Description
Name of property:
Landhuis Groot Santa Martha
Characteristics:
One of the oldest country estates on Curaçao. Large complex with main structure and additional buildings and infrastructure. Main building positioned on elevated platform: one storey U- shaped structure with core area, gallery with kitchen and storeroom, and transverse side wings enclosing a patio. Typical steep gable roofs closed with funnel-shaped gables with classical top end. Patio closed with wall with arched openings, middle opening topped with front-on. Terraces with stairs on three sides. Stables, large magasina, drinking reservoirs for animals, typical cisterns with steps for human access, and hofi.
Monument value:
Architectural historical and cultural historical value as one of the older well-preserved country estates of Curaçao and because of the typical lay-out; ensemble value because of the coherence a complex of buildings of a former plantation.
Construction period:
18th / 19th and first half of 20th century
REGISTER OF LISTED HERITAGE
READ MORE
REGISTER VAN BESCHERMDE CULTUURHISTORISCHE ERFGOEDEREN
Landhuis Groot Santa Martha
Kadastrale gegevens: E – 47/22
Inleiding
Groot Santa Martha is een van de oudere plantages op het eiland die in de 17e-eeuw gesticht werden. Er werden diverse handelsgewassen, waaronder suikerriet, verbouwd. Uit een inventaris uit 1797 blijkt dat er een suikerrietmolen aanwezig was. Bovendien was er een grote veestapel. Door de ligging aan de Santa Marthabaai was het een van de belangrijkste zoutplantages. Het landhuis is zeer waarschijnlijk rond 1700 gebouwd. De bijgebouwen dateren voornamelijk uit de 19e– en 20e-eeuw. De afsluiting tussen de dwarsvleugels van het U-vormige landhuis dateert eveneens uit de eerste helft van de 20e-eeuw.
In 1975 heeft het eilandsbestuur het landhuis gekocht. De gebouwen zijn sindsdien een aantal keren ingrijpend gerestaureerd. In 2001 is het voormalige plantagecomplex met het hofje overgedragen aan de Fundashon Tayer Soshal Santa Martha.
Het landhuis ligt bij Soto, op enige afstand ten zuiden van de doorgaande weg naar Westpunt. Het huis is gesitueerd op een natuurlijke verhoging in het terrein temidden van de lager gelegen bijgebouwen.
De historische bebouwing van Groot Santa Martha bestaat uit het landhuis met een vrijstaande keuken, een regenbak, magasina’s, stallen en koralen. Ten zuidwesten van het landhuis ligt een hofje met putten, pos di pia pa hende, pos di pia pa bestia, resten van pompinstallaties, waterbakken en dammen. (1)
Beschrijving
Landhuis
Landhuis Groot Santa Martha heeft een U-vormige plattegrond bestaande uit een hoofdgebouw en twee dwarsvleugels. Het huis is opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag plus kap. Het hoofdgebouw heeft een kern met galerijen aan de langszijden. Boven de kern is een steil zadeldak waarop de lessenaarsdaken van de galerijen aansluiten. De nok is nagenoeg noord-zuid gericht. Op de hoeken sluiten de zadeldaken van de dwarsvleugels aan. Op de uiteinden van de dwarsvleugels worden de zadeldaken afgesloten door twee gelijkvormige tuitgevels. De tuitgevels zijn voorzien van klassiek geprofileerde topbeëindigingen, bestaande uit een fronton op een rechthoekig lijstwerk. De deklijsten van de tuitgevels zijn geprofileerd. Het dak heeft een overstek. (2)
De gevels zijn gepleisterd en geverfd. De westgevel van het hoofdgebouw heeft een centraal geplaatste, dubbele deur en tweemaal drie nagenoeg vierkante vensters met shutterramen. Voor de deur is een halfrond stoepje van geel/rode bakstenen. Bij de onderbouw is een verspringing in de gevelwand.
Op de oostgevel van het hoofdgebouw sluiten de twee dwarsgeplaatste vleugels aan. Het resterende middelste deel van de gevelwand heeft een dubbele paneeldeur met shutters; aan weerszijden van de deur is telkens een nagenoeg vierkant venster met shutterramen.
Aan de patiozijde hebben de gevelwanden van de zijvleugels telkens twee openingen. (3)
De sluitgevels van de zijvleugels liggen op het oosten. Beide hebben een staand venster met shutterramen op de eerste bouwlaag en een staand venster met een opgeklampt houten luik op de zolderverdieping. Boven de vensters zijn waterlijsten.
