Description
Name of property: Landhuis Bloemhof
Characteristics:
Symmetrically laid out main structure with two storey core area and flanking one storey open galleries and side wings. Gable roof over core area enclosed with pointed arched gables. Three dormers on both roof sides. Lean-to roofs over side galleries, slant roofs over side wings. Additional buildings and infrastructure include a.o. an oblong structure with magasina connected by an aqueduct, also a bathhouse, water wells, reservoirs and a water dam.
Monument value:
Architectural historical and cultural historical value because of the lay-out with a core area and galleries typical of Curaçao, and because of the characteristic front and rear façades. Ensemble value of country estate complex with additional buildings including a bathhouse and a hòfiwith water wells, water reservoirs and a dam.
Construction period: 19th century
REGISTER OF LISTED HERITAGE
READ MORE
REGISTER VAN BESCHERMDE CULTUURHISTORISCHE ERFGOEDEREN
Landhuis Bloemhof
Kadastrale gegevens: Sectie: -Meetbrief Nr. 224/1937
Inleiding
Bloemhof was een van de kleinere plantages in het Ruiterkwartier aan de oostzijde van het Schottegat. Er werden groente en fruit geteeld voor eigen gebruik en voor de verkoop in de nabijgelegen stad. Daarnaast heeft Bloemhof dienstgedaan als buitenverblijf. In de 18e eeuw heeft de plantage enige tijd “Nooitgedacht” geheten. Vanwege de ijzeren poort aan de Santa Rosa werd Bloemhof ook wel “Porta di heru” genoemd.
Het landhuis ligt ten oosten en nagenoeg aan het begin van de Santa Rosaweg.
De historische bebouwing bestaat uit het landhuis met voormalige regenbak, een aquaduct, bijgebouwen, een magasina en een badhuisje. Verder zijn in het hofje putten, waterreservoirs, dammen en overlopen.
Beschrijving
Het landhuis bestaat uit een langgerekt hoofdgebouw met twee dwarsgeplaatste zijvleugels aan de oostzijde. Het huis is opgetrokken in steen.
Het hoofdgebouw heeft een kern met open galerijen aan de lange zijden. De kern heeft twee bouwlagen en een kap. De galerijen en de zijvleugels hebben een enkele bouwlaag en een kap. De kern heeft een zadeldak waarvan de nok oostwest gericht is en dwars op de Santa Rosaweg staat. Het zadeldak is gevat tussen twee topgevels in de vorm van een gedrukte spitsboog. De gevels zijn voorzien van geprofileerde deklijsten. Op het zadeldak staan tweemaal drie dakkapellen, waarvan de topvelden op geprofileerde zijconsoles rusten. In de topvelden, die evenals de sluitgevels de vorm van een gedrukte spitsboog hebben, is telkens een “rozet” met ranken en bloemen. De dakkapellen hebben een staand venster met opgeklampte, houten luiken.1) De galerijen en de zijvleugels hebben lessenaarsdaken. De hoge zijden van de lessenaarsdaken van de galerijen sluiten aan op de kernmuren van het hoofdgebouw. De lessenaarsdaken hebben een overstekend dakvlak en zijn gedekt met rode en zwarte Oudhollandse dakpannen. De hoge zijden van de lessenaarsdaken van de zijvleugels zijn op het westen. Aan de lage zijden hebben zij een gemetselde goot met een brede gootlijst.
De gevels zijn gepleisterd en geverfd. De kern van de westgevel (voorgevel) heeft op de eerste bouwlaag een centraal geplaatste, dubbele, opgeklampte houten deur. Op de tweede bouwlaag is een dubbele houten deur met shutters en bovenlicht. De gevelwand van de tweede bouwlaag is zowel aan de voor- als aan de achtergevel, iets breder dan de achterliggende kern. Boven de deur op de tweede bouwlaag zijn twee lijsten over de volle gevelbreedte. Ter hoogte van de zolderverdieping is nog een staand venster met opgeklampte houten luiken. Vlak boven dit venster is een band over de volle breedte van het topveld. Het resterende veld heeft een uitsparing. Voor de tweede bouwlaag van de voorgevel is ter breedte van de kern een houten balkon met een geornamenteerd, gietijzeren hekwerk.2) Aan de voorzijde rust het balkon op twee vierkante kolommen met geprofileerde dekplaten; aan de zijkanten rust het balkon op segmentbogen.3) De voorgevel heeft ter plaatse van de galerijen telkens een brede doorgang en een vensteropening.
