REGISTER VAN BESCHERMDE CULTUURHISTORISCHE ERFGOEDEREN
Scharlooweg 29 – Scharloo
Kadastrale gegevens: Stadsdistrict Sectie: A – nr. 940
“Vrijstaand pand, bestaande uit een hoofdgebouw en aan de achterzijde een achtergalerij met twee vleugels ter weerszijden van een patio en een achtertuin; tegen de oostvleugel een aanbouw. De nokken van het hoofdgebouw, de achtergalerij en de aanbouw lopen evenwijdig aan de Scharlooweg, de nokken van de vleugels staan loodrecht op de Scharlooweg. Onderverdieping, één bouwlaag met kappen; in het noordelijke gedeelte van de westvleugel twee bouwlagen met kap.
Het hoofdgebouw bestaat uit een zaal en een voorgalerij, ieder afzonderlijk voorzien van een schilddak. De achtergalerij is voorzien van een zadeldak die op de raakpunten in de daken van de vleugels overloopt en de vleugels zijn ieder voorzien van een schilddak; deze daken sluiten aan bij de lessenaarsdaken van het overdekte gedeelte van de patio. Alle daken hebben stenen nokken en hoekkepers, met pirons aan de uiteinden en zijn gedekt met rode kruispannen. De verdieping in het noordelijke gedeelte van de westvleugel is voorzien van een platdak.
Gevels: gepleisterde en geverfde gevels. In de onderverdieping van de zijgevels vierkante openingen (1).
Voorgevel (zuidgevel): lijstgevel met geprofileerde gootlijst die zich langs alle gevels voortzet. De voorgevel wordt boven de gootlijst bekroond met een fronton, met geprofileerde deklijst met gemetselde kantversiering. In het tympaan ovaal staand medaillon met uitgesneden houten versiering, gemaakt door de schrijnwerkers De Windt van Otrobanda. Rond het medaillon, gepleisterde arend met palmblad.
In de gevel drie deuren met halfrond vijfdelig schijnbovenlicht met gekleurd glas. De deuren zijn ieder gevat in een geprofileerdlijstwerk. Op de hoeken lisenen met basement en kapiteel, dat gevormd wordt door de vooruitspringende hoek van de gootlijst.
Voor het hoofdgebouw een terras over de gehele gevelbreedte, met waaiervormige trap naar de voortuin; terras en trap hebben een borstwering van gegoten balusters met twee kolommetjes bij de eerste trede, en zijn geplaveid met grijs en wit marmeren tegels. Het pad in de voortuin is geplaveid met gedecoreerde tegels.
Oostelijke en westelijke zijgevel: deze worden gevormd door de zijgevels van het hoofdgebouw en de zijgevels van de vleugels die ongeveer 4 m. naar buiten springen ten opzichte van het hoofdgebouw. In het hoofdgebouw drie staande vensters; in de zuidgevels van de vleugels één staand venster. Deze vensters hebben een halfrond vijfdelig schijnbovenlicht met gekleurd glas en zijn gevat in een geprofileerd lijstwerk.
Op de hoeken van de voor- en zijgevel en op de hoeken van de vleugels lisenen met basement en een kapiteel, dat gevormd wordt door de vooruitspringende hoek van de gootlijst. In de zijgevel van de oostvleugel vijf staande vensters met waterlijst. In de westvleugel in het eerste gedeelte vier staande vensters met waterlijst; in het tweede gedeelte een deur en vijf staande vensters. Op de verdieping vijf staande vensters met geprofileerde waterlijst.
Achtergevel (noordgevel): deze wordt gevormd door de noordgevel van de vleugels en de muur van de patio. De westvleugel is ongeveer twee keer zo langs als de oostvleugel. In de noordgevel van beide vleugels een staand venster, op de verdieping van de westvleugel een deur naar een balkon. Het noordelijke gedeelte van de verdieping is smaller. In de oostgevel van de westvleugel op de verdieping vier staande vensters en in de noordoosthoek een staand venster. Op de begane grond vier deuren en drie staande vensters met waterlijst.
Voor deze gevel over de gehele gevelbreedte een open galerij tot aan de de patio, met aan de noordzijde een trap naar de achtertuin. Deze galerij bestaat uit drie geprofileerde bogen op pilaren met als kapiteel dienende geprofileerde lijst, gevolgd door vier zuilen die het noordelijke gedeelte van het balkon op de verdieping dragen. Een geprofileerde lijst boven de bogen over de gehele gevelbreedte. Boven deze galerij een balkon dat aansluit bij het balkon boven de achterste ruimte van de westvleugel, omgeven door een houten balustrade gedeeltelijk van gedraaide balusters en gedeeltelijk van uitgesneden spijlen.
