REGISTER VAN BESCHERMDE CULTUURHISTORISCHE ERFGOEDEREN
Landhuis Bever
Kadastrale gegevens: Sectie: 5 – Meetbrief Nr. 3M – 130
Inleiding
Landhuis Bever dateert volgens overgebleven akten geheel uit de 19e-eeuw. Decoratieve aanpassingen aan het interieur wijzen op de eerste helft van de 19e-eeuw. In de tweede helft van die eeuw werd het huis uitgebreid met een voorbouw en nieuwe aanbouwen aan oost- en noordzijde.
Het huis ligt op een heuvel ten noordoosten van het Schottegat, bij Pos Cabai.
Op het terrein liggen als historische bebouwing het huis, een regenbak, toegangstrap, drie waterputten en fragmenten van de erfscheiding. Bovendien bevinden zich twee graven op het terrein.
Beschrijving
Landhuis
Het landhuis heeft een rechthoekige plattegrond met voorbouw en is in steen opgetrokken over een enkele bouwlaag en een kap, met de hoofdnok oostwest gericht. Het bestaat uit een kern met een smallere voorbouw, en aan de drie overige zijden dichte galerijen. Tegen de oost galerij staat een bijgebouw. Terrassen liggen aan de voor- en achtergevel. De kern heeft een zadeldak, dat gevat is tussen tuitgevels met 19e-eeuwse topbeëindigingen en vlakke deklijsten. In de geveltoppen is telkens een halfrond ventilatiegat met wenkbrauw en een staand venster met opgeklampte houten luiken en vlakke waterlijst aangebracht. Op het dak staan tweemaal twee dakkapellen voorzien van driehoekig topveld met vlakke deklijst en staand venster. De voorbouw heeft een flauw hellend zadeldak dat laag op de kern aansluit en aan de voorzijde wordt afgesloten door een fronton. Het fronton is voorzien van een smalle geprofileerde deklijst en een halfrond ventilatiegat met stralenboog. De galerijen hebben lessenaarsdaken die op het zadeldak aansluiten. De oostelijke aanbouw heeft een schilddak. Alle daken zijn gedekt met rode oudhollandse dakpannen.
De gevels zijn gepleisterd en geverfd. Voor de deuren en staande vensters van het huis geldt het principe van buitenluiken en naar binnen openende houten paneeldeuren met shutters en shutterramen. Het merendeel hiervan is aanwezig, doorgaans met waterlijsten.
De voorgevel (zuidgevel) heeft over gehele breedte een doorgaande smal geprofileerde gootlijst, die langs de oostelijke aanbouw wordt doorgezet. In de voorbouw bevindt zich een brede toegang met binnendeuren in vier bladen met shutters en een dubbele opgeklampte houten deur aan de buitenzijde. De zijden van de voorbouw hebben elk een venster en zo ook de kernmuren aan beide kanten van de voorbouw. Verder is een venster aangebracht in de oostelijke zijgalerij en een in de aanbouw. Deze aanbouw heeft op het oosten twee staande vensters met shutterramen en waterlijsten.
De westelijke zijgevel (overstekend dakvlak zonder goot) bevat een staand venster en een opgeklampte houtendeur in de zijgalerij.
De achtergevel (noord) bevat in de oostelijke aanbouw een venster, in de achtergalerij een venster (zonder waterlijst), een smalle deur, een centrale deur, een venster (zonder waterlijst) en een deur (zonder waterlijst) in de keuken op de westhoek.
Het interieur is verdeeld in een sala, drie ruimten van de aansluitende galerijen en een keuken op het noordwesten. Boven de muuropeningen in de sala zijn 19e -eeuwse lijsten met aan de uiteinden een ornament met een gestileerd blad. In de noordelijke kernwand is een centrale doorgang met aan weerszijden een staand venster. Zeer waarschijnlijk waren deze vensters voorzien van schuiframen met roedenverdeling. Het plafond bestaat uit een enkelvoudige balklaag. De westelijke galerijruimte bevat een houten trap naar de zolder, met stenen onderbouw en die met raveling in de sala steekt. De kap is opgebouwd met rondhout en bestaat uit gekoppelde en halfhouts verbonden sporenparen met nokbalk en op muurplaat en met panlatten in kepers.
