Description
Name of property:
Landhuis San Juan
Characteristics:
One of the oldest plantations of the island. Main building with rectangular floor plan laid out on elevated platform. One storey structure with core area surrounded by galleries. Hipped roof with dormers over core area, adjoining slant roofs over galleries. Full-frontage front and rear terrace. Additional structures include a kitchen, a fornu di pan and salt grinders on the rear terrace, a group of magasina’s with cistern connected with an aqueduct to the main building. Also a magasina, corrals and a graveyard enclosing a walled-in rectangular open area with gate in front of the main building.
Monument value:
Architectural historical value as a country estate with a core surrounded by galleries, a lay-out typical of Curacao; architectural historical and cultural historical value as a well preserved country estate; historical value as the site where the Spaniards surrendered to the Dutch in 1634; ensemble value as plantation complex with outbuildings and corrals.
Construction period:
18th and 19th century
REGISTER OF LISTED HERITAGE
READ MORE
REGISTER VAN BESCHERMDE CULTUURHISTORISCHE ERFGOEDEREN
Landhuis San Juan
Kadastrale gegevens: plantageregister nr. E – 13/261
Inleiding
San Juan of Sint Jan is een van de oudste plantages van het eiland. Reeds voor 1662 heeft Matthias Beck, destijds vice-directeur van de West-Indische Compagnie, de grondslag voor de plantage gelegd. In 1634 vond op San Juan een belangrijke historische gebeurtenis plaats. De Spanjaarden – die het eiland sinds 1499 in hun bezit hadden – gaven zich hier op 20 augustus aan de Nederlandse veroveraars over.
San Juan heeft verschillende eigenaren gekend. Sinds 1806 is de plantage in het bezit van de familie Schotborgh, die het landhuis nog steeds bewoont. In dat jaar kocht Matthias Schotborgh de plantage van Jasper Ellis de Veer.
Het landhuis is zeer waarschijnlijk gebouwd rond het midden van de 18e eeuw. De plantage ligt ten zuiden van de zuidelijke Weg naar Westpunt, ten oosten van de plantage Groot Santa Martha en ten westen van de plantage Cas Abao, vroeger Engelenberg geheten. Het huis is gesitueerd op de noordelijke helling van een heuvel, vlakbij een hofje met o.a. kapokbomen.
Het plantagecomplex bestaat uit het eigenlijke landhuis, diverse bijgebouwen, koralen, een regenbak, een aquaduct, een aantal magasina’s en stallen, een put en een graf.
Beschrijving
Landhuis
Het landhuis heeft een rechthoekige plattegrond bestaande uit een langgerekte, rechthoekige kern met galerijen rondom. Tegen de achterzijde (zuidzijde) van het huis is op de oostelijke hoek een aanbouw met de keuken en op de westelijke hoek zijn drie verschillende aanbouwen. Het huis is opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag plus kap. De nok van het dak is oostwest gericht. De kern is afgedekt door een schilddak waarop de lessenaarsdaken van de galerijen aansluiten. Op het noordelijke dakvlak van het schilddak bevinden zich drie dakkapellen met in- en uitzwenkend topveld op zijconsoles. De daken zijn gedekt met zwart geglazuurde oudhollandse dakpannen.
De gevels zijn gepleisterd en geverfd. Alle vensters in de gevelwanden zijn voorzien van shutterramen. De lange voorgevel en de korte zijgevel hebben geprofileerde gootlijsten.
De voorgevel (noordgevel) heeft een centraal geplaatste dubbele paneeldeur met shutters. Aan weerszijden van de deur zijn tweemaal vier staande vensters met waterlijsten. De gevel heeft een schuinoplopend basement met aan de bovenzijde een kleine verspringing. Voor de centraal geplaatste deur is een licht uitzwenkende trap van IJsselsteentjes met een borstwering die onder aan de trap eindigt in een ronde verdikking.
De oostelijke zijgevel heeft drie staande vensters, waarvan één met waterlijst. In de gootlijst is een spuwer.
De westelijke zijgevel heeft een centraal geplaatste, opgeklampte houten deur bestaande uit twee delen, een zogenaamde ‘saya-ku-djèki’-deur, met aan weerszijden een staand venster. In het geveleind op het zuiden is nog een ‘saya-ku-djèki’-deur. Boven de deur bevindt zich in spuwer in de gootlijst.
De achtergevel (zuidgevel) heeft een centraal geplaatste, dubbele paneeldeur met shutters. Aan weerszijden zijn tweemaal twee vierkante vensters.
Tegen het oostelijk deel van de achtergevel (zuidgevel) is een aanbouw met de keuken. De aanbouw heeft een rechthoekige plattegrond, is opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag en heeft een lessenaardak met de hoge zijde op het westen. De gevels zijn gepleisterd en geverfd. De westelijke gevel heeft een opgeklampte, houten deur met een waterlijst. De zuidelijke gevel heeft een staand venster met waterlijst en een opgeklampt houten luik.
