REGISTER VAN BESCHERMDE CULTUURHISTORISCHE ERFGOEDEREN
Landhuis Parera
Kadastrale gegevens: Sectie: Rooibrief Nr.: 5 – 2R – 128
Inleiding
Landhuis Parera, waarvan de hoofdvorm met de strakke tuitgevels met eenvoudige topbeëindigingen dateert uit de eerste helft van de 19e-eeuw, en de neoclassicistische decoraties uit de tweede helft van 19e-eeuw.
De plantage werd gevormd door de landtong grenzend aan het Schottegat, ten noorden van de berg Arrarat; het landhuis ligt op het hoogste punt ervan.
Parera ontleent zijn naam aan de eerst bekende eigenaresse, de weduwe E. Parera, die de plantage in 1745 aan Claas Schotborgh verkocht. Voorheen heette de plantage Berg Carmel. In het begin van de 19e eeuw bezat de plantage zoutpannen in het Schottegat. Later werden plantage en huis gebruikt als buitenplaats. Uit die tijd stammen ook de neoclassicistische ornamenten, zoals de draperieversiering en de tandlijst. De oorspronkelijke bijgebouwen zijn niet meer aanwezig (1).
Beschrijving
Landhuis
Het landhuis heeft een langgerekte, rechthoekige plattegrond bestaande uit een kern en galerijen aan de langszijden. Het huis is opgetrokken in steen. De kern heeft twee bouwlagen plus een kap, de galerijen hebben een enkele bouwlaag. De nok van de kap is nagenoeg noord zuid gericht. De kern heeft een zadeldak, dat gevat is tussen twee tuitgevels met geprofileerde 19e-eeuwse topbeëindigingen en geprofileerde deklijsten, die beneden eindigen in een knik. Boven de galerijen zijn flauw hellende lessenaarsdaken, waarvan de hoge zijden aansluiten op de tweede bouwlaag van de kern. Het zadeldak is gedekt met rode kruispannen (2).
De gevels zijn gepleisterd en geverfd. Alle gevels zijn voorzien van twee omgaande (goot)lijsten (3). De gootlijst van het zadeldak is zwaar geprofileerd en reikt tot vlak boven de vensters van de tweede bouwlaag. De gootlijst van het lessenaarsdak heeft een brede, geprofileerde lijst die voorzien is van een draperieversiering en een tandlijst. Ook hier eindigen de profielen van de lijst vlak boven de ramen en deuren (4).
De westgevel (voorgevel) heeft een centraal geplaatste, dubbele, houten paneeldeur en tweemaal vier staande vensters. De tweede bouwlaag heeft, in de assen van de onderliggende deur en vensters, centraal een deur (5) en 8 staande vensters.
De oostgevel (achterzijde) is over beide bouwlagen gelijk aan de westgevel. Op de hoeken van de eerste bouwlaag is telkens een standgoot (6), waarop de profielen en de ornamenten van de gootlijst doorlopen. Bovendien hebben de standgoten een profilering ter hoogte van de bekroning van de pilaren van de aangrenzende omheining van het terras.
De zuidelijke zijgevel heeft op de eerste bouwlaag 4 staande vensters, twee in de kern en telkens een in de aangrenzende galerijen. Op de tweede bouwlaag is een centraal geplaatst, staand venster in de kern. Aan weerszijden van de kern sluiten de zijkanten van de flauwhellende lessenaarsdaken aan. De zolderverdieping heeft een liggend venster met een waterlijst. In de top van de gevel is een oculus, waarvan de bovenzijde een halfcirkelvormige decoratie van bakstenen heeft.
Met uitzondering van de eerste bouwlaag is de noordelijke zijgevel van het landhuis gelijk aan de zuidelijke zijgevel (7). De eerste bouwlaag heeft een niet oorspronkelijke deur en drie staande vensters, een in de kern en telkens een in de aangrenzende galerijen (8). Bij de onderbouw is een lichte verspringing in de gevelwand.
