Description
Name of property:
Plantersrust
Characteristics:
Large symmetrical complex on an elevated platform located on walled-in premises. Former Military Hospital with separate units interconnected by galleries. Main building in front (former doctor’s residence), six pavilions (infirmaries) and rear structures. Additional structures on west side such as surgery, kitchen and cistern. Pavilions have heavy profiled cornice and hipped roofs over core area and lean-to roofs over surrounding galleries.
Monument value:
Architectural historical value because of the symmetrical set-up and the sound construction of the complex; ditto, because of the classical style of the main building and the colonial-style pavilions; cultural historical value as a late 19th century military hospital; monumental ensemble value because of the coherence of the buildings.
Construction date:
1892
REGISTER OF LISTED HERITAGE
READ MORE
REGISTER VAN BESCHERMDE CULTUURHISTORISCHE ERFGOEDEREN
Plantersrust
Kadastrale gegevens: rest meetbrief nr. 10/1958
Inleiding
Plantersrust is de naam van een voormalige plantage op deze locatie. Het complex is ontworpen en gebouwd als een militair hospitaal door het Bouwdepartement van de Kolonie. In het hospitaal werden ook burgers opgenomen. Het complex heeft tot 1923 als ziekenhuis dienstgedaan, waarna het hoofdgebouw, de paviljoens en het keukengebouw voor bewoning geschikt zijn gemaakt. Plantersrust is een van de grote historische complexen op het eiland met een zeer hoge monumentale waarde. Het hoofdgebouw is opgetrokken in neoclassicistische stijl. De paviljoens vertonen duidelijke overeenkomsten met de Britse en Nederlandse koloniale architectuur respectievelijk in het Caribische gebied en in voormalig Oost-Indië.
Het complex is gesitueerd op een ommuurd stuk terrein ten westen van de Weg naar Welgelegen en ten noorden van de Charoweg.
De bebouwing van Plantersrust bestaat uit een hoofdgebouw (Plantersrust 8), dat heeft gediend als de woning van de chirurg, zes identieke paviljoens – de voormalige ziekenzalen – aan een binnenplaats, een paviljoen aan de achterzijde van de binnenplaats, een voormalige operatiekamer, een voormalig keukengebouw op een regenbak, twee bijgebouwen, een regenbak en resten van de oude erfscheidingsmuren. De hoofdverdieping van alle paviljoens, het keukengebouw en de operatiekamer liggen op hetzelfde niveau en zijn door middel van galerijen met elkaar verbonden.
Beschrijving
Plantersrust 8
Het hoofdgebouw staat boven op een licht hellend terrein aan de westzijde van de Weg naar Welgelegen. Het heeft een rechthoekige plattegrond met een middenrisaliet aan de voorzijde en een open galerij aan de zuid- en aan de westzijde. De nokken van het hoofdgebouw zijn nagenoeg noord-zuid georiënteerd en liggen schuin op de Weg naar Welgelegen. Het huis is opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag op een hoog basement. Het rechthoekige deel van het huis is afgedekt door drie schilddaken met pirons. (1) De middenrisaliet heeft een zadeldak dat in het aangrenzende schilddak steekt en aan de voorzijde wordt afgesloten door een fronton. Op de noordoostelijke hoek van het achterste schilddak een schoorsteen. De open galerijen hebben lessenaarsdaken waarvan de hoge zijden aansluiten op de kern. De lessenaarsdaken hebben een goot van zink en zijn met zwarte kruispannen gedekt. De onderzijden van de lessenaarsdaken zijn afgetimmerd met brede houten delen.
De gevels zijn gepleisterd en geverfd. De kern van het huis heeft een omgaande goot en een geprofileerde kroonlijst die langs de middenrisaliet wordt voortgezet. Tussen de hoofdverdieping en het basement eveneens een omgaande lijst die langs de zuidelijke galerij wordt voortgezet. Op alle hoeken hoekblokken van pleisterwerk. De voorgevel: in de middenrisaliet de hoofdingang bestaande uit dubbele paneeldeuren met daarachter dubbele shutterdeuren en bovenlicht (oorspronkelijk) met shutters. In het fronton boven de ingang een grote, geprofileerde oculus met aan weerzijden een horizontale band. Het fronton heeft een vierkante bekroning. De hoofdingang wordt vanuit het lager gelegen terrein ontsloten door een uitzwenkende trap van steen met een gesloten borstwering met een geprofileerde bovenzijde. De borstwering eindigt in een kolom met profilering aan de bovenzijde en een tentdakvormige bekroning. In de dwarsmuren van de risaliet telkens een venster. Alle vensters in de voorgevel zijn staande vensters met shutterramen en een bovenlicht (oorspronkelijk) met shutterramen. De vensters hebben een omlijsting van pleisterwerk. De voorgevel heeft aan weerszijden van de middenrisaliet telkens twee vensters. Het basement heeft een verspringing met een profiel. Boven de verspringing ronde ventilatieopeningen. Onder de verspringing rustica bestaande uit regelmatige schijnblokken en schijnvoegen van pleisterwerk. Geheel links in het basement een nagenoeg vierkante vensteropening (oorspronkelijk) met shutterramen.
