REGISTER VAN BESCHERMDE CULTUURHISTORISCHE ERFGOEDEREN
Johan van Walbeeckplein 6B – 13 – Pietermaai
Kadastrale gegevens: Stadsdistrict Sectie: A – nr. 2709/ 5576
Inleiding
Dit gebouw uit de eerste helft van de jaren 1940 is ontworpen door de architect ir. C.M. Bakker. Deze heeft, in dienst van D.O.W. en later voor de CPIM, een belangrijke bijdrage geleverd aan de architectuurontwikkeling op Curaçao. Bakker zocht naar een optimale aanpassing van gebouwen aan het Caribische klimaat, in een internationale vormentaal. Het hier beschreven gebouw, het Cultureel Centrum, bood onderdak aan het Departement van Onderwijs en Volksontwikkeling en aan o.a. de openbare bibliotheek. Het complex vertoont elementen van de Nieuwe Zakelijkheid, in vormgeving en materiaalgebruik . Het gebouw vulde het driehoekige terrein van het voormalige Damplein en is op die plek een belangrijk structurerend element.
Naar verluidt vond in het pand de eerste Eilandsraadvergadering buiten het Statengebouw plaats, waarschijnlijk aan het eind van de jaren 1950, nadat vastgesteld was dat Land en Eiland niet in hetzelfde gebouw zitting mogen houden.(1)
Hoewel het geheel functieveranderingen heeft ondergaan, waren de wijzigingen zeer oppervlakkig van aard waardoor zowel structuur als detaillering vrijwel in originele staat verkeren.
Beschrijving
Algemeen
Hoofdvorm van de plattegrond is een steile driehoek, met een afgekapte top, met de top aan de oostzijde en de bodem aan de westzijde. De vertrekken zijn gerangschikt rondom een patio die zelf bedoeld was als vergadercentrum, met een door een betonnen luifel overdekt podium.
De ’bodem’ van de driehoek, N-Z gericht, bevat twee bouwlagen met aan de lange zijde vertrekken, die gerangschikt zijn langs galerijen met op de koppen (N en Z) een in– en een uitgang; in de zuidwesthoek een trappenhuis voor verticaal verkeer. De galerijen staan in open verbinding met de patio. Dwars op deze vleugel staan (O-W) de lange poten van de driehoek, gevormd door éénlaags overdekte galerijen, gevolgd door (oostelijk) hogere bouwdelen van 1 bouwlaag. Het meest oostelijke deel daarvan is een gesloten bouwvolume, zelf vrijwel driehoekig van grondplan (2). Ook in dit deel N en Z in- en uitgangen, verbonden door een hal, voorheen de uitleenbalie.
De gevels zijn gepleisterd en geverfd. Alle bouwdelen staan onder een plat dak met ruim overstek; direct onder het dak een iets terugspringende band met ventilatieopeningen. De betonnen luifel van de patio loopt in een lichte kromming iets omhoog. In het oostelijk deel is het dak op verschillende plaatsen verlaagd, waardoor lichtschachten gecreëerd werden.
Gevels
De westgevel bestaat uit drie hoofddelen: een centraal deel staat iets naar voren t.o.v. de twee flankerende delen; ze zijn verbonden door een smal, iets lager bouwdeel, dat in een holle ronding de overgang maakt. Het centrale deel bevat tien smalle vensterassen, gescheiden door over de 2 bouwlagen doorlopende rechthoekige lisenen. De smalle, iets terugliggende hoge vensters hebben ramen bestaande uit een bovendeel met houten shutters, en een benedendeel met (op de begane grond) een openslaand vierruits venster of houten shutters (verdieping). Onder de vensters een lekdorpel. De gebogen verbindingsdelen bevatten op elke bouwlaag drie zeer smalle hoge vensteropeningen, met teruggelegen enkelvoudige houten shutterramen. In het noordelijk flankerend bouwdeel op de eerste bouwlaag drie smalle hoge vensters met enkelvoudige houten shutterramen en op de verdieping een grote vierkante vensteropening met daarin een samengesteld raam, dat in drieën dezelfde opbouw vertoont als de beganegrond-ramen in het middendeel. In het zuidelijk flankerend deel (waarachter het trappenhuis zich bevindt) staan in het basement twee kleine shutterramen (3) en daarboven over vrijwel de volle bouwhoogte een verticale muuropening gevuld met glazen bouwstenen als traplicht; eronder een lekdorpel(4)
Een betonnen bloembak met platte, overstekende rand volgt de gevelvorm en loopt door om de hoeken.
Noord- en zuidgevel zijn identiek in opbouw: het meest westelijke, hoge bouwdeel en het daarnaast gelegen lage deel schuiven als het ware een stuk in elkaar, waardoor de ingangspartij die zich op dit punt bevindt, onder een luifel komt te liggen. In het hoge bouwdeel op de verdieping aan de noordzijde een vierkant samengesteld venster als eerder genoemd aan de westzijde en een horizontaal venster met glazen bouwstenen aan de zuidzijde; daaronder bevindt zich (N en Z) nog zo’n laatstgenoemd venster; dit staat direct boven de ingang. Westelijk van de ingang een klein venster. De entrée bevat dubbele houten paneeldeuren (5) onder bovenlichten. Voor de entrée een betegeld laag bordes; aan de noordzijde met enkele traptreden.
