houten shutter- en schuiframen, en deuren.
(3) Het zadeldak van de uitbouw aan de achterzijde van Scharlooweg 47 steekt niet in het hoofddak, maar ligt ingesloten tussen twee puntgevels.
(4) Zowel muren als hekken als poorten zijn nog maar ten dele aanwezig.
(5) Deze huidige ventilatie-openingen waren vensteropeningen, die opgevuld zijn met sierblokken.)
Redengeving:
Gebouw als boven beschreven van algemeen belang wegens schoonheid en volkskundige waarde op grond van de volgende waardestellende criteria:
– architectuurhistorische waarde wegens onder meer de karakteristieke detaillering, bestaande uit brede gootlijsten, puntgevels, oculi met gepleisterde siermotieven, houten hekken en pilaren;
– architectuurhistorische en cultuurhistorische waarde daar dit één van de laatste voorbeelden betreft van kleine eenvoudige woningen op Scharloo;
– monumentale ensemblewaarde daar het onderdeel vormt van een groter te beschermen stedebouwkundig geheel.
Tot het hierboven vermelde monument behoort al hetgeen dat door bestemming of anderszins rechtens onroerend is.”
Registratie: 1995-03-31
Afschrift Hypotheek: 1995-04-21
Aanwijzing Besluit: 1995-02-13
Publicatie: 1995-03-01
Inzage: 1995-03-02