Description
Name of property:
Landhuis Cas Cora
Characteristics:
One storey structure with front yard and rear terrace surrounded by various additional structures. Rectangular core area with front and rear gallery. Gable roof over core area enclosed by gables with shoulders, adjoining slant roof over galleries. Interior: typical openings between core area and adjacent rooms, and side galleries.
Monument value:
Architectural historical and cultural historical value because of the lay-out with a core area and galleries typical of Curaçao. Architectural historical value because of the existing interior elements. Ensemble value of country estate complex with magasina’s, wells, water reservoirs and overseer’s house.
Construction period:
19th century
REGISTER OF LISTED HERITAGE
READ MORE
REGISTER VAN BESCHERMDE CULTUURHISTORISCHE ERFGOEDEREN
Landhuis Cas Cora
Kadastrale gegevens: Sectie: mbr – Meetbrief Nr.: 269/1968
De plantage Cas Cora, voorheen Vredenberg, is gesitueerd ten noorden van de Reigerweg en strekt zich uit tot aan Jongbloed en het Kabouterbos. Het terrein is licht geaccidenteerd en het landhuis ligt op een lichte glooiing ten zuiden van de vruchtbare grond van de nu nog ca. 6 ha tellende plantage. Voorheen was Cas Cora met zijn 85 ha een van de kleinere plantages.
De historische bebouwing op de plantage omvat behalve het landhuis (A), een regenbak annex bergruimte (B), twee magasina’s (C en D), een ruïne van een magasina (G), een schuurtje (E) en een vitóhuisje(F). Bovendien bevinden zich op de plantage nog een aantal putten met waterbakken.
Het landhuis heeft een eenvoudige, rechthoekige plattegrond, bestaande uit een kern met een voor- en achtergalerij en een kleine aanbouw op het noorden. Het huis is opgetrokken in steen over een bouwlaag plus een kap. De nok, die voorzien is van een gemetselde keper, is O W gericht en staat loodrecht op de zandweg, die vanuit de Reigerweg naar het landhuis leidt. Op het zadeldak, dat gevat is tussen twee puntgevels, sluiten de lessenaarsdaken van de galerijen aan. Het dak is gedekt met oudhollandse dakpannen. De puntgevel en de zijkanten van de lessenaarsdaken zijn vlak afgewerkt, waarbij de overgang van het zadeldak naar het lessenaardak geaccentueerd wordt door een platte deksteen op de muur van de kern. Aan de langszijden eindigt het dak in een gemetselde goot. De aanbouw op het noorden heeft een rechthoekige plattegrond, is opgetrokken in steen over een bouwlaag en heeft een lessenaardak. (1)
De gevels zijn gepleisterd en geverfd. Alle ramen en deuren zijn voorzien van shutters, waarvan sommige nog duimgehengen hebben. De voorgevel heeft drie assen die worden gevormd door een centraal geplaatste dubbele deur met aan weerszijden een staand venster. Boven de deur en de vensters zijn waterlijsten. De gevel heeft een geprofileerde gootlijst. Voor het huis is er over de hele breedte van de gevel een voortuin, die onderverdeeld is in drie stukken door twee lage muurtjes. Deze sluiten aan de voorzijde door middel van een inzwenkend boogje aan op het niveau van de muurtjes aan de voorzijde. De muurtjes vormen als het ware een gangpad naar de deur. De voortuin is omgeven door kolommen met afgeknotte tentdakvormige bekroningen, die een licht inzwenkende lijn hebben op de vier hoeken en een overkragende bolling bij de aanzet. De zuiltjes zijn verbonden door voetingmuurtjes, behalve aan de voorkant waar, tegenover de centrale ingang, een halfronde stoep van IJselsteentjes is. (2)
De achtergevel (noordgevel) heeft 4 assen die gevormd worden door een dubbele deur en drie staande vensters. Boven de deur en twee vensters zijn waterlijsten. (3) Tegen de bovenkant van de gevel is een vlakke gootlijst.
Voor een gedeelte van de achtergevel bevindt zich een terras dat omgeven is door een borstwering. De borstwering sluit op de achtergevel aan rechts naast de achterdeur en op de oostelijke hoek. Het terras is toegankelijk via een trapje van IJsselsteentjes tegenover de achterdeur. (4) Het heeft aan de bovenkant een rechte trede waarop twee segmentvormige concentrische treden aansluiten. De aanbouw staat tegen het westelijk deel van de noordgevel. In de oostelijke muur van de aanbouw bevindt zich een opgeklampte houten deur met een waterlijst. Boven in de muur is een houten muuranker. Tussen de muur van de aanbouw en het terras is een stoepje met handgevormde rood/gele baksteentjes. De kopse gevel van de aanbouw (noordgevel) heeft een staand venster met een enkelvoudig opgeklampt houten luikje en een waterlijst. De westelijke gevel van de aanbouw sluit aan op de westelijke kopse gevel van het landhuis.
