REGISTER VAN BESCHERMDE CULTUURHISTORISCHE ERFGOEDEREN
Landhuis Gaito
Kadastrale gegevens: 5 -3M- 171
Omschrijving van het monument:
Inleiding
Teenstra (1834) noemt Gaito als een minder belangrijke maar niet een van de kleinste tuinen ten oosten van het Schottegat.(1) Het was toen een veeboerderij, hetgeen nog zo was toen Ozinga in de jaren 1950 het landhuis bezocht. (2)
Het landhuis ligt ten westen van de Schottegatweg Oost en ten noorden van de landhuizen Bever en Pos Cabai.
Beschrijving
Het landhuis heeft een nagenoeg vierkante plattegrond bestaande uit een langgerekte kern en opvallend brede galerijen aan weerszijden. Opgetrokken in steen, de kern over twee bouwlagen en de galerijen over een enkele bouwlaag. De kern heeft een zadeldak waarvan de nok oostwest is gericht. De galerijen hebben flauwhellende lessenaarsdaken waarvan de hoge zijden aansluiten op de kernmuur. (3) Het zadeldak is gevat tussen twee topgevels. Deze hebben in- en uitzwenkende contouren. De gebogen contouren van de geveltop worden lichtgolvend voortgezet langs de aflegeringen van de lessenaarsdaken en eindigen bij de goot van het lessenaardak in een voluut. De deklijsten en de topbeëindiging zijn eenvoudig geprofileerd. Het zadeldak heeft aan weerszijden één centraal geplaatste dakkapel. De topvelden van de dakkapellen hebben eveneens in- en uitzwenkende contouren en dezelfde topbeëindiging als de voor- en achtergevel. De topvelden rusten op kleine geprofileerde consoles. De dakkapellen hebben een staand venster. Het zadeldak is gedekt met rode kruispannen.
De gevels zijn gepleisterdgeverfd. De oostgevel (voorgevel) heeft op de eerste bouwlaag een centraal geplaatste dubbele deur met een bovenlicht. In de beide galerijen aan weerszijden is eveneens een dubbele deur met bovenlichten. Boven de drie deuren bevinden zich zwaar geprofileerde waterlijsten die aan de onderzijde voorzien zijn van een lijst met verticale uitsparingen in de vorm van cannelures. Boven de deuren in de galerijen is telkens een ventilatieopening in de vorm van een geprofileerde “vierpas” met een houten afsluiting voorzien van een patroon van kleine gaten. Op de hoeken van de gevelwand bevindt zich een hoekliseen met een kroonlijst, eveneens met verticale uitsparingen in de vorm van cannelures. Op de tweede bouwlaag is in de as van de hoofdingang een dubbele deur met een waterlijst. Boven de deur is een ventilatieopening in de vorm van een “vierpas” met een houten afsluiting. Aan weerszijden hiervan – iets lager – wordt de “vierpas” als ornament herhaald. Boven de vierpassen is een horizontale band in de top van de gevel. Voor de gevel is een balkon op Toscaanse zuilen. (4)
De contouren en de indeling van de westgevel (achtergevel) zijn gelijk aan die van de voorgevel. Op de eerste bouwlaag drie deuren en een centraal geplaatste deur op de tweede bouwlaag. De deuren in de galerijen hebben waterlijsten. De achtergevel heeft een balkon op twee zuilen met vierkante dekplaten. (5) De zuilen staan op 62cm hoge, vierkante sokkels. Vlak boven de deur op de tweede bouwlaag is een gemetselde goot over de breedte van de gevelwand. Daarboven, in de top van de gevel, is een ventilatieopening in de vorm van een “vierpas”. Onder de lessenaarsdaken van de galerijen is eveneens een ventilatieopening in de vorm van een “vierpas”. Op de zuidwesthoek van de gevel is een standgoot met een geprofileerde bovenzijde. De standgoot is door middel van een aquaduct verbonden met de voormalige regenbak.
