REGISTER VAN BESCHERMDE CULTUURHISTORISCHE ERFGOEDEREN
Landhuis Barber
Kadastrale gegevens: Nr. 3 – H – 19
Inleiding
De plantage Barber werd in de eerste decennia van de 18e eeuw gesticht door Barbara van Extreen. Zij nam in 1711 de weidegronden van de Compagnie-plantage Leliënberg in bezit. De gronden, die ook wel Cabrietenberg werden genoemd, waren 283 ha groot. In 1833 kocht pastoor M.J. Niewindt de plantage. Het landhuis richtte hij in als school en seminarie. Om de priesterstudenten te kunnen huisvesten, werd op de kern van de oude woning een verdieping gebouwd. In 1913 is de plantage aan de overheid verkocht, terwijl het landhuis als pastorie eigendom bleef van de R.K. Kerk.
Het landhuis is gesitueerd in Barber, ten oosten van de doorgaande weg naar Westpunt.
Beschrijving
Landhuis
Het landhuis heeft een rechthoekige plattegrond bestaande uit een langgerekte kern en galerijen aan de langszijden. Het huis is opgetrokken in steen. De kern heeft twee bouwlagen, de galerijen hebben een enkele bouwlaag. De nok van de kap is oostwest gericht. De kern van het huis heeft een zadeldak en de galerijen hebben lessenaarsdaken. Het zadeldak is gevat tussen tuitgevels. Zowel de sluitgevels van het zadeldak als de zijkanten van de lessenaarsdaken hebben eenvoudig geprofileerde deklijsten. De hoge zijden van de lessenaarsdaken sluiten aan op de kernmuur. De lessenaarsdaken hebben een klein overstek, terwijl het zadeldak voorzien is van een goot met een horizontale band aan de bovenzijde.
De gevels zijn gepleisterd en geverfd. De zuidgevel (voorgevel) heeft op de eerste bouwlaag een centraal geplaatste dubbele deur en tweemaal drie staande vensters. Aan weerszijden van de deur is telkens één venster voorzien van shutterramen. Op de tweede bouwlaag zijn vier vierkante vensters met schuiframen en een roedenverdeling.
De noordgevel heeft een centraal geplaatste deur. In het linker gedeelte van de gevelwand zijn 4 nagenoeg vierkante vensters. Met uitzondering van het derde venster van links zijn de vensters voorzien van shutterramen. Onder het derde venster is een schuinoplopende steunbeer. Bij de onderbouw is een verspringing in de gevelwand. Op de tweede bouwlaag zijn vier vierkante vensters met shutterramen. Voor de centraal geplaatste deur is een recht trapje met vier treden en een borstwering. Onder aan de trap is een halfrond stoepje. Uiterst rechts sluit een rechthoekige regenbak aan. Hij is gepleisterd en geverfd. Tegen de noordwesthoek van het landhuis is een standgoot.
De openingen in de zijgevels op het westen en het oosten zijn geplaatst in een uitspringend kader met een segmentboog. De westgevel heeft op de eerste bouwlaag een centraal geplaatste deur met aan weerszijden een staand venster en in de galerijen telkens een staand venster met shutterramen. Op de tweede bouwlaag is een centraal geplaatst staand venster met shutterramen.
De oostgevel heeft op de eerste bouwlaag vier staande vensters. Op de tweede bouwlaag is centraal geplaatst staand venster. Vlak onder de vensters van de eerste bouwlaag en bij de onderbouw is telkens een verspringing in de gevelwand.
Interieur
De kern is onderverdeeld in drie delen, een centraal gelegen sala en twee vertrekken aan weerszijden. De sala staat in verbinding met de galerijen door middel van twee tegenover elkaar gelegen en centraal geplaatste boogvormige doorgangen in de kernmuren. Aan weerszijden is telkens een staande vensteropening met segmentboog. De balklaag in de sala en de daksparren met pannen in de galerij zijn in zicht.
(Opmerkingen
- De oorspronkelijke indeling van de gevelwand is gewijzigd. Voorheen was en een centraal geplaatste deur met tweemaal vier over-vierkante vensters. Drie vensters in het rechterdeel van de gevelwand zijn half dichtgezet, waardoor het liggende vensters zijn geworden.
- Het stoepje maakte eens deel uit van een halfcirkelvormige trap. Het stoepje en drie gedeeltelijk bewaarde segmentvormige treden is het enige wat van de trap is overgebleven.
- De vensters op de eerste bouwlaag zijn voorzien van schuiframen. Zeer waarschijnlijk waren dit oorspronkelijk shutterramen.)
Redengeving
Het gebouw als boven beschreven is van algemeen belang wegens schoonheid en volkskundige waarde op grond van de volgende waardestellende criteria:
- architectuur- en cultuurhistorische waarde als landhuis met een voor Curaçao kenmerkende opzet van een kern en galerijen.
Tot het hierboven vermelde monument behoort al hetgeen door bestemming anderszins rechts onroerend is.
Registratie: 1999-08-12
Afschrift Hypotheekbewaarder: 1999-08-30
Aanwijzingsbesluit: 1999-07-12
Publicatie: 1999-07-19
Inzage: 1999-07-19