De zijgevels hebben een puntgevel met een lichte knik op de plaats waar de galerijen op het zadeldak aansluiten. De oostelijke zijgevel heeft vier assen, die gevormd worden door 4 staande vensters met waterlijsten. In de top van de gevel bevindt zich een staand venster met een enkelvoudig houten shutterluik en een waterlijst.
(Tegen de onderkant)
Tegen de onderkant van de gevel is vanaf de kern tot aan de hoek van de galerij op het noorden een laag, breed muurtje van breuksteen gemetseld, ogenschijnlijk ter versteviging van het basement van het huis. (5)
De westelijke zijgevel heeft drie assen, bestaande uit een dubbele deur met aan weerszijden een staand venster. De deur en de vensters zijn voorzien van waterlijsten. In de top van de gevel is een venster met een enkelvoudig houten shutterluik plus waterlijst. Op de noordelijke hoek sluit de gevel van de aanbouw aan. Deze heeft een klein staand venster met een opgeklampt houten luikje plus waterlijst en een opgeklampte houten deur. Boven in de gevel bevinden zich twee houten muurankers.
De kern van het landhuis bestaat uit drie ruimten. Op de vloer in de westelijke ruimte liggen lange, brede houten delen. De centrale ruimte staat in verbinding met de noordelijke en zuidelijke galerij door middel van brede doorgangen. Aan de zuidzijde bestaat de doorgang uit een rondboog, waarbij de aanzet van de boog gemarkeerd wordt door geprofileerde imposten. Aan de noordzijde is de doorgang rechthoekig. Vanuit de voorlaatste westelijke ruimte is een deuropening naar de aanbouw, waarvan de vloer enkele treden lager ligt. Aan de westzijde ligt een kamer die ook voorzien is van brede houten delen. De oostelijke ruimte is afgescheiden door middel van een blinde rondboog. Hierin zijn, gescheiden door een ‘klassiek’ zuiltje, twee doorgangen met rondbogen. Het zuiltje heeft een sterk gebastaardiseerd ionisch kapiteeltje. (6) De onderste helft van het zuiltje heeft een verdikking en een vierkant basement. Aan de buitenzijden van de boogjes zijn halfronde pilasters tegen de zijwanden van de blinde boog geplaatst, die op dezelfde wijze als het zuiltje geaccentueerd zijn. De vensteropeningen hebben houten lateien, sommige vensterbanken zijn van steen en andere van hout. De maximale dikte van de muren is ca 38cm.
Op enkele meters ten westen van het landhuis staat de regenbak. Het gebouwtje heeft een rechthoekige plattegrond, is opgetrokken uit breuksteen over één bouwlaag en heeft een zadeldak met de nok dwars op die van het huis. (7) Het dak is gevat tussen vlakke puntgevels. De gevels zijn gepleisterd en geverfd. Aan de langszijde op het westen zijn met behulp van dakpannen twee overloopspuwers gemaakt. In de oostelijke zijgevel is een deur met een waterlijst. De deur geeft toegang geeft tot het noordelijke deel van het gebouwtje dat als schuurtje werd gebruikt. Tegen het rechterdeel van de gevel staan twee lage, dwarsgeplaatste muurtjes, waarboven voorheen een zadeldakje was aangebracht. (8) Boven in de gevel bevindt zich een overloopgat. In de kopse gevel op het zuiden is in de top een staand venster met een opgeklampt houten luikje en een waterlijst. De kopse gevel aan de noordzijde heeft een staand venster met een opgeklampt houten luikje en een waterlijst. In de top van de puntgevel is een oculus. (9)
Aan weerskanten voor het landhuis liggen twee identieke magasina’s tegenover elkaar. Ze vormen samen met het landhuis een pleintje. Beide gebouwtjes hebben een rechthoekige plattegrond en zijn opgetrokken in steen over een bouwlaag. Zij hebben een overstekend schilddak, waarvan de nok van het westelijke huisje min of meer evenwijdig is aan de nok van het landhuis, terwijl de nok van de oostelijke magasina iets schuin op die van het huis staat. De daken zijn gedekt met zwarte oudhollandse dakpannen en ze zijn voorzien van gemetselde nok en hoekkepers. (10) Aan de voorgevels, resp. in de oost en westgevel, is een grote, rechthoekige, dubbele opgeklampte houten poort, die nog voorzien is van duimgehengen. Aan de langszijden waren oorspronkelijk tweemaal twee staande vensters, terwijl de achterzijden een staand venster hebben. (11) De vensters zijn nog gedeeltelijk voorzien van enkelvoudig opgeklampte houten luikjes.
Achter de magasina op het westen ligt de ruïne van een grotere, afgebrande magasina. Deze heeft een rechthoekige plattegrond en is opgetrokken in grote blokken breuksteen over een bouwlaag. Het dak was gevat tussen twee vlakke puntgevels waarvan de nok dwars op die van het landhuis stond. De gevels waren oorspronkelijk gepleisterd. In de kopse gevel op het noorden bevindt zich een halfronde deuropening en een oculus in de top. De westelijke zijgevel heeft drie vensters en een deur. De zijgevel op het oosten is grotendeels verwoest. Er is nog een intacte deuropening. In de kopse gevel op het zuiden, die ook ten dele vernield is, zijn restanten van een vensteropening.