Interieur: van het oorspronkelijke interieur is op een paar kozijnen na niets bewaard gebleven
Terrassen
Voor de lange zijden van het huis, aan de west en oostzijde, is een terras over de volle breedte. De vloer hiervan is gedeeltelijk bedekt met grote vierkante plavuizen van rode en rood/bakkende klei; bijvoorbeeld in een halve cirkelvorm voor de deur aan de westgevel (9). Het westelijke terras is door vierkante kolommen en voetingsmuurtjes afgezet, met houten vernieuwde spijlen daartussen. De kolommen hebben afgeknotte, geprofileerde bekroningen. In de as van de centraal geplaatste hoofdingang en aan de zijkanten van het terras is telkens een doorgang.
De kolommen bij de doorgangen zijn groter dan de andere kolommen en voorzien van een profiellijst halverwege en ornamenten, bestaande uit reliëfs en uitsparingen in ruitvormen. Bij de centrale en noordelijke doorgang van het terras liggen IJsselsteentjes. Voor het westelijke terras bevindt zich over de volle breedte nog een tweede terras met een lage gesloten borstwering. In de as van de hoofdingang is in het tweede terras een doorgang met trap (10). De met gele handvormstenen bedekte trap verbreedt zich en heeft een uitzwenkende borstwering met smalle halfronde band op het bovenvlak. Aan de bovenzijde van de trap staan twee pilaartjes, waarop de borstweringen van het terras en de trap aansluiten. De pilaartjes hebben eveneens uitsparin gen met ruitpatronen.
Het terras op het oosten heeft een dichte, lage borstwering aan de voorzijde, ook met halfronde band op het bovenvlak, en kolommen met voetingsmuurtjes aan de zijkanten (11). In de as van de centraal geplaatste achteringang van het landhuis is een doorgang en een trap. Aan weerszijden van de doorgang is een vierkante kolom met afgeknotte, geprofileerde bekroning. Deze kolommen zijn breder en rijker versierd met uitsparingen en geometrische patronen dan de kolommen aan de voorzijde. De borstwering van de zich naar beneden toe verbredende trap sluit aan op de kolommen; ook hier de halfronde band. De trap is bedekt met gele handvorm bakstenen.
(Opmerkingen:
- Zie: Ozinga, Afb. 228.
- De oorspronkelijke afdekking van de lessenaarsdaken is vervangen.
- De lijsten worden voortgezet langs de kopse gevels. De lijsten lijken massief en het is niet duidelijk of het oorspronkelijk gootlijsten zijn geweest.
- Alle vensters op de eerste bouwlaag zijn vervangen door houten ‘sunsashes’; de houten shutterramen op de verdiepingen zijn vernieuwd
- Dit was oorspronkelijk een venster
- De standgoten worden niet meer gebruikt en zijn aan de bovenzijde dicht.
- De oculus is hier verborgen achter een bord met de tekst “”D.O.W.””
- Mogelijk is de oorspronkelijke indeling van de eerste bouwlaag gewijzigd.
- Mogelijk waren de terrassen voorheen geheel met deze plavuizen afgedekt.
- De hoofddoorgangen aan oost en westzijde zijn voorzien geweest van een hekwerk; de scharnierpunten en uitsparingen hiervoor zijn bij een opknapbeurt verwijderd
- De doorgang aan de zuidzijde is niet oorspronkelijk. Zie: Ozinga: Afb. 230.)
Redengeving
Het gebouw als boven beschreven is van algemeen belang wegens schoonheid en volkskundige waarde op grond van de volgende waardestellende criteria:
- architectuur- en cultuurhistorische waarde als landhuis/buitenhuis met een voor Curaçao kenmerkende opzet van een kern en met galerijen aan weerszijden.
- architectuurhistorische waarde vanwege de bijzondere aanwezigheid van een verdieping en de vormgeving van gootlijsten, hekwerken en trappen
Tot het hierboven vermelde monument behoort al hetgeen dat door bestemming of anderszins rechtens onroerend is.
Registratie: 1999-02-05
Afschrift Hypotheekbewaarder: 1999-02-19
Aanwijzingsbesluit: 1998-09-25
Publicatie: 1998-10-05
Inzage: gedurende 6 weken vanaf 1998-11-03