REGISTER VAN BESCHERMDE CULTUURHISTORISCHE ERFGOEDEREN
Landhuis Knip
Kadastrale gegevens: Sectie: 1 – Meetbrief Nr.: C-6
Inleiding
De plantage dateert uit 1693, toen de West-Indische Compagnie de gronden van Knip heeft uitgegeven. Het oorspronkelijke 18e-eeuwse landhuis werd in 1830 verbouwd, waardoor het exterieur een 19e-eeuws karakter heeft gekregen. Tijdens de slavenopstand van 1795, die op Knip is uitgebroken, en bij de inval van de Engelsen in 1805 had het oude landhuis mogelijk schade opgelopen, waardoor een verbouwing noodzakelijk was. Bij het landhuis was een dorp van 175 hutten, kas de pali maishi. In 1939 heeft de familie Muskus het landhuis als buitenverblijf laten verbouwen, waarbij met name de galerijen aan de west- en zuidzijde werden gewijzigd. In 1985 heeft nogmaals een restauratie plaats gevonden, waarbij ook de bijgebouwen grondig gerestaureerd zijn.
Het landhuis is gelegen op een heuvel ten zuiden van de Weg naar Westpunt.
Het plantagecomplex bestaat uit het landhuis, diverse bijgebouwen, magasina’s en koralen.
Beschrijving
Landhuis
Het landhuis heeft een rechthoekige plattegrond en is optrokken in steen over een enkele bouwlaag en kap, met de nok noord-zuid gericht. Het huis is traditioneel opgezet en bestaat uit een kern en galerijen rondom langs vier zijden. De kern heeft een zadeldak waarop de lessenaarsdaken van de galerijen aansluiten. Het zadeldak is gevat tussen twee tuitgevels met 19e-eeuwse topbeëindiging. In de topgevels is telkens een staand venster met houten shutterramen met een zwaar geprofileerde waterlijst. Boven de vensters in de topgevels zijn drie data weergegeven: 1830, 1939 en 1985. Op het dak zijn tweemaal vier dakkapellen met driehoekig topveld plus 19e-eeuwse topbeëindiging, geprofileerde deklijst, zijconsoles en staande vensters met shutterramen. Op de noordoosthoek staat de schoorsteen van de keuken.
De gevels zijn gepleisterd en geverfd. Aan de bovenzijde worden de gevels afgesloten door een omgaande geprofileerde gootlijst.
De westgevel (voorgevel) heeft een open galerij met een centraal geplaatste ingang, aan weerszijden telkens twee vensteropeningen, een deuropening en nog een vensteropening. De kernwand in de open galerij heeft een dubbele deur in de as van de hoofdingang, aan de rechterzijde twee staande vensters en aan de linkerzijde een staand venster en een dubbele deur. De vensters hebben schuiframen met een roedeverdeling.
De oostgevel (achtergevel) heeft een centraal geplaatste dubbele deur. Ten noorden van de deur drie staande vensters en uiterst noordelijk een smal staand venster. Ten zuiden van de centraal geplaatste deur twee staande vensters en een dubbele deur. Het terras aan deze zijde van het huis beslaat niet de volle breedte van de gevel. Aan weerszijden van het terras heeft het landhuis een hoog basement met schuin opgaande wanden. In het basement aan de zuidelijke zijde is een regenbak. Boven in de wand van de regenbak is een staande tapopening met een opgeklampt houten luikje. Tegen de onderzijde van de regenbak, in de hoek die gevormd wordt door de basementen van het terras en het landhuis, staat een taphokje. Het heeft een vierkante plattegrond, is opgetrokken in steen en heeft een lessenaardak waarvan de hoge zijde aansluit op het basement van het terras. In de zuidzijde van het taphokje is een hoge smalle opening.
De noordelijke zijgevel heeft twee staande vensters met shutterramen. In de geprofileerde gootlijst is een spuwer op een console. Het basement heeft schuinoplopende wanden met aan de bovenzijde een verspringing.
