REGISTER VAN BESCHERMDE CULTUURHISTORISCHE ERFGOEDEREN
A. M. Chumaceiro Bulevar 13 – Scharloo
Kadastrale gegevens: Stadsdistrict Sectie: A – nr. 924
“Vrijstaand pand (1), bestaande uit een hoofdgebouw met aan de noordzijde een uitbouw, en aan de oostzijde twee aanbouwen, te weten een voormalige regenbak en een voormalig koetshuis. De nokken van het hoofdgebouw en van de regenbak lopen evenwijdig aande A.M.Chumaceiro Boulevard; de nokken van de uitbouw en van het koetshuis staan loodrecht op de A.M. Chumaceiro Boulevard.
Hoofdgebouw: twee bouwlagen met kappen; aanbouwen: één bouwlaag met kappen. Het hoofdgebouw bestaat uit een kern omringd door een galerij aan de zuid-, west- en oostzijde. Boven de kern zadeldak, met aansluitend lessenaarsdaken boven de galerijen. Loodrecht op het midden van het zuidelijke dakvlak van het zadeldak boven de kern een tweede zadeldak, dat aan de zuidzijde afgesloten wordt door een in- en uitzwenkende topgevel. De noordelijke uitbouw is voorzien van een zadeldak dat op de raakpunten in het dak van de kern overloopt. Op het zadeldak van de kern en op het zadeldak vande uitbouw tweemaal twee dakkapellen. Alle dakkapellen, met uitzondering van de dakkapellen aan de zuidzijde (2), zijn driehoekige dakkapellen met 19e-eeuwse topbeëindiging en geprofileerde doorlopende deklijst. Centraal geplaatst in iedere dakkapel een nagenoeg vierkant venster. De regenbak is voorzien van twee naast elkaar gelegen zadeldaken, het koetshuis is voorzien van een zadeldak. Alle daken gedekt met geglazuurde oudhollandse pannen.
Gevels: gepleisterde en geverfde gevels (3).
Zuidgevel: lijstgevel met geprofileerde gootlijst (4), die zich langs de oost- en noordgevel voortzet. De gevel wordt boven de gootlijst bekroond door een in- en uitzwenkende topgevel. Deze topgevel heeft zware krullen en topbekroning in de vorm van een pijnappel. In de top een centraal geplaatst klein venster met daaronder een staand venster. Op de verdieping een centraal geplaatste deur (5): voor deze deur een terras met aan weerszijden een trap naar de voortuin. Trap en terras zijn geplaveid met gele IJsselstenen en vingerkoralen die een motief vormen (6). Het terras rust op een korfboog met aan weerszijden een gecanneleerde pilaster op basement met bladversiering in de zwikken. Op de begane grond onder de korfboog een deur, in de gevel aan weerszijden van de trappen een boogvormig venster met houten tralies bij het bordes en een deur naar de galerijen. Tussen de begane grond en de verdieping een geprofileerde lijst die zich als gootlijst langs de regenbak voortzet.
De regenbak heeft een lijstgevel met een steunbeer, drie overloopgaten en een klein venster. Aan de oostzijde een kraanhokje voorzien van een lessenaarsdak gedekt met rode oudhollandse pannen. Lijstgevel met geprofileerde gootlijst, met een deur met opgeklampt houten luik.
Het koetshuis heeft een tuitgevel zonder omlijsting met in de top een halfrond oculus en een deur met opgeklampt houten luik.
Oostelijke en westelijke zijgevel: deze worden gevormd door de zijgevels van het hoofdgebouw en de zijgevels van de uitbouw; aan de oostzijde valt het hoofdgebouw gedeeltelijk weg achter de oostgevel van het koetshuis (7). Het hoofdgebouw heeft aan de oost- en westzijde een tuitgevel met in de top een klein venster en daaronder een staand venster (8). In de uitbouw in beide gevels op de verdieping twee en op de begane grond één staand venster met waterlijst en opgeklampte houten luiken (9).
Noordgevel: deze wordt gevormd door de noordgevel van het hoofdgebouw, van de uitbouw en aan de oostzijde van de regenbak enhet koetshuis.
In het hoofdgebouw op de verdieping twee staande vensters, op de begane grond aan de oostzijde één (10) en aan de westzijde twee staande vensters (11), alle met waterlijst.
De uitbouw heeft een tuitgevel met 19e eeuws topbeëindiging, met in de top een klein venster, daaronder een staand venster met waterlijst. Op de verdieping en de begane grond een deur, beide voorzien van opgeklampte houten luiken. Voor de deur op de verdieping een balkon met aan de westzijde een trap naar de tuin. Het balkon wordt gedragen door vier Dorische zuilen op laag basement. De trap heeft onderaan enige gemetselde treden, met borstwering van geajoureerde panelen, en daarboven houten treden, met houten borstwering, evenals het balkon.