De oostelijke gevel (achtergevel) van het hoofdgebouw heeft op de eerste bouwlaag een centraal geplaatste, dubbele, opgeklampte houten deur met duimgehengen; aan weerszijden tweemaal een staand venster met shutterramen en een bovenlicht. Op de tweede bouwlaag is een dubbele, houten deur met shutters en bovenlicht. Rechts van de deur is een muuranker. Vlak boven de deur is een gemetselde goot over de volle breedte van de gevel. Op beide hoeken van de tweede bouwlaag is een standgoot met een deklijst. Ter hoogte van de zolderverdieping is een staand venster met opgeklampte houten luiken. Vlak boven het venster is een band ter breedte van de geveltop. In het resterende topveld is een geprofileerd ornament bestaande uit een cirkel met een kruisvormige versiering. Ter hoogte van de tweede bouwlaag is ter breedte van de kern een houten balkon. 4) Het balkon rust op twee achthoekige kolommen met vierkante dekplaten.
De lange, noordelijke en zuidelijke zijgevel van het hoofdgebouw hebben op de eerste bouwlaag een open galerij. De lessenaarsdaken van de galerijen rusten op achthoekige zuiltjes die voorzien zijn van uitsparingen. De zuiltjes staan op een borstwering of voeting die met witte marmeren tegels is afgedekt. In de borstwering is telkens een brede doorgang. Op de tweede bouwlaag zijn in de kernmuren tweemaal vier staande vensters met shutterramen. Vlak boven de vensters is een geprofileerde gootlijst met een gestileerde draperieversiering.
De noordelijke zijvleugel heeft in de oostelijke gevel uiterst rechts een staand venster met waterlijst en opgeklampte houten luiken.Verder zijn er nog twee vensters met waterlijsten, shutterramen en bovenlichten, waarvan het rechter venster een enkelvoudig shutterraam heeft. De noordelijke zijmuur heeft een staand venster met opgeklampte houten luiken. De westelijke gevel heeft twee dubbele, opgeklampte houten deuren met duimgehengen.
In zuidelijke zijvleugel was vroeger een regenbak. De oostelijke gevel heeft twee overloopgaten.5) Boven in de zijgevel op het zuiden is de voormalige tapopening. In de westelijke gevel bevindt zich laag bij de grond een grote koperen tapkraan.
Interieur
De kern van het landhuis was onderverdeeld in een sala aan de westzijde en een kleiner vertrek aan de oostzijde. Tussen de twee ruimten waren schuifdeuren met glas. De balk waartegen de schuifdeuren geplaatst waren is bewaard gebleven; deze balk is voorzien van houtsnijwerk bestaande uit een guirlande van bladeren en bloemen. In de kernmuren tussen de sala en de galerijen is telkens een centraal geplaatste, dubbele, opgeklampte houten deur; aan weerzijden een staand vensters met opgeklampte houten luiken. De openingen van de deuren en de vensters zijn afgetimmerd. Op 85cm hoogte hebben de kernwanden geprofileerde lambriseringlijsten. De balklaag van de kern is in zicht. In de open galerijen aan weerszijden van de kern liggen plavuizen van roodbakkende klei. De daksparren met pannen zijn in de galerijen in het zicht. Op de vloer van de tweede bouwlaag liggen brede houten delen.6)
Aan de west-, noord- en zuidzijde is de directe omgeving van het huis afgezet door pilaren met tentdakvormige bekroningen en voetingmuurtjes. In de assen van de hoofdingang en de zijdeuren zijn doorgangen. Bij de doorgangen zijn de pilaren iets hoger en forser uitgevoerd. Voor de westzijde van het huis liggen grijze en witte marmeren tegels. Voor de hoofdingang zijn de tegels diagonaal gelegd. Bij de doorgang op het noorden is een brede, stenen en gepleisterde trap.
Voor de oostgevel (achtergevel) is een terras ter breedte van de kern. Het heeft een lage, dichte borstwering en een doorgang met enkele treden in de as van de achteringang van het huis.