De zuidelijke zijgevel heeft een open galerij met drie brede, liggende vensteropeningen en op de geveleinden telkens één staande vensteropening. De galerij is geplaatst op een hoog basement met schuinoplopende wanden en een verspringing. In het basement bevindt zich de reeds genoemde regenbak en een bergruimte. Tegen de bergruimte staat een soort steunbeer die slechts ten dele massief is en aan de oostzijde voorzien is van een klein staand venster met houten shutterramen.
Interieur
De kern bestaat uit een sala met aan weerszijden een vertrek. De vloer in de sala is van gele IJsselsteentjes, gelegd in een visgraatmotief. De vloeren in de langsgalerijen zijn ook voorzien van gele IJsselsteentjes. Vanuit de sala geven dubbele, houten paneeldeuren met een 18e-eeuwse in- en uitzwenkende bovenzijde toegang tot de aangrenzende vertrekken. De keuken bevindt zich in de galerij op het noorden. In de achtergalerij op het oosten is een stenen trap opgebouwd uit concentrische halve cirkels. Boven aan de trap is een boogvormige opening die toegang geeft tot een houten steektrap naar de zolderverdieping.
Terrassen
Aan de voorzijde van het huis is een terras op basement met een vloer van breuksteen en een borstwering van ca. 80cm hoog. In de as van de hoofdingang is een uitzwenkende stenen trap met borstwering. De bovenzijde van de borstwering is geprofileerd en eindigt in een voluut. De onderste vier treden van de trap zijn segmentboogvormig. Aan weerszijden van de trap is een plantenbak. Aan de noordzijde wordt het terras ontsloten door een uitzwenkende stenen trap met borstwering, de onderste vier treden zijn segmentboogvormig. Aan de zuidzijde van het terras is een nagenoeg rechte stenen trap met borstwering.
Het terras op het oosten (aan de achterzijde van het landhuis) heeft een hoog basement en een borstwering. In de as van de centraal geplaatste achteringang is een uitzwenkende stenen trap, waarvan de onderste twee treden segmentboogvormig zijn. De borstwering van de trap heeft een geprofileerde bovenzijde die in een voluut eindigt.
Bijgebouwen
- Tegen de noordwesthoek van het voorterras staat een torenvormig paviljoen op een vierkante plattegrond. Het is op getrokken in steen over een enkele bouwlaag op een basement. Het heeft een tentdak met een knopvormige bekroning. De gevels zijn gepleisterd en geverfd en er is een omgaande geprofileerde gootlijst. De oostelijke gevel grenst aan het voorterras van het landhuis en heeft een deur met waterlijst. De zuidgevel heeft twee vensters die boven elkaar in een as liggen. Op de zuidwesthoek is een spuwer in de gootlijst.
- Aan de westzijde van paviljoen (A) staat een bijgebouw met een langgerekte, rechthoekige plattegrond. Het is opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag en een schilddak, waarvan de nok dwars op de nok van het hoofdgebouw staat. Het dak heeft een omgaande, geprofileerde gootlijst. De gevels zijn gepleisterd en geverfd. De voorgevel (zuidgevel) heeft aan de westzijde vier grote openingen van de voormalige paardenstal. Aan de oostzijde van de gevel zijn drie opgeklampte houten deuren, waarvan de middelste een dubbele deur is. De noordelijke gevel heeft zeven staande vensters, waarvan vier vensters met een kleinere afmeting zich ter plaatse van de voormalige paardenstallen bevinden. Aan de westzijde is een centraal geplaatste standgoot.
- Op korte afstand ten oosten van het hoofdgebouw is een klein bijgebouw van ca. 4,5 x 3,5m; opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag; een lessenaardak met de hoge zijde op het noorden. De gevels zijn gepleisterd en geverfd. De westelijke gevel heeft een opgeklampte houten deur; de oostelijke gevel heeft een staand venster. Aan de noordzijde van het bijgebouw is een kleine koraal (ca. 10 x 6,5m) met lage, stenen muurtjes van ca. 60cm hoog. Aan de westzijde is een opening.
- Ten noordwesten van het hoofdgebouw bevinden zich koralen met stenen voederbakken.
- Vanaf het landhuis loopt een lange erfscheidingsmuur in westelijke richting langs de toegangsweg. Op de muur is een hoger opgemetseld gedeelte met in een opening de plaats voor de slavenbel. Ten zuiden van de muur is een kleine koraal met stenen water- en/of voederbak.