De regenbak heeft aan de noordzijde een lijstgevel met een ongeprofileerde gootlijst (12).
De noordgevel van het koetshuis is een tuitgevel zonder deklijst met een centraal geplaatst halfrond oculus en een brede deur voorzien van opgeklampte houten luiken.
Bijgebouwen: in de tuin aan de noord-oostzijde twee achter elkaar gelegen bijgebouwen, met de nokken loodrecht op de Scharlooweg. Eén bouwlaag met kappen. De bijgebouwen zijn ieder voorzien van een zadeldak gedekt met rode oudhollandse pannen, ingesloten tussen twee tuitgevels zonder deklijst.
In het noordelijke bijgebouw in de noordgevel een klein venster in de top van de gevel en een deur met waterlijst, in de zuidgevel een deur.
In het zuidelijke bijgebouw in de noordgevel een staand venster met waterlijst, in de zuidgevel een klein venster in de top van de gevel en een deur met waterlijst.
De westgevel van beide bijgebouwen is een lijstgevel met ongeprofileerde gootlijst: in het noordelijke bijgebouw een deur met waterlijst, voorzien van opgeklampte houten luiken, in het zuidelijke bijgebouw een staand venster en een deur met waterlijst (13).
In de tuin aan de zuidwestzijde een regenbak, voorzien van een lessenaarsdak gedekt met rode oudhollandse pannen. In de zuidgevel twee, in de oostgevel één overloopgat (14).
Ten zuiden van het hoofdgebouw lage muur met halfronde bovenzijde en gecanneleerde pilaartjes in de as van het hoofdgebouw.
Erfafscheiding: aan de zuidzijde voetingmuur onderbroken door pilaartjes met bekroning (15). Aan de Scharlooweg muur met halfronde bovenzijde; bij de ingang vier gecanneleerde pilaren met topbekroning, met houten spijlenhek. Aan de oost- en westzijde muur met halfronde bovenzijde.
(Opmerkingen:
(1) Tot de jaren \’60 was het pand gedeeltelijk aan Scharlooweg 146-148 gebouwd; dat gebouw werd voor 1961 gesloopt.
(2) De 19e-eeuwse driehoekige dakkappellen aan de zuidzijde werden gedurende de restauratie van 1961 vervangen door de huidige.
(3) Vermoedelijk hadden alle deuren panelen; verschillende vensters hadden buiten opgeklampte houten luiken en binnen houten shutterramen.
(4) Met de restauratie werden de lijsten aan de zuid-, oost- en westgevel veranderd.
(5) Met de restauratie van 1961 werd de open galerij met bogen gebouwd, naar sporen van de oorspronkelijk open galerij. Op de verdieping waren er in plaats van de galerij aan weerszijden van de deur twee staande vensters.
(6) De houten balustrade van gedraaide balusters vervangt een houten balustrade van voor de restauratie, die van hetzelfde type was als de balustrade van het achterbalkon.
(7) In het koetshuis zijn twee nieuwe vensters aangebracht.
(8) De zijgevels hadden een 19e eeuwse topbeëindiging met een klein nagenoeg vierkant venster in de top en daaronder een staand venster.
(9) De shutterramen aan de binnenzijde zijn vervangen door glazen ramen.
(10) De deur aan de oostzijde is in de voormalige regenbak aangebracht.
(11) Het venster aan de westzijde was een deur.
(12) In het koetshuis zijn twee nieuwe vensters aangebracht.
(13) De twee bijgebouwen zijn nu verbonden door een dak van zinkplaten.
(14) De deur in de oostgevel is nieuw.
(15) Tussen de pilaartjes ijzeren spijlenhek.)
Redengeving:
Gebouw als boven beschreven van algemeen belang wegens schoonheid op grond van de volgende waardestellende criteria:
– architectuurhistorische waarde wegens onder meer de karakteristieke 18e-eeuwse in- en uitzwenkende topgevel, het door trappen van in figuren gemetselde koraal- en ijsselsteen geflankeerde balkon en de open galerij;
– monumentale ensemblewaarde daar het onderdeel vormt van een groter te beschermen stedebouwkundig geheel.
Tot het hierboven vermelde monument behoort al hetgeen dat door bestemming of anderszins rechtens onroerend is.\”
Registratie: 1995-03-31
Afschrift Hypotheek: 1995-04-21
Aanwijzing Besluit: 1995-02-13
Publicatie: 1995-03-01
Inzage: 1995-03-02