In de as van de hoofdingang ligt een pad dat naar de openbare weg voert. Langs het pad is een houten balustrade tussen korte, vierkante kolommen. Het pad is afgedekt met grote plavuizen van roodbakkende klei. Aan de straat is een dubbel, gietijzeren poortje met florale ornamenten. Het poortje maakt deel uit van de erfafscheiding aan de straatzijde. Deze bestaat uit vierkante kolommen met een tentdakvormige bekroning, voetingmuurtjes en hekwerk. Bij de bijgebouwen is een poort met een gietijzeren hekwerk.7) Verder naar het noorden wordt de erfafscheiding voortgezet in de vorm van een gesloten muur van steen. De muur is gepleisterd en geverfd.
Bijgebouwen
- Ten zuiden van het landhuis staat een bijgebouw met een langgerekte, rechthoekige plattegrond. Het is op getrokken in steen over een enkele bouwlaag en heeft een lessenaars-dak met de hoge zijde op het noorden. De hoge zijde heeft een deklijst. De gevels zijn gepleisterd en geverfd. De lange gevel op het noorden heeft – beginnend aan de oostzijde – 4 dubbele opgeklampte houten deuren met duimgehengen. Voor de drie oostelijke deuren is een gemetseld stenen opstapje. Ten westen van deze deuren is de brede opening van een open schuur. Vervolgens zijn er daarnaast nog drie segmentboogvormige deuropeningen. Uiterst westelijk in de gevelwand, zijn nogmaals 4 dubbele, opgeklampte houten deuren met duimgehengen. Vlak boven de openingen is over de hele gevelbreedte een doorlopende band. De oostelijke zijgevel heeft een staand venster met opgeklampte houten luiken en een waterlijst. Boven het raam bevindt zich over de gevelbreedte een gemetselde en geprofileerde goot. De westelijke zijgevel heeft een (dichtgezette) dubbele schuurdeur met waterlijst.
- Tussen het bijgebouw (A) en de voormalige regenbak in de zuidelijke dwarsvleugel van het hoofdgebouw is een aquaduct op twee segmentbogen. Het aquaduct heeft een deklijst.
- Aan de zuidzijde van het bijgebouw (A) staat een magasina. Deze heeft een rechthoekige plattegrond, is opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag en heeft een schilddak. De nok van het dak is oostwest gericht en staat loodrecht op de Santa Rosaweg. Het dak is gedekt met zwarte, gesmoorde Oudhollandse dakpannen en heeft een overstek. De stenen nok- en hoekkepers zijn met halve dakpannen afgedekt. Op de hoeken van de nok staan pirons. De gevels zijn gepleisterd en geverfd. In de zuidelijke gevel is een centraal geplaatste deur. De westelijke zijgevel heeft een houten schuurdeur met duimgehengen.
- Op enige afstand ten oosten van het landhuis bevinden zich een badhuisje en een put. Het badhuisje heeft een rechthoekige plattegrond (ca. 3 x 4,45m) en is opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag. Het heeft een schilddak, waarvan de nok nagenoeg oostwest gericht is. Het dak heeft gemetselde nok- en hoekkepers, pirons en een overstek. De afdekking bestaat uit rode en zwarte gesmoorde Oudhollandse dakpannen. De gevels zijn gepleisterd en geverfd. De zuidgevel heeft een centraal geplaatste, dubbele, opgeklampte houten deur met duimgehengen en een geprofileerde waterlijst. Voor de deur is een stoepje van bakstenen. De westelijke en oostelijke zijgevels hebben telkens een centraal geplaatst staand venster, respectievelijk met shutterramen en met opgeklampte houten luiken. Beide vensters hebben duimgehengen plus een geprofileerde waterlijst. De gevel op het noorden heeft een centraal geplaatst, staand venster met opgeklampte houten luiken en een geprofileerde waterlijst. Onder het venster is een gemetselde goot met openingen in de gevelwand ter hoogte van de badkuipen in het huisje. De goot staat door een klein aquaduct op twee bogen in verbinding met een gemetselde bakje op de rand van de put. In het badhuisje zijn twee badkuipen van cementsteen; respectievelijke tegen de oostelijke en de westelijke wand. De vloer is afgedekt met bakstenen. Aan de noordzijde van het badhuisje is een put. Het bovenste deel van de schacht van de put is opgetrokken in steen en gepleisterd. Verder naar beneden is de put uitgehakt in steen. De bovenzijde van de putrand is afgedekt met roze plavuizen. Om de put is een cirkelvormige stenen waterbak aangelegd. De bovenrand van de bak is eveneens afgewerkt met grote plavuizen van roodbakkende klei. Deze omgaande waterbak is door stenen tussenschotten onderverdeeld.