Tegen het westelijk deel van de zuidgevel zijn drie bijgebouwtjes geplaatst. Ze zijn opgetrokken in steen op een rechthoekige plattegrond. De gevels zijn gepleisterd en geverfd. Twee bijgebouwen liggen in het verlengde van de westelijke gevel; zij hebben zadeldaken met de nok evenwijdig aan het hoofdgebouw. De zadeldaken zijn gevat tussen tuitgevels met een segmentboogvormige topbeëindiging. In de beiden topvelden van het noordelijke bijgebouw staat de datum “1812” weergegeven. In de westelijke gevel van het noordelijke bijgebouw zijn twee boven elkaar geplaatste staande vensters. Het onderste venster heeft houten shutters en een waterlijst en de bovenste heeft een opgeklampt houten luik. Het zuidelijke bijgebouw heeft in de westgevel een opgeklampte houten deur.
Tegen de oostzijde van het noordelijke bijgebouw staat de derde aanbouw met een lessenaardak; gedekt met oudhollandse dakpannen, de hoge zijde op het westen. In de oostgevel is een staand venster met een shutterraam, in de zuidelijke gevel is een deur.
Interieur
Alle muren zijn ca. 45 cm dik. De kern bestaat uit drie ruimten, waarvan de vloer van de middelste ruimte – de ‘sala’ – is afgedekt met gele IJsselsteentjes in visgraatmotief. Vanuit de ‘sala’ zijn de noordelijke en zuidelijke galerij toegankelijk via een centraal geplaatste, boogvormige doorgang in de kernwanden. Aan weerszijden van deze doorgangen zijn in de sala telkens één staand venster met de oorspronkelijke schuiframen met een roedenverdeling. De galerijen zijn aan de langszijden niet onderverdeeld; aan de korte zijden zijn de galerijen verdeeld in vertrekken. Vanuit de zuidelijke galerij is de keuken toegankelijk. De keuken heeft een grote ‘fogón’. In de zuidelijke galerij is een recht stenen trapje van drie treden, afdekt met IJsselsteentjes, voor een hoge, boogvormige deur. Het is een dubbele houten, rechtsdraaiende deur, hetgeen mogelijk is door extra scharnieren in het midden. Achter de deur bevindt zich een houten steektrap naar de zolderverdieping. Deze en andere deuren zijn nog voorzien van oud sluitwerk. De vloer van de zolder bestaat uit een enkelvoudige balkenconstructie.
Terrassen
Aan de noord-, west- en zuidzijde van het landhuis is telkens een terras over de volle breedte. Deze zijn gedeeltelijk afgedekt met IJsselsteentjes. Het terras op het noorden heeft in de as van de boven beschreven trap voor de hoofdingang een tweede, uitzwenkende trap van IJsselsteentjes en een borstwering. De trap eindigt in een segmentboogvormig stoepje van IJsselsteentjes. Op de borstwering van het terras, ten westen van de trap, staat een zuil van ca. 65cm hoog. Aan de westzijde van het terras bevindt zich een brede stenen trap met plavuizen in blauwe steen. Aan de oostzijde is een smalle, rechte stenen trap.
Het westelijk terras wordt aan de noordzijde begrensd door een aquaduct tussen de noordwesthoek van het landhuis en de regenbak ten westen van het huis. Het aquaduct loopt over vier boogvormige en zes staande rechthoekige openingen. Onder de openingen zijn een aantal spuwers ter hoogte van het achterliggende terras. Tegen het noordelijke basement van het aquaduct is een kleine koraal met afgeronde hoeken en met een ingang op het oosten. Aan de west- en zuidzijde wordt het westelijke terras begrensd door koralen. Het terras is afgedekt met plavuizen in blauwe steen en gele en rode handvormsteen.
Op het zuidelijke terras, vlak achter de keuken, staat een fornu di pan; hij is opgetrokken in steen op een rechthoekige plattegrond. De lengteas loopt evenwijdig aan de nokrichting van het hoofdgebouw. De segmentboogvormige opening aan de korte westelijke zijde is afgezet met rode baksteen.
Vlak bij de oven, tegen de borstwering van het terras achter het huis, bevinden zich twee blokken van steen met een maalvlak waarop brokken zeezout fijngewreven konden worden. Om het maalvlak is een uitsparing of gootje.
In de as van de centraal geplaatste achteringang is in de borstwering van het terras een trap van drie treden in de vorm concentrische halve cirkels, afgedekt met IJsselsteentjes. De trap leidt naar het hoger gelegen, achterliggende terrein bestaande uit terrassen met koralen.
Bijgebouwen
- A) Ten westen van het hoofdgebouw staat een grote magasina. Hij heeft een rechthoekige plattegrond, met de lengteas oostwest gericht en is opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag met schuin opgaande wanden. De gevels zijn gepleisterd en gedeeltelijk geverfd. In de noordgevel is een centraal geplaatste deuropening met waterlijst.