- Verder ten westen van het hoofdgebouw staat een groep magasina’s. Zij hebben allen een rechthoekige plattegrond, zijn opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag en hebben een zadeldak. De zadeldaken zijn gevat tussen tuitgevels met 19e-eeuwse topbeëindiging. De gevels zijn gepleisterd en geverfd.
- Bijgebouw met nokrichting oost-west, dwars op nok van het hoofdgebouw. Het dak heeft een overstek. Het gebouw is door middel van een tussenmuur met een tuitvormige bekroning onderverdeeld in twee stukken. De voorgevel (noordgevel) heeft in het oostelijke gedeelte een centraal geplaatste deur met aan weerszijden een staand venster en in het westelijke gedeelte een deur en een staand venster. De korte zijgevel op het oosten heeft een staand venster. De korte zijgevel op het westen heeft een deur met daarvoor een stoep van twee stenen treden. De zuidgevel heeft twee staande vensters.
- Verder naar het westen staat een magasina met op de korte zijden telkens een dwarsgeplaatst schuurtje, die eveneens een rechthoekige plattegrond en een zadeldakje hebben. De nok van de magasina is oostwest gericht; de nokrichtingen van de twee aangrenzende schuurtjes zijn noord-zuid gericht. De magasina heeft schuinoplopende wanden met aan de bovenzijde een geprofileerde gootlijst. In de noordelijke lange gevelwand is een centraal geplaatste deur. Boven de deur in een ovaal plakkaat met de datum “1817”. De dwarsgeplaatste schuurtjes hebben beide een deur in de korte noordgevels.
- Enkele meters ten noorden van de magasina (F3) staat nog een grote magasina met de nokrichting oost-west. Het dak heeft een overstek. Ook deze magasina heeft schuin opgaande wanden. In de lange zuidelijke gevel zijn twee deuren. Tussen de deuren bevindt zich een plakkaat met de datum 1817. In de korte gevel op het oosten is een staand venster met een waterlijst.
Tussen de magasina (F2) en (F3) is een stoep van steen. In het verlengde van de zuidelijke gevel van magasina F3 is een laag muurtje van in oostelijke richting opgetrokken.
(Opmerkingen:
- Deze data hebben betrekking op – respectievelijk – een grondig herstel of verbouwing van het huis en twee restauraties.
- De kap is tijdens een restauratie helemaal vernieuwd en voorzien van nieuwe dakpannen. Ook de dakkapellen zijn toen vernieuwd.
- De ramen en deuren zijn vernieuwd.
- In 1939 werden vierkante vensters in de voorgalerij vervangen door getoogde openingen.
- De zuidelijke galerij is in 1939 verbouwd tot een open galerij, waarbij de oorspronkelijke openingen zijn gewijzigd.
- Het dak is gedekt met nieuwe pannen.
- De noordgevel had voorheen een ventilatiespleet.
- De daken en de dakpannen zijn vernieuwd tijdens de restauratie van 1985.
- Boven de deur bevindt zich een plakkaat met de restauratiedatum 1985.
- De openingen van het bijgebouw zijn voorzien van nieuwe opgeklampte houten vensters en deuren.
- Ten oosten hiervan is een ovaal plakkaat met de restauratiedatum 1985.
- Een tweede plakkaat op de gevelwand bevat de restauratiedatum 1985.)
Redengeving
Het gebouw als boven beschreven is van algemeen belang wegens schoonheid en volkskundige waarde op grond van de volgende waardestellende criteria:
- architectuur- en cultuurhistorische waarde als landhuis met de voor het Curaçaose landhuis kenmerkende opbouw van een kern met galerijen rondom;
- ensemblewaarde als plantagecomplex in een vrijwel onaangetaste omgeving;
- historische waarde als plaats waar de slavenopstand in 1795 uitbrak.
Tot het hierboven vermelde monument behoort al hetgeen door bestemming of anderszins rechtens onroerend is.
Registratie: 1999-11-29
Afschrift Hypotheekbewaarder: 1999-12-13
Aanwijzingsbesluit: 1999-10-29
Publicatie: 1999-11-05
Inzage: gedurende 30 dagen vanaf 1999-11-05