De patio wordt aan de oostzijde afgesloten door een scheidingsmuur die aansluit op de oostelijke gevels van de zijvleugels. Centraal is een doorgang met een segmentboog op imposten, pilasters en uitgespaarde zwikken. Boven de boog is een fronton op een rechthoekig lijstwerk. In het fronton is een staande, geprofileerde opening met een segmentboog. Hierin is een beeld van Santa Martha geplaatst. Aan weerszijden van de doorgang is telkens één staande, geprofileerde opening met een rondboog op imposten. De muur wordt aan de bovenzijde afgedekt door geprofileerde deklijsten. De voeting is voorzien van zware profielen aan de boven- en onderzijde en heeft rechthoekige uitsparingen.
De noordgevel van het landhuis heeft een dubbele paneeldeur met shutters en een vierkant venster in de kern; in de noordelijke vleugel is een vierkant venster.(4) De vensters zijn voorzien van shutterramen.
De zuidgevel van het landhuis heeft een dubbele paneeldeur met shutters en een vierkant venster in de kern. Uiterst links is tegenover de ingang van de keuken een dubbele houten paneeldeur met shutters. Op beide onderste helften van de deur is telkens een centraal geplaatste rozet van ijzer.
Interieur
In de kern van het landhuis is een sala en twee kleinere vertrekken. De ruimten staan door mahoniehouten paneeldeuren met elkaar in verbinding. In de kernmuren tussen de sala en de galerijen zijn twee, in elkaars assen geplaatste, dubbele, getoogde, mahoniehouten paneeldeuren. Aan weerszijden van de deuren is telkens een staand venster met resten van schuiframen. De vensterbanken zijn van steen en hebben, evenals de opgaande delen, een afgeronde hoeken met een profiel. De balklaag van de kern is in zicht. De sala heeft een vloer met zwart/wit geschakeerde marmeren tegels.
Terrassen
Het landhuis is aan drie zijden (noord, oost en zuid) omgeven door terrassen op een basement. De terrassen zijn voorzien van borstweringen. Het terras aan de westzijde heeft een trap in de as van de centrale ingang van het huis. De trap heeft drie treden in de vorm van concentrische halve cirkels. Aan de noord- en zuidzijde van het westelijke terras is telkens een trap waarvan de treden zich naar onderen enigszins verbreden. De trappen hebben borstweringen. In de zuidoosthoek van het terras sluit op de westgevel van de keuken het taphokje van de onderliggende regenbak aan. Het hokje heeft een rechthoekige plattegrond, is opgetrokken in steen en is afgedekt door een gewelf. De noord- en zuidzijde hebben een geprofileerde, segmentboogvormige bekroning. Het profiel wordt aan de westzijde voortgezet. In de noordelijke wand is een opgeklampt houten luik. De onderliggende regenbak heeft twee overlopen in het basement van het terras.
De terrassen aan de noord- en zuidzijde hebben beide een trap. De treden verbreden zich naar onderen. In de bovenste trede van de trap aan de noordzijde zijn IJsselsteentjes gebruikt. Het basement van het noordelijke terras is verzwaard en verspringt tweemaal.
Bijgebouwen
- A) en B) Aan weerszijde van de westelijke galerij van het landhuis, staat een klein bijgebouw. Het zuidelijke bijgebouw is de keuken A) en het noordelijke gebouw was een bergruimte B. (5) Zij hebben een nagenoeg vierkante plattegrond en ze zijn opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag.
- A) De keuken heeft in de noordelijke gevelwand een dubbele houten deur. De zuidgevel heeft in het basement een opgeklampte houten deur. Aan de oostgevel is de uitbouw van de fogon met schoorsteen. Links van de fogon is een klein staand venster met een enkelvoudig opgeklampt houten luik.
- C) Ten zuiden van het landhuis staan vier bijgebouwen (twee bergruimten, een paardenstal en een garage), die op elkaar aansluiten. Ze zijn opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag en hebben zadeldaken. De zadeldaken zijn gevat tussen puntgevels. De nokken van de eerste drie gebouwen zijn oostwest gericht. De nok van de garage is noord-zuid gericht. De daken hebben een overstek.
De gevels zijn gepleisterd en geverfd.
