REGISTER VAN BESCHERMDE CULTUURHISTORISCHE ERFGOEDEREN
Landhuis Noordkant
Kadastrale gegevens: Sectie: E – Meetbrief Nr.: 4/72
Inleiding
Landhuis Noordkant dateert mogelijk in oorsprong uit de 18e-eeuw, hoewel daar thans weinig anders dan de opzet van het huis aan herinnert. In ieder geval werd het huis in 1857, het jaartal dat in de westelijke geveltop is aangebracht, integraal hersteld. In 1987 werd het ingrijpend aangepast, met enige minder geslaagde aanpassingen.
De plantage ligt langs de noordkust van het eiland met een structuur van natuurlijke terrassen. Het landhuis ligt op de rand van het voorlaatste terras. De historische bebouwing bestaat uit een complex van landhuis met aangebouwde vleugels, een bijgelegen magasina, een wagengebouw en koralen; op enige afstand een paardenstal, een waterput en een tanki.
Beschrijving
Het landhuis heeft een hoofdmassa op rechthoekige plattegrond en een aangebouwde dwarsvleugels op het noordwesten en het zuidwesten. Het is opgetrokken over een enkele bouwlaag en kap met de hoofdnok oostwest gericht. De hoofdmassa is traditioneel van vorm en bestaat uit een kern onder zadeldak met aan de lange zijden galerijen onder aansluitende lessenaarsdaken. Deze daken zijn gedekt met rode kruispannen. Het dak is gevat tussen vlakke tuitgevels. De westelijke top heeft een deuropening naar een voormalig houten balkon. De oostelijke top heeft in de punt twee boven elkaar geplaatste houten muurankers en daaronder een staand venster met waterlijst. Het zadeldak bevat tweemaal twee dakkapellen voorzien van een driehoekig topveld met 19e-eeuwse bekroning en met een staand venster.
De gevels zijn gepleisterd en geverfd. Wat als hoofdgevel heeft gediend is niet geheel duidelijk; waarschijnlijk was het de korte westgevel. De westelijke zijgevel heeft een deuropening in de kern en een staand venster in beide galerijen. De zuidgevel heeft een gootlijst, een centrale toegang en rechts daarvan een staand venster. Op de gevelwand links van de toegang sluit de zuidwestelijke vleugel aan. De oostelijke zijgevel heeft een aangehangen stenen goot over de hele breedte van de gevel en driemaal een staand venster, namelijk in de kern en beide galerijen. De noordgevel heeft een gootlijst.
Het interieur. De kern bestaat uit een sala met houten vloer en een slaapkamer op het oosten. De achtergalerij heeft op het westen een bijkeuken en op het oosten een klein vertrek. De kleinere vertrekken hebben een houten plafondbetimmering. In de sala is de enkelvoudige balklaag in zicht. De doorgang van kern naar zuidgalerij heeft een gemetselde rondboog van gele handvorm baksteen; tussen de sala en de slaapkamer zijn de resten houten paneeldeuren aanwezig. In de slaapkamer van de kern in een ruimte voor de opgaande houten steektrap naar de zolder afgetimmerd. De zolder heeft een houten vloer. De kap is opgebouwd uit gekoppelde sporenparen, op een muurplaat en voorzien van koppelbalk en spijkerplaat, met een ingelaten nokbalk als langsverband.
De zuidwestelijke dwarsvleugel heeft een rechthoekige plattegrond, is opgetrokken in steen over een enkele bouwlaag en heeft een zadeldak met de nok dwars op de hoofdnok. Het zadeldak is gevat tussen tuitgevels met vlakke deklijsten en een 19e eeuw topbeëindiging. De muren zijn gepleisterd geverfd. De lange gevels op het oosten en het westen hebben beide een centraal geplaatste deur met een weerszijden een staand venster. Aan de korte zijde op het zuiden is een staand venster en telkens een spuwer op het uiteinde van de goten. De noordzijde van de vleugel sluit aan op het hoofdgebouw en is door middel van een deur met het hoofdgebouw verbonden.
De dwarsvleugel die op het noordwesten op het huis aansluit, bestaat uit twee gebouwen: de keuken en de regenbak. Beide zijn gebouwd op rechthoekige plattegrond en opgetrokken over een enkele bouwlaag en zadeldak, met de onderling even verschoven nokken haaks op de hoofdnok van het huis. De daken zijn gevat tussen tuitgevels met 19e-eeuwse topbeëindigingen en zijn gedekt met rode oudhollandse dakpannen.