- B) Tegen de noordelijke gevel van de grote magasina (A) is een regenbak gebouwd. Hij heeft een rechthoekige plattegrond, met de lengteas evenwijdig aan die van de magasina en is opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag. De regenbak is afgedekt met steen, waarop een taphokje met een staande opening plus geprofileerde waterlijst is geplaatst. De gevels zijn gepleisterd en geverfd. In de noordelijke gevelwand zijn drie overloopgaten.
- C) Ten westen van de regenbak staat tegen de noordgevel van magasina (A) een schuur met een rechthoekige plattegrond, opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag en voorzien van een lessenaardak, dat met zinken golfplaten is afgedekt en waarvan de hoge zijde aansluit op de noordelijke gevelwand van magasina (A). De gevels zijn gepleisterd en geverfd. In de noordelijke gevel is een centraal geplaatste, opgeklampte houten deur. Tussen de schuur (C) en de regenbak (B) zijn twee trappen opgemetseld, waarvan één toegang verschaft tot de grote magasina (A); de andere trap met bordes ontsluit de bovenzijde van de regenbak. De trap naar de magasina is gemaakt van breuksteen, de trap naar de regenbak is afgedekt met IJsselstenen.
- D) Tegen de korte westelijke zijgevel van het magasina (A) staat een klein bijgebouw met rechthoekige plattegrond, opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag, met zadeldak geklemd tussen twee tuitgeveltjes met 19e-eeuwse topbeëindiging. Het dak is gedekt met zinken golfplaten. In de noordgevel is een centraal geplaatste deuropening. In de top is een marmeren gevelsteen met inscriptie: “MS // 1893” (MS = Matthias Schotborgh). In de westgevel zijn twee staande vensters van kleine afmeting met houten shutterramen.
- E) Op enige afstand ten noorden van het magasina (A) is een grote magasina (F) met een rechthoekige plattegrond, opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag, een zadeldak met de nok oostwest gericht en tuitgevels. De gevels hebben schuin opgaande wanden en zijn gepleisterd en geverfd. De lange zuidelijke gevel heeft een centraal geplaatste deuropening. Op de korte oost- en westzijde van de magasina sluiten kleine bijgebouwtjes aan met een rechthoekige plattegrond, zadeldaken met de nokken dwars op die van de tussenliggende magasina (F) en tuitgevels. Het oostelijke bijgebouwtje heeft een centraal geplaatste deuropening in de zuidgevel. Boven de deur is een kleine opening van een voormalige duiventil. Het westelijke gebouwtje heeft excentrisch geplaatste deuropening in de zuidgevel.
- F) Op enige afstand ten noordoosten van het hoofdgebouw is een put met een opgemetselde rand en een binnenwerkse diameter van ca. 4m. De put is uitgehakt in steen en heeft een verspringing in de schacht.
- G) Op het terrein ten noorden van het hoofdgebouw, tussen de magasina’s (A) en (F), bevinden zich koralen. Ten zuidwesten van het hoofdgebouw zijn ook nog enige koralen en een klein bijgebouwtje met een rechthoekige plattegrond, opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag en een lessenaardak met de hoge zijde op het westen. In de westelijke gevel is een deuropening.
- H) Ten zuiden van de zandweg, die vanaf het landhuis naar de openbare weg voert, is een begraafplaats. Aan de weg zijn de resten van een muur en een toegang met vierkante kolommen. Vanaf de weg is een gepleisterde grafzerk zichtbaar.
Redengeving
Het gebouw als boven beschreven is van algemeen belang wegens schoonheid en volkskundige waarde op grond van de volgende waardestellende criteria:
- architectuurhistorische waarde als landhuis met de voor Curaçao kenmerkende opbouw van een kern en galerijen rondom;
- architectuur- en cultuurhistorische waarde als een landhuis dat nagenoeg onveranderd in de oud staat bewaard is gebleven;
- historische waarde als zijnde de plaats waar de Spanjaarden zich in 1634 aan de Nederlandse veroveraars hebben overgegeven;
- ensemblewaarde vanwege het plantagecomplex bestaande uit het eigenlijke landhuis met bijgebouwen en koralen.
Tot het hierboven vermelde monument behoort al hetgeen door bestemming of anderszins rechts onroerend is.
Registratie: 29 november 1999
Afschrift hypotheekbewaarder: 13 december 1999
Aanwijzingsbesluit: 29 oktober 1999
Publicatie: 5 november 1999
Inzage: 30 dagen vanaf 5 november 1999
Storende elementen
- Een gewijzigde vensteropening in de oostgevel met een aluminium schuifvenster.
- In de oostgevel is een staande vensteropening gewijzigd in een liggend venster.
- Het zadeldakje van het zuidelijke bijgebouw is ingestort. De dakbedekking van het noordelijke bijgebouw is waarschijnlijk niet oorspronkelijk.
- Het oorspronkelijke zadeldakje met dakpannen is vervangen door een afdekking van steen.