Aan de oostzijde van het landhuis staat een schuurtje met een rechthoekige plattegrond. Het is opgetrokken in steen over een bouwlaag en heeft een kap. De nok van het dak, dat gevat is tussen twee vlakke puntgevels, staat dwars op de nok van het landhuis. De gevels zijn gepleisterd en geverfd. In de kopse gevel op het noorden en aan de langszijde op het westen is een deur. Voor de deur op het westen is een stoepje van IJsselsteentjes. (12)
Op korte afstand ten zuiden van de westelijke magasina’s ligt een vitóhuisje. Het huisje heeft het voorkomen en de indeling van een koenoekoehuisje. De rechthoekige plattegrond is opgetrokken in breuksteen over een bouwlaag en heeft een schilddak, waarvan de nok min of meer O W gericht is. (13) De gevels zijn gepleisterd en geverfd en de vensters zijn voorzien van enkelvoudige, opgeklampte houten luiken met duimgehengen. De langszijden hebben een centraal geplaatste, opgeklampte houten deur met aan weerszijden staande, kleine vensters. Beide kopse gevels hebben een staand venster. Aan de voorkant (zuidgevel) bevindt zich een stoepje voor de ingang. Opvallend is dat de vensterbanken van steen zijn.
Op het terrein van de plantage bevinden zich drie oude putten. Een put ligt ten zuiden van het landhuis, tussen de beide toevoerwegen vanaf de Reigerweg. De ronde opbouw van de put heeft een doorsnede van 2,5m. De twee andere putten liggen aan de achterzijde van het landhuis. Een put ligt ten noordwesten van het huis. De ronde opbouw heeft een doorsnede ca. 2,5m. Bij de put is een waterbak met een rechthoekige plattegrond en afgeronde binnenhoeken. De bak is 3 x 4m en 1,5m hoog en de wanden zijn gepleisterd. De derde put ligt ten noorden van het landhuis. Hier heeft de putrand een diameter van 3m. Vlakbij staat een waterbak met een rechthoekige plattegrond en afgeronde binnenhoeken. De wanden zijn gepleisterd. De bak is 3×3 m en 2m hoog.
(Opmerkingen:
- Het oorspronkelijke dak is vervangen. Het dak is gedekt met golfplaten.
- Tussen de kolommen was er ooit een houten hekwerk; gaten in de kolommen en restanten hekwerk wijzen hierop.
- Boven het rechter raam zijn sporen van een dichtgemetselde doorbraak; de waterlijst is toen waarschijnlijk verloren gegaan.
- Mogelijk was de vloer van het terras (gedeeltelijk) voorzien van bakstenen. Deze is nu afgewerkt met een dikke laag cement; bij het trapje steken er baksteentjes onderuit.
- Het is niet duidelijk of dit een latere toevoeging is.
- Klassieke zuilen werden in XIX op Curaçao geïntroduceerd.
- Het zadeldak is gedekt met golfplaten die over de langsgevels uitsteken.
- De sporen van het dakje bevinden zich in de muur van de zijgevel. Tussen de muurtjes zijn aan de voorzijde nog restanten van een houten kozijn, waarin vroeger waarschijnlijk een luik was. De functie van dit bouwwerkje is onduidelijk.
- De regenbak is niet door middel van aquaducten verbonden met de goten van landhuis. Restanten van een dergelijke verbinding zijn niet aangetroffen;
- Op de nok van de westelijke magasina zijn nog restanten van houten pirons;
- Van de westelijke magasina zijn de vensters in de zijgevel op het zuiden dichtgemetseld.
- Van de deur op het westen is een venster gemaakt door de onderzijde dicht te metselen. Het dak is voorzien van golfplaten.
- Het dak is gedekt met overstekende, zinken golfplaten.)
Redengeving:
Het gebouw als boven beschreven is van algemeen belang wegens schoonheid en volkskundige waarde op grond van de volgende waardestellende criteria:
- Architectuur en cultuurhistorische waarde als landhuis met de voor Curaçao kenmerkende opzet met kern en galerijen.
- Architectuurhistorische waarde vanwege de aanwezige interieurelementen.
- Ensemblewaarde van het complex van landhuis met regenbak annex schuurtje, magasina’s, vitóhuisje, schuurtje, putten en waterbakken.
Tot het hierboven vermelde monument behoort al hetgeen dat door bestemming of anderszins rechtens onroerend is.
Registratie: 1 februari 1998
Aanwijzingsbesluit: 21 november 1997
Afschrift hypotheekbewaarder: 2 december 1997
Publicatie: 2 december 1997
Inzage: 30 dagen vanaf 2 december 1997