De zuidgevel heeft op de hoofdverdieping een open galerij met acht ballustervormige kolommen die het lessenaardak ondersteunen en een houten balustrade van uitgezaagde, balustervormige latten. In het basement rustica van pleisterwerk en vijf openingen met een segmentboogvormige bovenzijde. Een opening is een doorgang. Geheel rechts in het basement een nagenoeg vierkante vensteropening met shutterramen. Op de verdieping, in de kernwand van de galerij drie deuropeningen met dubbele paneeldeuren met shutters en bovenlichten met shutters. De vloer van de galerij is van hout.
In de noordgevel op de hoofdverdieping drie staande vensters met shutterramen en bovenlichten (oorspronkelijk) met shutters. De vensters hebben een omlijsting van pleisterwerk. In het basement drie ronde ventilatieopeningen boven de rustica.
De achtergevel (westgevel) heeft op de hoofdverdieping een open galerij met houten kolommen die het lessenaardak ondersteunen en een houten balustrade van rechte plankjes met groeven. De kolommen hebben afgeschuinde hoeken. De galerij heeft een vloer van hout. In de kernwand een centraal geplaatste paneeldeur met shutters en een bovenlicht met shutterkasten. Aan weerszijden telkens twee staande vensteropeningen met shutterramen en bovenlichten met shutterkasten.
Plantersrust 5, 6, 7, 9, 10, 10a, 11 en 11a
De zes paviljoens waren oorspronkelijk nagenoeg identiek. (2) De paviljoens liggen in twee rijen van drie achter het hoofdgebouw met de nokken loodrecht op de hoofdnokken van het hoofdgebouw.
De paviljoens zijn opgetrokken in steen over een hoofdverdieping en een basement. Zij hebben een rechthoekige plattegrond bestaande uit een kern en omgaande open galerijen. De kern is afgedekt door een schilddak met omgaande goten en kroonlijsten. De galerijen hebben lessenaarsdaken die vlak onder de kroonlijsten aansluiten. De daken zijn gedekt met zwarte kruispannen. De schilddaken hebben pirons en de nok- en hoekkepers zijn afgedekt met nokvorsten. De lessenaarsdaken hebben hoekkepers van steen en omgaande goten van zink. De lessenaarsdaken zijn aan de onderzijde afgetimmerd met brede houten delen en steunen op vierkante houten kolommen met afgeschuinde hoeken. De galerijen hebben een houten balustrade van rechte, verticale plankjes met groeven. In de kernwanden zijn openingen van dubbele paneeldeuren en vensters. (3) De deuren hebben shutters en bovenlichten met shutters. De ramen hebben shutterramen en bovenlichten met shutters. In het basement aan de lange zijden, zowel in de buitenwand als in de kernwand, vijf openingen met segmentboogvormige bovenzijde. Aan de korte zijden eveneens vijf openingen met een segmentboogvormige bovenzijde. Sommige van de openingen zijn doorgangen. De basementen hebben een verspringing. In de kernwanden van het basement, in de korte zijden, ronde ventilatiegaten. Tussen de paviljoens is telkens en overdekte verbinding op gelijke hoogte van de galerijen. De afdekking bestaat uit een zadeldakje dat dwars in de lessenaarsdaken van de galerijen steekt. Het dakje is gedekt met zwarte kruispannen. Aan de onderzijden is een aftimmering van houten delen. Elk paviljoen heeft bij de overdekte verbinding een hekwerkje en een poortje van rechte plankjes met groeven.
De paviljoens hebben omgaande zinken goten die langs de zadeldaken van de verbindingen worden voortgezet. De verbindingen worden vanuit het omringende terrein en vanuit de binnenplaats ontsloten door trappen van steen.
Plantersrust 7 heeft in het basement aan de oostzijde een versiering van rustica en een rechte trap van steen met een gesloten borstwering die eindigt in twee kolommen met een geprofileerde bovenzijde. (4)
Interieurs
In sommige paviljoens zijn nog resten van oude sanitaire voorzieningen, zoals cementstenen badkuipen (onder andere bij Plantersrust 7 en 9).
Plantersrust 4
Het voormalige keukengebouw is gesitueerd op de zuidwestelijke hoek van het complex. De nok van de kap ligt evenwijdig aan die van het hoofdgebouw. Het gebouw is opgetrokken in steen over een hoog basement met regenbak en een hoofdverdieping en heeft een kap. De plattegrond is rechthoekig en bestaat uit een kern met een galerij over beide bouwlagen. De kern heeft een schilddak met zwarte kruispannen, pirons en gemetselde nok- en hoekkepers. (5) Boven de galerij is een lessenaardak dat eveneens gedekt is met zwarte kruispannen.