De keukenaanbouw heeft vlakke langsgevels met goten op de muur. Inwendig bestaat het gebouw uit twee ruimten: een keukengedeelte en een kleine wasruimte. De keuken heeft een doorgang vanuit de galerij, een venster op het westen en een op het oosten. Tegen de noordwand is de fogon (kookplaats) gemaakt op een onderbouw met twee segmentbogen en met een ruime stenen schoorsteenmantel. Door het westelijk dakvlak steekt een stenen schoorsteen.
Tegen deze aanbouw is de iets lagere regenbak geplaatst. De goten van de keuken, die ook het water van het hoofdgebouw doorvoeren, sluiten met standgoten op die van de regenbak aan. Via openingen lozen die weer op de regenbak met inwendig afgeronde hoeken. Tegen de oostgevel staat een stenen trap die uitkomt op een dakkapel. Hier werd water uit de bak gehaald, zoals slijtgleuven in de dorpel laten zien. In de westgevel zijn twee overloopgaten. Op het noorden maakt een aquaduct op gedrukte boog een verbinding met de goot van de magasina. Deze twee aanbouwen en het hoofdgebouw omsluiten tweezijdig een betegelde patio die voor het overige met een lage stenen borstwering is afgegrensd. Voor de toegang ligt een rechte trap van enkele treden met een borstwering.
A. Ten noorden van het huis staan een magasina, op rechthoekige plattegrond en van een enkele bouwlaag en zadeldak evenwijdig aan die van het huis. De nokrichting is oost-west. Het dak is gevat tussen vlakke tuitgevels met schouders, is voorzien van stenen nok en gedekt met rode oudhollandse pannen. De kap is opgebouwd uit halfhouts verbonden spanen die op liggerbalken zijn gesteld, voorzien zijn van koppelbalk en een langsverband hebben van nokbalk en gording. Op de nokbalk, gordingen en muurplaat zijn gekoppelde sporenparen bevestigd. Goten van de langsgevels liggen op de muur; de westgevel; heeft een aangehangen goot aan het interieur. De gevels zijn gepleisterd en geverfd en de buitenmuren lopen enigszins schuin op. De vloer van de magasina bestaat uit regelmatig gelegde blokken breuksteen.
- Oostelijk is tegen de magasina later een klein wagengebouw aangebouwd. Tegen de noordgevel is de moet van een lessenaardak te zien van een voormalig schuurtje.
- Westelijk van de magasina ligt een koraal, omgeven door stenen en gepleisterde muren.
- Ten zuidwesten van het landhuis, aan de overzijde van de toegangsweg, staat een paardenstal. Op rechthoekige plattegrond bestaat deze stenen opstal uit vierhoekige kolommen: vier aan de lange zijden en (inclusief de hoeken) die aan de korte zijde. Hierop is een relatief steil schilddak met zinken golfplaatbedekking geplaatst met een kapwerk van rondhouten. Gekoppelde sporenparen met dwarsverbinding van twee koppelbalken met tussenstijlen die samen een V-vorm maken.
- Ten noorden van de toegangsweg, even ten westen van de afslag naar de kust ligt een stenen waterput.
- Op diezelfde hoogte maar beneden tegen het plateau bevindt zich een grote tanki.Andere zaken die op de voormalige plantage nog opvallen zijn: de brede toegangsweg; de verschillende terrassen waarover de plantage zich uitstrekt; de verschillende gekleurde steenaders; en een gebied (vooral westelijk van de toegangsweg) met veel verfbomen.Redengeving
Het gebouw als boven beschreven is van algemeen belang wegens schoonheid en volkskundige waarde op grond van de volgende waardestellende criteria:
- ensemblewaarde vanwege de samenhang van landhuis, bijgebouwen, put en tanki.
- architectuur- en cultuurhistorische waarde als landhuis met een achtergalerij en terrassen;
- architectuurhistorische waarde vanwege onderdelen als kap met houten muurankers, gebruik van baksteen, regenbak en kap van de magasina.
Tot het hierboven vermelde monument behoort al hetgeen door bestemming of anderszins rechtens onroerend is.
Registratie: 1999-08-12
Afschrift Hypotheekbewaarder: 1999-08-30
Aanwijzingsbesluit: 1999-07-12
Publicatie: 1999-07-19
Inzage: gedurende 6 weken vanaf 1999-07-19
Storende elementen
Bij een recente verbouwing (1987) zijn de zuid- en westzijde aangepast. Bovendien werden in verschillende muren niet-oorspronkelijke rondbogen aangebracht.