- Op enige afstand ten zuidoosten van het badhuisje is een langgerekt, rechthoekig waterreservoir (ca. 3 x 10m binnenwerks) met afgeronde binnenhoeken; de lengteas is zuidwest. De muren zijn van steen en gepleisterd.
- Het reservoir (E) staat door een pijpleiding in verbinding met een put iets verder zuidoostwaarts. De doorsnede van de put is binnenwerks ca. 2,35m en de lage, gemetselde en gepleisterde putrand is ca. 45cm breed. Het bovenste stuk van de schacht is gemetseld en het onderste deel is in steen uitgehakt. Op put staat een molen. Op enkele meters afstand ten noordwesten van de put zijn de restanten van een kleine rechthoekige waterbak van steen met afgeronde binnenhoeken.
- Op enige afstand ten westen van het reservoir (E) staat een kleiner waterreservoir. Het is opgetrokken in steen over een rechthoekige plattegrond en heeft afgeronde binnenhoeken. De lengteas is nagenoeg noord-zuid. De bovenzijde van de muren is bekleed met gele bakstenen.
- Op enige afstand ten noorden van het waterreservoir (E) is een nog kleiner rechthoekige waterbak met afgeronde binnenhoeken. De bak is van steen en gepleisterd. De bovenzijde van de muren van dit reservoir is eveneens bekleed met gele bakstenen.
- In de voortuin, ten westen van het landhuis, is een put met een lage opstaande rand. De schacht van de put is uitgehakt in steen.
- In het hofje van Bloemhof is een aarden dam met een damhoofd. Het damhoofd is van steen en is gepleisterd. Op het damhoofd sluiten de resten van een overloop met een sluisje aan. De lengterichting van de dam is nagenoeg noord-zuid.
- Enige afstand ten oosten van de dam (I) is een put met een doorsnede van ca. 2,50m (binnenwerks). Het bovenste deel van de schacht is opgetrokken in steen; het onderste deel is in steen uitgehakt. De rand van de put is slechts gedeeltelijk bewaard gebleven. De bovenzijde van de rand was voorheen bekleed met rode bakstenen. Aan de westzijde van de putrand zijn resten van een halfcirkelvormige waterbak met een overloop.
(Opmerkingen:
- Het zadeldak is gedekt met verbeterde Hollandse dakpannen.
- Dit hekwerk dateert zeer waarschijnlijk uit de tweede helft van de 19e eeuw.
- Het balkon heeft een moderne trap aan de zuidzijde.
- De balustrade heeft vier houten balusters waartussen een modern, stalen traliewerk.
- De regenbak is omgebouwd tot kantoorruimte. De dikke wanden met de afgeronde binnenhoeken zijn behouden. De bak was diep en is hij ten behoeve van de nieuwe functie gedeeltelijk opgevuld.
- De oude fogon van de keuken werd tijdens de oorlog door de huurders verwijderd zonder de eigenaar daarvan op de hoogte te stellen.
- Het hekwerk komt overeen met het hekwerk van het westelijke balkon van het landhuis.)
Redengeving:
Het gebouw als boven beschreven is van algemeen belang wegens schoonheid en volkskundige waarde op grond van de volgende waardestellende criteria:
- architectuur- en cultuurhistorische waarde vanwege de voor Curaçao kenmerkende opzet van een kern en galerijen en de karakteristieke voor- en achtergevels;
- ensemblewaarde van het landhuis met bijgebouwen plus badhuisje en een hofje met putten, waterreservoirs en dam.
Tot het hierboven vermelde monument behoort al hetgeen dat door bestemming of anderszins rechtens onroerend is.
Registratie: 2002-03-13
Afschrift Hypotheekbewaarder: 2002-02-13
Aanwijzingsbesluit: 2001-12-20
Publicatie: 2002-01-15
Inzage: gedurende 30 dagen vanaf