De gevels zijn gepleisterd en geverfd. De kern heeft een omgaande geprofileerde gootlijst. Het basement met regenbak heeft schuin oplopende muren en een verspringing. In de voorgevel (oostgevel) op de verdieping een centrale doorgang en twee vensteropeningen in de galerij. De drie openingen hebben alle een segmentboogvormige bovenzijde. In het basement, in de galerij, aan weerszijden van een centraal geplaatste trap die de verdieping ontsluit, telkens een hoge doorgang met een segmentboogvormige bovenzijde. In de kernmuur van het basement overloopgaten van de regenbak. De trap is recht en van steen en heeft een gesloten borstwering met een geprofileerde bovenzijde. De borstwering eindigt in twee kolommen met een tentdakvormige bekroning. In de achtergevel (westgevel): op de hoofdverdieping drie staande vensters en in het basement zes grote overloopgaten van de regenbak. In de zuidelijke zijgevel: in het basement een ronde ventilatieopening in de galerij en twee liggende openingen in de regenbak; op de verdieping drie staande vensters en een vensteropening en met een segmentboogvormige opening in de galerij. In de noordelijke zijgevel: in het basement twee liggende openingen en op de verdieping twee staande vensters.
Tussen de voormalige keuken op de verdieping en de galerij van paviljoen Plantersrust 5, een overdekte verbinding op twee hoge bogen. De verbinding heeft een lessenaardak met de hoge zijde tegen de galerij van Plantersrust 4. Het lessenaardak is gedekt met rode kruispannen.
Plantersrust 12
De voormalige operatiekamer ligt ten westen van het noordwestelijke paviljoen Plantersrust 11. De nok ligt dwars op de hoofdnokken van het hoofdgebouw. Het gebouw is opgetrokken in steen op een rechthoekige plattegrond over een basement en een hoofdverdieping en is afgedekt door een schilddak. Het dak heeft een overstek en een omgaande goot. Het dak is gedekt met zwarte Oudhollandse dakpannen en heeft pirons; de nok en hoekkepers zijn van steen. De gevels zijn gepleisterd en geverfd. Op de hoofdverdieping: aan de oostzijde de ingang, bestaande uit een brede, dubbele houten paneeldeur en een hoge, staande vensteropening met oude duimgehengen. In de noordgevel: twee hoge, staande vensteropeningen – met duimgehengen en ijzeren haken om luiken vast te zetten – en een grote, nagenoeg vierkante vensteropening; in het basement twee halfronde openingen. In de westgevel: een grote, nagenoeg vierkante vensteropening; in het basement een deur. In de zuidgevel vier hoge, staande openingen; in het basement twee halfronde openingen.
Het gebouw is door middel van een overdekte open galerij verbonden met de galerij van paviljoen Plantersrust 11. De overdekte galerij heeft een zadeldakje met zwarte Oudhollandse dakpannen en een nokkeper van steen. Aan weerszijden van het dakgoten van zink. Het dak rust op houten kolommen waartussen balustrades zijn geplaatst. De kolommen hebben afgeschuinde hoeken en de balustrade heeft verticale houten planken met groeven. Het zadeldak sluit aan boven de ingang van de operatiekamer en steekt in het lessenaardak van de galerij van paviljoen Plantersrust 11.
Plantersrust 13
Dit gebouw sluit de binnenplaats – die gevormd wordt door het hoofdgebouw en de zes paviljoens – aan de westzijde af. (6) De nok van de kap ligt evenwijdig aan de hoofdnokken van het hoofdgebouw. Het gebouw is opgetrokken in steen over een basement en een hoofdverdieping. De plattegrond bestaat uit een langgerekte kern met een galerij aan de oostzijde en de zuidzijde. De kern heeft een schilddak met zwarte kruispannen, nokvorsten en pirons en heeft een omgaande kroonlijst. De galerijen zijn afgedekt door lessenaarsdaken die gedekt zijn door zwarte kruispannen. Aan de zuidzijde in het basement (dichtgezette) boogvormige openingen. Aan de westzijde een trap van steen met een gesloten borstwering.
Op de zuidwestzijde van het gebouw sluit op het basement een aanbouw aan. Deze heeft een T-vormige plattegrond en is opgetrokken in steen over een bouwlaag. De gevels zijn gepleisterd en hebben ronde ventilatieopeningen.
