REGISTER VAN BESCHERMDE CULTUURHISTORISCHE ERFGOEDEREN
Landhuis Veeris
Kadastrale gegevens: Sectie: mbr – Meetbrief Nr.: 275 van 11 juli 1980
Inleiding
De familie Veeris, waarnaar de plantage en het huidige landhuis genoemd zijn, is de eerste bekende eigenaar van de plantages Drie Gebroeders en Westerveld. In het tweede decennium van de 19e-eeuws zijn deze plantages met de plantage Eendracht samengevoegd tot plantage Union. Uiteindelijk is deze plantage, die 108 ha groot was, naar de eerste eigenaren Veeris gaan heten. Het is niet duidelijk op welke plantage het landhuis stond dat nu de naam Veeris draagt.
Landhuis Veeris is gelegen ten westen van de Weg naar Westpunt ter hoogte en tussen de voormalige plantages Morgenster en Raphael.
De plantagecomplex bestaat uit het landhuis, een bijgebouw met regenbak, een magasina, een toilethuisje en koralen.
Beschrijving
Landhuis
Het landhuis bestaat uit een langgerekte rechthoekige kern met galerijen aan de lange zijden en aan de korte westelijke zijde. Het huis is opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag plus kap. De nok van het dak is oostwest gericht. De kern is afgedekt met een zadeldak, waarop de lessenaarsdaken van de galerijen aansluiten. Het zadeldak is gevat tussen twee tuitgevels met een topbeëindiging in de vorm van een kleine, licht gezwenkte driehoek. Aan de oostelijke zijgevel wordt de gevel, na een rechthoekige knik, ter plaatse van de galerijen voortgezet met zwakke in- en uitzwenkende lijnen. De gevels en de topbeëindigingen hebben deklijsten. Het zadeldak heeft tweemaal twee dakkapellen, bestaande uit een driehoekig topveld met deklijsten op consoles en een staand venster met shutterramen. Op het lange dakvlak op het noorden bevindt zich ten westen van de genoemde dakkapellen, ter plaatse van de binnentrap naar de zolderverdieping, nog een dakkapel met een lessenaardak, een staand venster en shutterramen. De daken zijn gedekt met (behandelde) oudhollandse dakpannen
De gevels zijn gepleisterd en geverfd. Alle vensters zijn staande vensters met (vernieuwde) shutterramen; de deuren hebben (vernieuwde) houten paneeldeuren met shutters in de bovenste helft. De hoeken van het huis worden geaccentueerd door lisenen.
De zuidgevel (huidige voorgevel) heeft drie dubbele houten deuren, waarvan één nagenoeg centraal geplaatst. Voor de deuren bevinden zich boogvormige stoepjes. Aan de linkerzijde van de deuren is telkens één venster. In het verlengde van de gevel aan de westzijde is een verbinding met drie boogvormen naar een magasina. De bovenzijde is afgedekt met een deklijst.
De noordelijke gevel (achtergevel) heeft twee dubbele deuren. Tussen de deuren is één venster. Ten oosten hiervan zijn nog drie vensters en ten westen zijn twee vensters.
De westelijke zijgevel heeft twee vensters. Ten zuiden van de vensters is een deuropening met een rechte stenen trap plus een borstwering, waarvan de bovenzijde geprofileerd is. Op de zolderverdieping is een venster met waterlijst.
De oostelijke zijgevel heeft drie vensters met waterlijsten; op de zolderverdieping is een centraal geplaatst venster met waterlijst; bezuiden dit venster is een kleine staande opening met een shutterluikje. In het verlengde van de zijgevel aan de noordzijde is een aquaduct op een segmentvormige boog, die het hoofdgebouw verbindt met de regenbak.
Interieur
De kern van het landhuis bestaat uit een ruime sala en een kleiner vertrek aan de oostzijde. In de lange kernwanden van de sala bevinden zich tweemaal twee boogvormige doorgangen naar de galerijen. De segmentvormige bogen zijn geprofileerd en rusten op lisenen met imposten. In de kern is de balklaag in het zicht. De plafonds van de galerijen zijn afgewerkt met kraalschroten en geprofileerde plafondlijsten. De vloeren bestaan uit brede houten delen; afgezet met geprofileerde plinten. Vanuit de westelijke galerij – die op de sala aansluit – voert een bordestrap naar de zolderverdieping. Het onderste gedeelte van de trap en het bordes – dat afgerond is – hebben een borstwering met platte, uitgezaagde, houten balusters. De zolderverdieping heeft een vloer met brede houten delen en een vliering.
Terrassen
Over de volle breedte van de huidige voorgevel (zuidzijde) is een terras, dat aan drie zijden door een lage borstwering is omsloten. De bovenzijde van de borstwering heeft boogvormige uitsparingen met op de hoge punten vlakke dekplaten. In de as van de nagenoeg centraal geplaatste hoofdingang van het landhuis is een naar beneden toe uitzwenkende trap met een borstwering. Onder aan de trap is een stoepje in de vorm van een segmentboog. De borstwering eindigt in een Toscaanse zuil met een geprofileerde dekplaat; de deklijst van de borstwering heeft op de bovenzijde een profiel.
Aan de noordzijde van het huis is een smal terras of stoep over de volle lengte, dat aan de noord- en westzijde is omgeven door een lage borstwering. In de as van de centraal geplaatste deur is een doorgang. Op korte afstand ten noorden van het huis staat een toegangspoort, bestaande uit twee vierkante kolommen met een bekroning van vier verticale, driehoekige velden (frontons) op de randen.