De noordgevel heeft in de galerij een (gedeeltelijk dichtgezette) centraal geplaatste deur plus tweemaal twee staande vensters. De openingen zijn voorzien van waterlijsten. Voor de (voormalige) deur is een trap van 3 treden. Aan de bovenzijde wordt de gevel van de galerij afgesloten door een geprofileerde gootlijst met uiterst rechts een spuwer. Op de linkerhoek een hoekliseen met kroonlijst. In de onderbouw twee rechthoekige ventilatieopeningen. De tweede bouwlaag van de kern heeft vijf staande vensters. Vlak boven de vensters is een geprofileerde gootlijst.
De zuidgevel heeft in de galerij vier staande vensters met waterlijsten en uiterst links een deur. Voor de deur is een stenen trap van vijf treden. Op de rechterhoek een hoekliseen met kroonlijst. Aan de bovenzijde van de eerste bouwlaag een geprofileerde gootlijst. In de onderbouw zijn twee rechthoekige ventilatieopeningen. Op de tweede bouwlaag van de kern zijn vijf staande vensters en een geprofileerde gootlijst.
Terrassen
Ter breedte van de voor- en achtergevel is telkens een terras met een balustrade. Aan de voorzijde bestaat de balustrade uit tweemaal vier korte pilaartjes en voetingsmuurtjes, aan weerszijden van de centraal geplaatste doorgang. Op de vier middelste pilaartjes staan de Toscaanse zuilen van het balkon. De andere pilaartjes hebben geprofileerde bekroningen. Het terras aan de achterzijde heeft een afscheiding met hogere kolommen met een eenvoudige tentdakvormige bekroning. In de as van de achterdeur is een doorgang en een recht trapje van vier treden. In de as van de [voormalige keuken]deur in de galerij op het zuiden is ook een doorgang met een recht trapje van vier treden. De pilaren aan weerszijden van de centrale doorgang zijn iets dikker en hoger. De zuidzijde van het terras wordt afgesloten door het aquaduct en de (voormalige) regenbak.
Regenbak
De voormalige regenbak is gesitueerd tegen de zuidzijde van het terras achter het landhuis. De bak heeft een nagenoeg vierkante plattegrond en afgeronde binnenhoeken.(6)
(Opmerkingen
- Teenstra, M.D., De Nederlandsche West-Indische eilanden in derzelver tegenwoordigen toestand, Amsterdam 1834, deel I, pag. 94
- Zie: Ozinga: afb. 241.
- Het lessenaardak is gedekt met golfplaten.
- Het balkon en de balustrade zijn van beton. Het balkon was oorspronkelijke zeer waarschijnlijk van hout.
- Het oorspronkelijke balkon aan de achterzijde is vervangen
- De regenbak is omgebouwd tot bergplaats. Er zijn geen overloopgaten waargenomen. Het dak is vervangen.)
Redengeving
Het gebouw als boven beschreven is van algemeen belang wegens schoonheid en volkskundige waarde op grond van de volgende waardestellende criteria:
- architectuur- en cultuurhistorische waarde als landhuis met een voor Curaçao kenmerkende opzet van een kern en galerijen;
- architectuurhistorische waarde vanwege de opvallende voorgevel;
- cultuurhistorische waarde als een van de voormalige veeboerderijen in de omgeving van het Schottegat.
Tot het hierboven vermelde monument behoort al hetgeen dat door bestemming of anderszins rechtens onroerend is.
Registratie: 21 februari 2005
Afschrift Hypotheekbewaarder: 25 februari 2005
Aanwijzingsbesluit: 8 augustus 2003
Publicatie:8 augustus 2003
Inzage: 6 wekenvanaf 8 augustus 2003
Storende elementen
- De oorspronkelijke shutterdeuren en -ramen zijn vervangen,
- voor en tegen de achtergevel staan grote koelinstallaties,
- in de gevel is een opening gemaakt boven de voormalige centrale ingang,
het oorspronkelijke balkon is vervangen doo