C1) Uiterst westelijk is een bergruimte met een vierkante plattegrond. De gevel op het westen heeft een deur. Boven de deur is de opening van een duiventil. Voor de deur is een stoepje.
C2) De paardenstal heeft een langwerpige plattegrond. De voorzijde op het noorden is open. Aan deze zijde rust het dak op vier vierkante kolommen. Aan de voorzijde van de kolommen zijn ijzeren ringen (voor de paarden) en een mestgeul. In het oostelijke deel van de stal zijn twee in steen opgetrokken boxen en een vloer van steen bewaard gebleven.
C3) Op de oostzijde van de paardenstal sluit een kleine bergruimte aan. Deze heeft een rechthoekige plattegrond. In de noordelijke voorgevel is een deur.
C4) Op de oostzijde van de bergruimte sluit een garage aan. Deze heeft een rechthoekige plattegrond. In de noordgevel is een dubbele garagedeur met een waterlijst en een staande ventilatieopening in de geveltop. In de oost- en zuidgevel is telkens een staand venster plus waterlijsten. De zuidgevel heeft ook een ventilatieopening in de geveltop.
- D) Ten oosten van de bijgebouwen genoemd onder C) ligt een grote magasina. Deze is opgetrokken in steen op een rechthoekige plattegrond over een bouwlaag en kap; de nokrichting is oostwest. De magasina heeft schuinsopgaande wanden. Het zadeldak is gevat tussen puntgevels. (6) Op de kopse zijden en op de lange zuidelijke gevel sluiten aanbouwen met lessenaarsdaken aan. Ze zijn eveneens opgetrokken in steen. De hoge zijden van de lessenaarsdaken sluiten aan op de magasina. Alle gevels zijn gepleisterd en geverfd. In de voorgevel op het noorden is een centraal geplaatste, segmentboogvormige deuropening met een dubbele schuurdeur. De opening is geplaatst in een rechthoekige uitsparing in de gevelwand. Aan de achterzijde van de magasina is een kleine, halfronde deuropening. Deze komt uit in een aanbouwen aan de zuidzijde waarvan het niveau van de vloer lager ligt. Voor de deur is een stenen trapje. De aanbouw is een open schuur; het dak rust op twee stenen kolommen.
In het oostelijke deel van de aanbouw achter de magasina is een regenbak. Deze heeft een vierkante plattegrond. De regenbak heeft een stenen trapje en een luik in de westelijke zijgevel. De bak heeft afgeronde binnenhoeken. Tegen de zuidgevel bevindt zich de aanzet van een gemetselde goot of aquaduct.
De bijgebouwen die aansluiten op de kopse zijden van de magasina hebben een rechthoekige plattegrond. In de noordelijke gevels is een dubbele schuurdeur.
- E) Aan de noordzijde van het landhuis liggen koralen waarvan de stenen muren gedeeltelijke bewaard zijn gebleven.
- F) Ten noordoosten van het landhuis bevinden zich de restanten van een grote magasina. Deze heeft een rechthoekige plattegrond en was opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag en kap. De nok van de kap was oostwest gericht. Het zadeldak was gevat tussen twee puntgevels. (7) De gevels hebben schuinsopgaande wanden en zijn gepleisterd. In de zuidgevel (voorgevel) is een centraal geplaatste schuurdeur.
Op de kopse zijden van de magasina sluiten twee schuurtjes aan. Zij hebben een rechthoekige plattegrond, ze zijn opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag en hebben lessenaarsdaken, waarvan de hoge zijden aansluiten op de zijgevels van de magasina. De gevels zijn gepleisterd. In de zuidelijke gevels is een deur.
- G) Ten zuidwesten van het landhuis ligt een hofje met een systeem van putten en kanalen ten behoeve van de waterhuishouding van de plantage.
G1) Boven in de helling ten zuidwesten van het landhuis ligt een lage, smalle waterbak (ca. 10m x 1,50m) met afgeronde binnenhoeken. Hij is opgetrokken in steen en gepleisterd. De bak is onderverdeeld in twee delen. De bovenzijden van de muurtjes zijn bol.