A) Op de noordoosthoek van het huis staat een bijgebouw met regenbak. Het heeft een rechthoekige plattegrond en is opgetrokken in steen over twee bouwlagen en een zadeldak. De nok is noord-zuid gericht en staat haaks op de nok van het hoofdgebouw. Het zadeldak is gevat tussen twee tuitgeveltjes met 19e-eeuwse topbeëindigingen. De tuitgevels zijn voorzien van deklijsten. Het dak is gedekt met oudhollandse dakpannnen. De gevels zijn gepleisterd er geverfd. Zij hebben een omgaande, geprofileerde gootlijst. In de westelijke gevel is op de begane grond de staande tapopening van de regenbak. Hij heeft een opgeklampt, houten luik en oude duimgehengen. Op de tweede bouwlaag is een (vernieuwde) dubbele houten paneeldeur met shutters. De kamer op de verdieping wordt ontsloten door een (vernieuwde) houten buitentrap. Aan de zuidelijke en noordelijke zijgevels is telkens een staand venster met (vernieuwde) shutterramen op de tweede bouwlaag. De regenbak op de eerste bouwlaag heeft afgeronde hoeken en wordt nog alszodanig gebruikt.
- B) Ten westen van het landhuis ligt een bijgebouw waarin voorheen stallen en magasina’s waren ondergebracht. Het gebouw heeft een langgerekte, rechthoekige plattegrond en is opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag en een zadeldak. De nok van het dak is oostwest gericht en ligt in het verlengde van de nok van het hoofdgebouw. Het zadeldak is gevat tussen twee tuitgevels met 19e-eeuwse topbeëindigingen. De tuitgevels zijn voorzien van deklijsten. Het dak is gedekt met rode oudhollandse dakpannen en heeft een overstek. De gevels zijn gepleisterd en geverfd. De gevel op het zuiden heeft een min of meer centraal geplaatste dubbele, houten deur met oude duimgehengen. Ten westen van de deur zijn twee kleinere deuropeningen met dubbele houten deuren, duimgehengen en met bovenlichten voorzien shutters Over de volle breedte van de zuidelijke gevel is een smalle stoep die aan de westzijde – vanwege de glooiing in het terrein – door middel van twee treden toegankelijk is. De stoep is van steen en gepleisterd. De westelijke zijgevel heeft een grote staande vensteropening met opgeklampte houten luiken plus duimgehengen. De noordelijke gevel heeft aan de westzijde twee staande vensteropeningen met dubbele houten, (vernieuwde) opgeklampte houten luiken en duimgehengen.
- C) Op enige afstand ten noorden van het bijgebouw B) staat een toilethuisje. Het heeft een rechthoekige plattegrond en is opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag. Het gebouwtje heeft een lessenaardak met de hoge zijde op het zuiden. De gevels zijn gepleisterd en geverfd. Aan de zuidzijde is een (vernieuwde) dubbele houten deur. In de oostelijke en westelijke zijgevels een staand venster. In het interieur bevindt zich een tweezits-toilet bestaande uit een laag muurtje – over de volle breedte van de achterwand – plus een horizontale houten plank met twee ronde openingen.
- D) Op korte afstand ten zuiden van het landhuis en de bijgebouwen bevinden zich enkele koralen. De muren van de koralen zijn opgetrokken in steen en gepleisterd.
- E) Aan de openbare weg staat een erfafscheiding met poort. De erfafscheiding bestaat uit twee stukken muur, die vanuit de weg naar de iets terug gelegen poort naar binnen buigen. De poort bestaat uit twee vierkante kolommen met een bekroning van vier verticale, driehoekige velden (frontons) op de randen. Het basement van de muur verspringt een aantal keren. Op beide muren staan tweemaal drie kleinere vierkante kolommen, met dezelfde soort bekroning als de twee grote kolommen.Redengeving
Het gebouw als boven beschreven is van algemeen belang wegens schoonheid en volkskundige waarde op grond van de volgende waardestellende criteria:
- architectuurhistorische waarde vanwege de in- en uitzwenkende gevels in combinatie met een tuitgevel met “fronton”, hetgeen een overgangsfase rond 1800 in de architectuurgeschiedenis van Curaçao vertegenwoordigt;
- architectuurhistorische waarde als landhuis met een voor Curaçao kenmerkende opzet met kern en galerijen en een opmerkelijke sala met tweemaal twee geornamenteerde boogvormige doorgangen;
- ensemble- en cultuurhistorische waarde vanwege de samenhang van landhuis, terrassen, regenbak, magasina, toilethuisje, koralen en erfafscheiding met poort.
Tot het hierboven vermelde monument behoort al hetgeen door bestemming of anderszins rechtens onroerend is.
Registratie: 1999-11-29
Afschrift Hypotheekbewaarder: 1999-12-13
Aanwijzingsbesluit: 1999-10-29
Publicatie: 1999-11-05
Inzage: gedurende 30 dagen vanaf 1999-11-05
Storende elementen
- Aanbouw ten oosten van de regenbak en tegen de noordzijde van de magasina.
- In de oostelijke gevel is een vensteropening dichtgezet.
- Ten oosten van de centraal geplaatste deur waren voorheen twee openingen die gedeeltelijk zijn dichtgezet.
- Het westelijke gedeelte van deze gevel is, evenals de oostelijke zijgevel, gewijzigd.
- Het dak is momenteel gedekt met kruispannen; oorspronkelijk was het gedekt met oudhollandse pannen.