REGISTER VAN BESCHERMDE CULTUURHISTORISCHE ERFGOEDEREN
Landhuis Habaai
Kadastrale gegevens: Sectie: 5 – Meetbrief Nr.: 6K – 4
Inleiding
Landhuis Habaai is gebouwd in het midden van de 18e-eeuw. De eigenlijke naam van de plantage is “Welgelegen”. Sinds 1771, toen Jacob Gabay Henriquez de plantage op naam van zijn kinderen kocht, is de naam Habaai in gebruik gekomen. In 1864 kwam het huis in bezit van de Zusters Poenitenten Recollectinen van de Onbevlekte Ontvangenis uit Roosendaal (Nederland), die het aanvankelijk als pensionaat en daarna als weeshuis in gebruik namen. Ten behoeve van de nieuwe bestemming werden gebouwen toegevoegd. De oostelijke zijvleugel dateert uit deze periode.
Het landhuis ligt ten zuiden van de Frater Radulphusweg. Het is gebouwd op een licht hellend terrein, dat afloopt naar de Radulphusweg en de Nijlweg.
De historische bebouwing bestaat uit het eigenlijke landhuis, een regenbak, een zijvleugel en bijgebouwen.
Beschrijving
Landhuis
Het landhuis heeft een rechthoekige plattegrond en is opgetrokken in steen over twee bouwlagen en een kap, waarvan de nok O-W gericht is en evenwijdig loopt aan de Radulphusweg. Het huis bestaat uit een kern met galerijen aan de noordelijke en zuidelijke langszijden. Boven zowel de kern als de galerijen bevindt zich een volledige verdieping. De kern heeft een zadeldak waarop de lessenaarsdaken van de galerijen aansluiten. Het zadeldak is gevat tussen twee gelijkvormige topgevels met uitgezwenkte en, boven een rechthoekige knik, omgekeerd S-vormige gevelcontouren, die – na een geprofileerde uitkraging – eindigen in een segmentvormige boog met een vierkante knopbekroning. De topgevels en de zijkanten van de lessenaarsdaken hebben geprofileerde deklijsten. Het zadeldak heeft drie dakkapellen met een eenvoudig driehoekig topveld op zijconsoles. De dakkapellen zijn voorzien van vierkante vensters met opgeklampte houten luiken. Het dak is gedekt met gesmoorde, oudhollandse dakpannen.
De gevels zijn gepleisterd en geverfd. De voorgevel (zuidgevel) heeft op de eerste bouwlaag een arcade van zeven segmentbogen op vierkante pijlertjes. De centrale boog en de twee buitenste bogen zijn doorgangen; de tussenliggende bogen zijn afgezet met een borstwering. De aanzet van de bogen wordt gemarkeerd door geprofileerde imposten. De boogzwikken zijn uitgespaard. Rechts van de arcade, op het einde van de gevelwand, is een staand venster met een waterlijst en opgeklampte houten luiken. Daarachter is een schuifraam met een roedeverdeling. In het andere geveleinde, links van de arcade, is ook een opening. Boven de bogen van de arcade sluit een omgaande lijst aan, die de eerste bouwlaag afsluit. De tweede bouwlaag heeft zes staande vensters met schuiframen. Tegen de onderkant van de vensters bevindt zich nog een horizontale lijst.
De kerngevel in de galerij op de begane grond heeft een centraal geplaatste dubbele deur met aan weerszijden een vierkant venster met opgeklampte houten luiken en gekoppelde schuiframen met een roedeverdeling. Op de vloer van de galerij liggen witte en grijze marmeren tegels.
De achtergevel (noordgevel) heeft zowel op de eerste als op de tweede bouwlaag een open arcade met zeven boogvormige openingen, die in elkaars assen liggen. De centrale boog op de begane grond fungeert als doorgang. De andere bogen hebben een borstwering. Evenals bij de voorgevel: imposten bij de aanzet van de bogen, uitgespaarde boogzwikken en tussen de beide arcaden twee horizontale lijsten. De kerngevel op de begane grond heeft een centraal geplaatste dubbele deur met aan weerszijden een vierkant venster met schuiframen en een roedenverdeling.