Het terras van de voorgevel heeft de breedte van de bouwmassa. Stenen, vierhoekige kolommen langs de terrasranden hebben een tussengeplaatst houten hekwerk met vierhoekige spijlen. Aan de voorbouw is driezijdig een stenen borstwering gemaakt met boven aan de buitenrand een smalle profilering. Het terras heeft drie halfronde stoepen van enkele treden, waarvan de middelste het grootste is. Op de zuidoosthoek tegen de aanbouw ligt een regenbak met luik in het bovenvlak en twee overloopgaten bij de grond aan de oostzijde. Aan de achtergevel ligt een terras over de volledige breedte, met een steunbeer en een trap tussen rechte borstweringen in de as van het huis. Voor de keuken zijn de resten van een afdakje, dat een gedeelte van het terras beslaat. Het heeft een nagenoeg vierkante plattegrond, een lage borstwering van steen met daarop diagonaal geplaatst latwerk en een lessenaardak, waarvan de hoge zijde aansluit op het lessenaardak van de achtergalerij. Het dak is gedekt met rode oudhollandse dakpannen.
A. Ten westen naast het huis liggen twee graven, ter hoogte van de achtergalerij en verschoven t.o.v. elkaar. De voeteinden zijn op het oosten gericht. De grafstenen zijn uitgevoerd in blauwe natuursteen. Vlak bij het huis ligt het oudste graf: [ovaal bas-reliëf met wapentuig] /’Hier legt begraven / JAN PIETERSZ van OXFORT / Cornet over de Ruyterye / Obiit 29. Febr: 1684. //Met sijn Huysvrouw / JOHANNA MATTIAS / Obiit 27 April 1698”. Het tweede graf ligt noordwestelijk van het eerste. Het is eveneens voorzien van een ovaal bas-reliëf met wapentuig: ‘Hier legt begraven / THOMAS PIETERSZ. / Cornet over de Ruyterye. / Obiit 3. Feb: 1697.”
B. Op korte afstand ten noordwesten van het landhuis staat een voormalige dienstwoning. Het huisje heeft een rechthoekige plattegrond met een galerij aan de korte westelijke zijde en is opgetrokken in hout over één bouwlaag en een kap. De nok van het dak is evenwijdig aan de hoofdnok van het landhuis. Het huisje heeft een schilddak waarop het lessenaardak van de galerij aansluit. Het dak is gedekt met zinken golfplaten. De voorgevel (westelijke gevel) heeft een centraal geplaatste dubbele paneeldeur met shutters en een staand venster met shutterramen aan weerszijden. In de aangebouwde galerij op het westen is eveneens een staand venster met shutterramen. In de korte oostelijke gevel zijn twee staande vensters met shutterramen.
C. In de as van de hoofdingang ligt voor het landhuis een rechte opgang met twee (resterende?) treden aan de onderzijde, die tussen lage, afgepleisterde muren vanaf de Pos Cabaiweg naar het huis omhoogvoert.
D. Beneden aan de Pos Cabaiweg staan restanten de toegang, bestaande uit een stenen, gepleisterde muur met toegangspijler. De muur gaat om naar het noorden, met een totale lengte van ca. 2,5 meter. Westelijk naast de muur ligt een cilindrische waterput. De rand is opgebouwd uit gestapelde en gepleisterde breuksteen. De put zelf is uitgehakt in steen. Op de rand staan twee vierhoekige kolommen (oost en west) met bovenin de bevestigingspunten van een houten hijsbalk.
E. In de noordwestelijke en in de noordoostelijke hoek van het terrein is nog een put.
(Opmerkingen:
- Het venster aan de westelijke zijde van de voorbouw heeft geen stenen waterlijst.
- Boven de deur en het venster geen waterlijst.
- In en om het huis liggen restanten van oude schuiframen met opvallend dun, groenachtig glas.
- De indeling van de andere gevels lijkt niet meer oorspronkelijk. Tegen de achterzijde van het huisje zijn recente aanbouwsels toegevoegd.)
Redengeving
Het gebouw als boven beschreven is van algemeen belang wegens schoonheid en volkskundige waarde op grond van de volgende waardestellingen criteria:
- architectuur- en cultuurhistorische waarde als landhuis van samengestelde opzet met kern, achtergalerij en voorbouw;
- historische waarde vanwege de 17e-eeuwse graven, die tot de oudste van Curaçao behoren, en vanwege de situering in het terrein nabij de plek van de eerste Hollandse versterking;
- ensemblewaarde vanwege de samenhang van landhuis met terrassen, houten dienstwoning, putten en graven.
Tot het hierboven vermelde monument behoort al hetgeen door bestemming of anderszins rechtens onroerend is.
Registratie: 1999-08-12
Afschrift Hypotheekbewaarder: 1999-08-30
Aanwijzingsbesluit: 1999-07-12
Publicatie: 1999-07-19
Inzage: gedurende 30 dagen vanaf 1999-07-19