G2) In een helling, ca. 20m ten zuiden van de waterbak G1, is een onderbouw van de voormalige pompinstallatie van “pos Rendigo“. Deze heeft een vierkante plattegrond en is opgetrokken in steen en gepleisterd. Aan de zuidzijde heeft de constructie een hoge, smalle, opening met een boogvormige bovenzijde. Onder de opening is een diepe bak die door middel van stenen treden toegankelijk is. Aan de noordzijde van de constructie zijn uitkragende trapstenen.
G3) Ca. 30m ten zuiden van deze put is een langgerekte, smalle waterbak (ca. 55m x 57cm binnenwerks). De lengterichting is nagenoeg oostwest. In het midden is een bakje met overloop. Op de oostzijde sluit in het verlengde van de smalle bak een bredere waterbak aan (ca. 17m x 1,80m binnenwerks). De waterbakken zijn onderverdeeld met schotten. Aan de zuidzijde staan 11 steunberen. De bakken zijn opgetrokken in steen en gepleisterd.
G4) Ca. 50m ten zuiden van de waterbakken G3, aan de andere zijde van een rooi, bevindt zich een put met de naam “pos Djana“. De put heeft een doorsnede van ca. 2,80 binnenwerks. De putrand is opgetrokken in steen en is ca. 45cm breed en 60cm hoog. Tegen de oostelijke rand staat een vierkante, in baksteen opgetrokken kolom van ca. 2m hoog.
G5) Ca. 63m ten zuiden van put G4) staat een grote, langgerekte waterbak met schuinsopgaande wanden en afgeronde binnenhoeken. Hij is opgetrokken in steen en gepleisterd. De lengterichting is nagenoeg oostwest. De binnenwerkse afmetingen zijn: ca. 25m lang, 1,35m hoog en 1,80m breed. Hij is door twee tussenschotten van steen onderverdeeld. De tussenschotten hebben aan de onderzijde een opening. Tegen de lange noord- en de zuidzijde staan drie respectievelijk twee opstapjes van steen. Onder in de lange zijden zijn ijzeren buizen aangebracht, sommige voorzien van een kraan. Onder in de korte oostzijde steekt een buis van koper; hij heeft een grotere doorsnede is voorzien van een koperen kraan.
G6) Ca. 25m ten westen van de waterbak G5 is een put met de naam “pos Benitu“. De schacht heeft een doorsnede van ca. 4,50m binnenwerks. Het bovenste gedeelte van de schacht is opgetrokken in steen, het onderste deel is in steen uitgehakt. De putrand is opgetrokken in steen en is gepleisterd. Hij is ca. 40cm breed en tot 1 m hoog.
Ten zuiden van de put staat de onderbouw een voormalige pompinstallatie; deze is voorzien van een marmeren plaat met datum: “juli 1926”. Het bouwwerk heeft een nagenoeg vierkante plattegrond, is 3m hoog en is opgetrokken in steen. De wanden zijn gepleisterd. Op de oostzijde sluit een rechte stenen trap aan van drie treden en een bak met een overloop. Aan de zuidzijde zijn 5 uitkragende trapstenen. Aan de noordzijde is in de constructie een hoge, opening met een segmentboogvormige bovenzijde. Daaronder is een diepe bak die door middel van stenen treden toegankelijk is.
G7) Tussen de put G4) en waterbak G5) zijn vier vierkante, afgedekte waterbakken. De binnenzijden hebben afgeronde hoeken. Uit de waterbakken steken ijzeren buizen.
G8) Op enige afstand ten oosten van put G4, vlak bij de openbare weg, is een put die “pos Destilen” werd genoemd. De put heeft binnenwerks een doorsnede van ca. 3 m. De metselde putrand is ca 40cm breed en tot 60cm hoog. Het bovenste deel van de schacht is opgetrokken in steen. Verder naar beneden is de schacht in steen uitgehakt.
Ten westen van de put staat de stenen onderbouw van een pompinstallatie met de datum “mei 1926”. Deze heeft een nagenoeg vierkante plattegrond en is opgetrokken in steen en is gepleisterd. Aan de oostzijde is een opening. Onder de opening is een diepe bak die door een aantal treden toegankelijk is. Tegen de constructie staat een rechthoekige uitbouw met een overloop.
G9) Op ca. 100 afstand ten westen van put G8 is een “pos di pia pa hende“. Aan de noordzijde van de put leidt een trap van breuksteen naar beneden. De put en de trap is omgeven door een borstwering met de plattegrond van een sleutelgat. De borstwering is opgetrokken in steen en gepleisterd; hij is ca. 36cm breed en tot 60cm hoog. Het bovenste gedeelte van de put is opgetrokken in breuksteen; het onderste deel van de schacht is in steen uitgehakt.