Op de linkerhoek van de achtergevel sluit de dwarsgeplaatste oostelijke zijvleugel aan.
De westelijke zijgevel heeft een centrale dubbele deur met aan weerszijden een nagenoeg vierkant venster met schuiframen. Op de tweede bouwlaag is, in de as van de deur, een vierkant venster met shutterramen. De tweede bouwlaag wordt afgesloten door een zwaar geprofileerde gootlijst. Op de zolderverdieping is in de middenas een vierkant venster met opgeklampte houten luiken en een waterlijst. Voor de deur op de begane grond is een uitzwenkende trap met boogvormige treden van rode bakstenen.
De oostelijke zijgevel heeft op de eerste bouwlaag een centraal geplaatste dubbele deur en tweemaal twee staande vensters met schuiframen. De deur en de vier vensters zijn voorzien van waterlijsten. De bouwlaag wordt afgesloten door een lijst. De tweede bouwlaag heeft een centraal geplaatst staand venster en telkens een staand venster met waterlijsten in de voor- en achtergalerij. De tweede bouwlaag wordt afgesloten door een geprofileerde goot. Op de zolderverdieping is een centraal geplaatst staand venster met opgeklampte, houten luiken en een waterlijst. Het basement heeft een brede verspringing. Voor de centraal geplaatste deur op de begane grond is een uitzwenkende trap met boogvormige treden. In de trap zijn rode bakstenen en gele IJsselstenen gebruikt.
Interieur
De trappen naar de verdieping bevinden zich in de zuidwesthoek van het gebouw. De vloer van de zolderverdieping bestaat uit brede houten delen.
Terrassen
Voor de zuidgevel bevindt zich een terras. Het is afgezet met een laag muurtje dat aansluit op de hoeken van de voorgevel. In de as van de hoofdingang is een doorgang. Hierop sluit een uitzwenkend trapje van twee treden en een boogvormig stoepje aan. De trap en het stoepje bestaan uit IJsselsteentjes en rode handvorm stenen. Tussen de ingang van het huis en het trapje is een breed pad van rode handgevormde bakstenen.
Regenbak
Tegen de westelijke zijgevel van het landhuis staat een regenbak. Hij heeft een rechthoekige plattegrond en is opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag. De hoge zijde van het dak ligt op het zuiden.
- A) De oostelijke zijvleugel heeft een rechthoekige plattegrond. Hij is opgetrokken in steen en bestaat uit twee bouwlagen op een basement en een kap. De nok van het zadeldak is noord-zuid gericht en staat dwars op de hoofdnok. Het zadeldak is gevat tussen tuitgevels met zogenaamde schouders en geprofileerde deklijsten. Het dak is gedekt met gesmoorde oudhollandse dakpannen. Rondom langs de gevels van het gebouw loopt een zwaar geprofileerde gootlijst.
De gevels zijn gepleisterd en geverfd. Het linker gedeelte van de zuidgevel sluit aan op het hoofdgebouw. Op de eerste bouwlaag van de zuidgevel zijn twee staande vensters. Boven de vensters is een omgaande, horizontale lijst. Op de tweede bouwlaag zijn twee staande vensters in de assen van de onderliggende vensters. Boven de vensters is een uitgespaard segmentvormig boogveld. Op de zolderverdieping is een vierkant venster met opgeklampte houten luiken. Boven dit venster is eveneens een uitgespaard segmentvormig boogveld. Het basement heeft een verspringing.
De oostgevel heeft op zowel de eerste als de tweede bouwlaag vijf staande vensters. Boven de vensters van de eerste bouwlaag is de omgaande, horizontale lijst. Op de tweede bouwlaag hebben de vensters een uitgespaard segmentvormig boogveld.