Het hiervoor genoemde lage bouwdeel bevat (N en Z) geen openingen; de gevel is bewerkt door vooruitspringende brede horizontale banden.
Het overige, oostelijk aansluitende geveldeel is iets hoger; de indeling is noord en zuid identiek: een ingang wordt aan geflankeerd door aan elke kant vijf staande vensters met in het bovendeel houten shutters en onder een vierruits openslaand venster; lekdorpel.(6) De ingang zelf, gevormd door dubbele deuren met zijlichten even hoog als de deuren, is teruggelegd zodat een vrij diep portiek ontstaat. Boven dit portiek bevindt zich een eerder genoemde lichtschacht, met vensters in de inpandige geveldelen en met aan de straatzijde verticale gleuven tot aan de gootrand. De ingangspartij wordt geflankeerd door brede lisenen, die opgebouwd zijn uit brede banden met daartussen diepe schijnvoegen (moderne versie van rustica); daarop een iets uitspringende betonnen luifel. Ook hier een bordes, met zuidelijk twee treden en noordelijk vijf.
Het meest oostelijke geveldeel bevat een horizontaal venster, gevuld met meerdere lagen glazen bouwstenen.
De oostgevel is opgebouwd uit drie delen: een smal middendeel, geflankeerd door rechthoekige lisenen, en met een venster in het bovenste deel (7); boven dit middendeel vormt het dakoverstek een nagenoeg halfronde luifel.
Aan weerszijden van het middendeel een breder geveldeel, dat iets naar voren geknikt staat ten opzichte van het middendeel. In deze delen staat een klein venster.
Patio
De patio wordt aan de westzijde begrensd door de galerij van het westelijke bouwdeel: deze wordt gevormd door drie kolommen, aan de buitenzijde en op de verdieping(8) rondkolommen en inpandig rechthoekige.
Tussen de verdiepingen een circa 1 meter hoge rand die bestaat uit glazen bouwstenen, in vier vakken gedeeld door de (op deze hoogte rechthoekige) kolommen en horizontale betonnen banden. De inpandige gevel heeft in elk van de vier assen een ingang (9). Op zowel de eerste als de tweede bouwlaag bevindt zich een getoogde doorgang naar resp. de noordhal en de zuidhal/trappenhuis; de vloeren zijn belegd met tegels.
Het geveldeel ten zuiden van de galerij bevat een drietal smalle hoge traplichten met glazen bouwstenen (10).
De galerijen langs de noord en zuidkant van de patio bestaan uit vier ronde slanke kolommen die het platte dak dragen(11). In het resterende noord- en zuiddeel van de patio aan elke zijde vier staande vensters met boven houten shutters en onder openslaande vierruits vensters.
Aan de oostzijde grenst de patio aan de achterkant van het overdekte podium. Achter een schot gaan nog drie originele openslaande deuren schuil.
INTERIEUR: De oorspronkelijke indeling is nog overal te herkennen (12); kenmerkend zijn de kolommen overal in het gebouw die zowel een constructieve als een ruimtelijke functie hebben Het interieur bevat nog vele originele deuren en deur- en raamkozijnen, afgewerkt met een rondhouten lijst; het trappenhuis is intact, met een strakke geverniste houten leuning op betonnen balustrade en de vloeren belegd met gevlamde dubbelhard gebakken tegels
Opmerkingen
1) naar mondelinge informatie van Chacho de Castro
2) hier bevond zich de openbare bibliotheek
3) een derde venster is dichtgezet
4) op meerdere plaatsen in de voorgevel zijn airco’s gezet; deels in bestaande vensteropeningen, deels is de muur hiertoe doorgebroken
5) waarschijnlijk niet de originele deur
6) een aantal ramen bevat nu glazen shutters
7) hier bevond zich mogelijk een ingang in de beginperiode: te zien op een ongedateerde en slecht leesbare DOW-ontwerptekening. Wellicht ging het hier om een tijdelijke voorziening: er worden enkele “tijdelijke openingen” getekend; het interieur aan de oostkant is vrijwel opengehouden tot in de patio.
8) de verdieping is dichtgezet
9) deuren en ramen niet oorspronkelijk
10) rechts hiervan is een venster dichtgezet, en in het noordelijk deel is een groot samengesteld venster als in de noordgevel dichtgezet
11) dichtgezet met vensters en deuren
12) enkele ruimtes zijn gesplitst door afgetimmerde wanden
Redengeving
Het gebouw als boven beschreven is van algemeen belang wegens schoonheid, belang voor de wetenschap en volkskundige waarde op grond van de volgende waardestellende criteria:
– architectuurhistorische waarde als gaaf voorbeeld van een openbaar gebouw in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid
– architectuurhistorische waarde vanwege de toepassing van moderne stijlelementen ten behoeve van de bescherming tegen het Caribische klimaat.
– architectuurhistorische waarde vanwege de belangrijke plaats binnen het oeuvre van de architect op Curaçao
– cultuurhistorische waarde vanwege de functie die het lange tijd heeft vervuld als openbare leeszaal en bibliotheek
– ensemblewaarde als structurerend stedebouwkundig element
Aanwijzing Besluit: 29 october 1999
Publicatie: 5 november 1999
Inzage: 5 november 1999