G10) Op korte afstand ten westen put G9 is nog een “pos di pia pa hende“, die vroeger ook wel “pos di patu” werd genoemd. Deze put heeft geen schacht. Het is een laaggelegen “vijvertje” dat aan de noordzijde door middel van een stenen trap toegankelijk is. Het water is omgeven door een borstwering met een onregelmatige, polygonale plattegrond. De borstwering is opgetrokken in steen en gepleisterd.
Tegen de westzijde van de put liggen de fundamenten van drie kleine waterbakken. De wanden van deze bakken waren bekleed met IJsselstenen die met een laag rode trasmortel waren afgepleisterd. De bakken hadden afgeronde binnenhoeken.
G 11) Op een hoger niveau ten westen van deze bakken staan restanten van de muren van twee waterbakken. Deze bakken stonden op verschillende niveaus. Zij waren in steen opgetrokken over een rechthoekige plattegrond. De binnenzijden waren bekleed met IJsselstenen waarop een laag rode trasmortel was aangebracht. De bakken hadden afgeronde binnenhoeken.
Ten noorden van deze bakken bevinden zich resten van fundamenten van keermuren en waterkanalen. De waterkanalen waren opgebouwd in steen met IJsselstenen en een pleisterlaag van rode trasmortel.
G12) Op korte afstand ten westen van de pos di pia G10, ten westen van een kleine heuvel, is een “pos di pia pa bestia” die “pos cabai” werd genoemd. De put was vroeger gedeeltelijk omgeven door keermuren. Fundamenten van de oude keermuren zijn bewaard gebleven. (8)
G13) Op enige afstand ten zuidwesten van de pos de pia G11 is nog een “pos di pia pa bestia“. Deze loopput is groter dan de put G11. Ook hier zijn restanten van stenen en fundamenten van keermuren aangetroffen.
(Opmerkingen:
- In de omgeving van het landhuis zijn een aantal bijgebouwen in de tweede helft van de 20e eeuw toegevoegd. De poort aan de openbare weg is een recente kopie van de poort van het landhuis.
- De oorspronkelijke dakconstructie en de dakbedekking zijn tijdens restauraties vervangen en gewijzigd. Oorspronkelijk had het huis slechts een centraal geplaatste dakkapel aan de westzijde.
- De oorspronkelijke openingen zijn gewijzigd, zie Ozinga pag. 239.
- Het tweede venster is later toegevoegd. In de westelijke galerij was voorheen een deuropening. Zie Ozinga pag. 239.
- De daken van de beide bijgebouwen zijn gewijzigd (zie Ozinga pag. 239); van de bergruimte zijn de openingen niet meer oorspronkelijk.
- De constructie en de dakbedekking zijn tijdens een restauratie geheel vernieuwd. De dakkapellen zijn toegevoegd.
- Het oorspronkelijke zadeldak is ingestort.
- Op de restanten van de keermuren zijn in 2001 weer nieuwe keermuren opgetrokken om te voorkomen dat de pos di pia)
Redengeving
Het gebouw als boven beschreven is van algemeen belang wegens schoonheid en volkskundige waarde op grond van de volgende waardestellende criteria:
- architectuur- en cultuurhistorische waarde als een van de oudste landhuizen van Curaçao;
- architectuurhistorische waarde vanwege de voor Curaçao kenmerkende opzet van een kern met galerijen, vanwege de voor Curaçao vrij unieke U-vormige plattegrond, vanwege de typerende gevels met een klein fronton op een rechthoekig lijstwerk en een vrijstaande keuken met fogon;
- architectuur- en cultuurhistorische waarde als een van de oudst bewaard gebleven plantagewoningen op het eiland;
- historische ensemblewaarde van de plantagewoning met diverse bijgebouwen, koralen en een hofje.
Tot de hierboven vermelde monumenten behoort al hetgeen dat door bestemming of anderszins rechtens onroerend is.
Registratie: 20 januari 2003
Afschrift Hypotheekbewaarder: 23 januari 2003
Aanwijzingsbesluit: 20 december 2001
Publicatie: 15 januari 2002
Inzage: gedurende 30 dagen vanaf 15 januari 2002