Op de noordgevel sluit een dwarsgeplaatst bijgebouw aan. Op de eerste bouwlaag is een staand venster met shutterramen. Boven het venster is de omgaande horizontale lijst. De tweede bouwlaag heeft twee staande vensters met shutterramen en een uitgespaard segmentvormig boogveld. Op de zolderverdieping is een staand venster met opgeklampte houten luiken en een uitgespaard segmentvormig boogveld. In de gesloten wand van het basement is een verspringing.
De westgevel ligt aan een binnenplaats. Op de eerste bouwlaag is een arcade met vijf bogen. De bogen rusten op rechthoekige muurtjes, die bij de aanzet van de bogen een verspringing hebben. De boogzwikken hebben een lichte uitsparing. Boven de bogen is een horizontale lijst, die de eerste bouwlaag afsluit. Op de tweede bouwlaag zijn vijf staande vensters met aan de bovenzijde een uitgespaard segmentvormig boogveld. De kerngevel op de eerste bouwlaag heeft een dubbele deur, drie staande vensters met schuiframen en een dubbele deur. De deuren hebben bovenlichten. In de dwarsgeplaatste muur aan de zuidzijde van de galerij is een dubbele deur, die de verbinding vormt met het hoofdgebouw. Boven de deur is een uitgespaard segmentvormig boogveld. Aan de noordzijde is een boogvormige doorgang.
- B) Het noordelijke bijgebouw heeft een rechthoekige plattegrond en is opgetrokken in steen over twee bouwlagen en een kap. De nokrichting van het schilddak is oostwest gericht en loopt evenwijdig aan de nok van het hoofdgebouw. Het schilddak heeft een overstekend dak en is gedekt met gesmoorde oudhollandse dakpannen. Het heeft twee pirons van steen, de nok en hoekkepers zijn van pannen gemaakt.
De gevels zijn gepleisterd en geverfd. De noordgevel heeft op de eerste bouwlaag een deur met aan weerszijden telkens een klein venster. Op de tweede bouwlaag zijn twee staande vensters. Voor de deur is een recht trapje. Tegen het rechter gedeelte van de gevel is een smalle aanbouw tot halverwege de tweede bouwlaag. Hij heeft een rechthoekige plattegrond, is opgetrokken in steen, is gepleisterd en geverfd en heeft een half schilddak met smoorde oudhollandse dakpannen.
In de oostgevel bevinden zich op zowel de eerste als de twee bouwlaag twee staande vensters van verschillende grootte. Langs de westgevel leidt een trap naar de hoger gelegen binnenplaats. Op de eerste bouwlaag bevinden zich een staand en een liggend venster en op de tweede bouwlaag is een kleine vierkante opening en een staand venster.
- C) Ten westen van de trap en tegen de noordzijde van het basement van de binnenplaats bevindt zich een klein bijgebouw met een rechthoekige plattegrond. Het is opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag en heeft een lessenaardak, waarvan de hoge zijde aansluit op het basement van de binnenplaats. Het dak is gedekt met rode en gesmoorde oudhollandse dakpannen. De gevels zijn gepleisterd en geverfd. In de westgevel is een deur. De noordgevel heeft twee staande vensters.
De binnenplaats rust aan de westzijde op een basement met schuin oplopende muren op de noordwesthoek.
Redengeving
Het gebouw als boven beschreven is van algemeen belang wegens schoonheid en volkskundige waarde op grond van de volgende waardestellende criteria:
- architectuurhistorische waarde als landhuis met een voor Curaçao kenmerkende opzet met kern en galerijen en vanwege de 18e-eeuwse barokke zijgevels;
- cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een landhuis in de omgeving van de stad met twee volledige bouwlagen;
- ensemblewaarde van een landhuis met regenbak en bijgebouwen.
Tot het hierboven vermelde monument behoort al hetgeen door bestemming of anderszins rechts onroerend is.
Registratie: 1999-08-12
Afschrift Hypotheekbewaarder: 1999-08-30
Aanwijzingsbesluit: 1999-07-12
Publicatie: 1999-07-19
Inzage: gedurende 30 dagen vanaf 1999-07-19