Tussen de oostvleugel en het voorste deel vande westvleugel drie korfboogvormige doorgangen naar de patio op pilaren met een geprofileerde lijst als kapiteel. De twee zij-ingangen hebben een houten spijlenhek. Voor de centrale ingang een trap naar de achtertuin.
Op de noord-oosthoek van de oostvleugel een aquaduct met twee bogen naar de regenbak.
Patio: vier gecanneleerde Ionische zuilen op basement en met fantasiekapiteel dragen het lessenaarsdak van het overdekte gedeelte van de patio. Langs de daken geprofileerde en gedecoreerde gootlijst met tanden. De muren zijn bekleed met hout met gespijkerde versiering in de vorm van linten en strikken; tussen de versieringen smalle houten pilasters.
In de zuidgevel drie deuren naar de achtergalerij. In de oostgevel drie en in de westgevel twee deuren voorzien van rechthoekig driedelig bovenlicht; in de noordwesthoek een dergelijke deur. De patio heeft een mozaiekvloer; de galerij is geplaveid met gedecoreerde tegels.
Interieur: in de zaal en voorgalerij vensters met houten omlijsting en vensterbank op schijnconsoles. In verschillende vertrekken zijn in het midden en in de hoeken van de plafonds van kralendelen versieringen aangebracht. In een kamer in de westvleugel op de begane grond tegels in liberty stijl, ongeveer van 1905.
Bijgebouwen: in de achtertuin aan de oostzijde een regenbak, met de nok loodrecht op de Scharlooweg, voorzien van een schilddak metop het noordelijke dakvlak een dakkapel met driehoekig topveld op zijconsoles. Dit dak heeft stenen nok en hoekkepers, met pirons enis gedekt met rode kruispannen. Alle gevels zijn lijstgevels met smalle ongeprofileerde gootlijst. In de westgevel van de regenbak vier overloopgaten; tegen de oostgevel steunbeer. Het zuidelijke gedeelte van de regenbak is een washokje met een venster in de oost- en westgevel en een venster en een deur in de zuidgevel. Tegen de regenbak aan de noordzijde klein vertrek voorzien van een lessenaarsdak gedekt met rode kruispannen. In dit vertrek in de westgevel een deur, in de noord- en in de oostgevel een staand venster. Tussen de regenbak en de westvleugel voetingmuur onderbroken door pilaartjes met bekroning, en houten spijlenhek.
In de noord-westhoek van de achtertuin een garage met de nok loodrecht op de Scharlooweg, voorzien van een schilddak met stenen nok en hoekkepers, en pirons. Het dak is gedekt met rode kruispannen. In de zuidgevel brede opgeklampte houten deur.
Erfafscheiding: aan de Scharlooweg voetingmuur onderbroken door pilaartjes met bekroning met houten spijlenhek (2). Op de linker pilaar van het hek marmeren plaat met het oude nummer “”47 I””, op de rechter pilaar marmeren plaat met bouwdatum “” ANNO 1893″”.
Aan de oost-, west- en noordzijde muur met halfronde bovenzijde, met een poort met driehoekig fronton aan de noordzijde.
(Opmerkingen:
(1) Alle deuren waren houten shutterpaneeldeuren en alle vensters hadden houten shutterramen.
(2) Het spijlenhek is gerenoveerd in 1989.)
Redengeving:
Gebouw als boven beschreven van algemeen belang wegens schoonheid en volkskundige waarde op grond van de volgende waardestellende criteria:
– architectuurhistorische waarde wegens onder meer de kantversiering langs de deklijst en uitgesneden houten decoratie in het tympaan versierde fronton;
– architectuurhistorische en cultuurhistorische wegens de voor Scharloo kenmerkende plattegrond met zaal met voor- en achtergalerij en twee vleugels aan weerszijden van een patio;
– monumentale ensemblewaarde daar het onderdeel vormt van een groter te beschermen stedebouwkundig geheel.
Tot het hierboven vermelde monument behoort al hetgeen dat door bestemming of anderszins rechtens onroerend is.”
Registratie: 1995-03-31
Afschrift Hypotheek: 1995-04-21
Aanwijzing Besluit: 1995-02-13
Publicatie: 1995-03-01
Inzage: 1995-03-02