Plantersrust 14
Een huisje (de voormalige functie is (nog) niet bekend) gesitueerd op de noordwestelijke hoek van het complex. De nok ligt evenwijdig aan de hoofdnokken van het hoofdgebouw. Het is opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag. Het heeft een rechthoekige plattegrond en is afgedekt door een schilddak. Op de westelijke gevel sluit een oven met een hoge schoorsteen aan. De gevels zijn gepleisterd en geverfd. Aan de bovenzijden een omgaande, geprofileerde gootlijst. In de westelijke gevel twee deuren met bovenlichten; in de bovenlichten shutters. In noordelijke gevel een staand venster en een deur. In de zuidelijke gevel twee staande vensters. In de oostelijke gevel een staand venster en twee deuren. (7) Tegen de westelijke gevel staan de schoorsteen en de oven, beide van IJsselstenen. De opening van de oven is aan de westzijde.
Plantersrust z.n.
Op enige afstand ten westen het complex, tegen de erfscheidingsmuur, staat een vrij hoog bijgebouw waarvan de oorspronkelijke functie (nog) niet bekend is. De nok ligt schuins ten opzichte van de hoofdnokken van het hoofdgebouw. Het gebouw is opgetrokken in steen op een rechthoekige plattegrond over een enkele bouwlaag en heeft een zadeldak. Het dak is gevat tussen puntgevels en is gedekt met Oudhollandse dakpannen. De gevels zijn gepleisterd en geverfd. In de zuidelijke gevelwand een hoge dubbele deuropening. In de toppen van de puntgevels een kleine ventilatieopening.
Regenbak
Ten noordwesten van paviljoen Plantersrust 11, staat een regenbak. De bak ligt gedeeltelijk onder het grondoppervlak. Hij is opgetrokken in steen op een nagenoeg vierkante plattegrond en is ca. 1,5 m hoog. Hij is gepleisterd. Aan de zuidzijde een centraal geplaatste rechte trap van steen. Aan de oostzijde vier overloopgaten. (8)
Erfscheidingsmuren
Aan de noord, west en zuidzijde van het complex zijn de oorspronkelijke erfscheidingsmuren grotendeels behouden. In de erfscheidingsmuur aan de westzijde (achterzijde) zijn restanten van kolommen van een voormalige poort. De kolommen hebben een geprofileerde tentdakvormige bekroning.
(Opmerkingen
- De oorspronkelijke dakbedekking is vervangen. Deze was zeer waarschijnlijk gelijk aan de dakbedekking van de paviljoens.
- Bij de beschrijving is uitgegaan van de oorspronkelijke situatie.
- De openingen zijn niet bij alle paviljoens helemaal gelijk. De meest voorkomende indeling is: aan de lange zijden een deur, venster, deur, venster, deur; aan de korte zijden een brede deur.
- Dit paviljoen wijkt enigszins af van de andere wat betreft de openingen in de kern en de oorspronkelijke indeling van het interieur. Mogelijk was dit paviljoen bestemd voor officieren.
- Op de zuidwesthoek van het schilddak stond vroeger een hoge schoorsteen.
- Dit gebouw is in de loop der jaren ingrijpend gewijzigd: de galerijen zijn dichtgezet, de openingen zijn verkleind, aan de westzijde is er een uitbreiding tegen het basement geplaatst en op de aanbouw aan de westzijde is een overdekt terras aangelegd.
- De vensteropeningen waren oorspronkelijk voorzien van shutterramen; de deuren hadden panelen in de onderste helft en shutters in het bovenste deel.
- De afdekking is thans van beton; wat de oorspronkelijke afdekking is geweest is niet bekend.)
Redengeving
Gebouw als boven beschreven is van algemeen belang wegens schoonheid en volkskundige waarde op grond van de volgende waardestellende criteria:
- architectuurhistorische waarde wegens de classicistische stijlkenmerken van het hoofdgebouw en de ‘koloniale’ architectuur van de paviljoens;
- architectuurhistorische waarde vanwege de symmetrische rangschikking en de zeer zorgvuldige bouwwijze van het complex;
- cultuurhistorische waarde als militair hospitaal uit het einde van de 19e-eeuw;
- monumentale ensemblewaarde vanwege de samenhang van een groot aantal gebouwen en bouwwerken uit een zelfde periode op een perceel dat verder onbebouwd is gebleven.
Tot het hierboven vermelde monument behoort al hetgeen door bestemming of anderszins rechtens onroerend is.
Registratie: 2003-01-20
Afschrift Hypotheekbewaarder: 2003-01-23
Aanwijzingsbesluit: 2002-10-07
Publicatie: 2002-10-07
Inzage: gedurende 30 dagen vanaf 2002-10-07
Storende elementen
Sommige paviljoens zijn de loop der jaren nogal ingrijpend gewijzigd door de bewoners die de gebouwen huurden. Deze wijzigingen doen ernstig afbreuk aan de monumentale waarden van dit monument. Met name de open galerijen en basementen waren kenmerkend voor de bouwstijl van dit complex. Deze zouden dan ook weer in hun oorspronkelijke staat hersteld moeten worden.